Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis in deze zaak van 19 september 2018 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde gedingstukken;
- de akte naar aanleiding vonnis 19 september 2018, van de zijde van [gedaagde 1] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] ;
- de akte uitlaten van 24 oktober 2018 van de zijde van [eiser] , met producties;
- de akte uitlaten van 21 november 2018 van de zijde van [gedaagde 1] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] , met productie;
- het B3-formulier van de zijde van [gedaagde 2] , waarin zij de rechtbank bericht dat zij geen nadere akte in zal dienen conform punt 5.3 van het tussenvonnis;
- het B8-formulier van de zijde van [gedaagde 1] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] , met producties;
- de beschikking van 3 december 2018, waarbij de enquête is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 8 januari 2019 gehouden enquête aan de zijde van [gedaagde 1] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] en de aansluitend gehouden comparitie van partijen;
- de conclusie na enquête van de zijde van [eiser] ;
- de conclusie na enquête van de zijde van [gedaagde 2] , met productie;
- de reactie op conclusie na enquête van de zijde van [gedaagde 1] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] .
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
Ik weet niet waar het porseleinen theeservies is. Ik weet niet of [erflaatster] een porseleinen theeservies had.
U vraag mij naar mijn schriftelijke verklaring waarin ik heb verklaard dat [eiser] het kostbare Chinese porseleinen theeservies van [erflaatster] heeft meegenomen en of ik bij die verklaring blijf. Ja. Ik heb hen persoonlijke dingen meegeven, omdat ik vond dat de spullen van [erflaatster] bij haar kinderen hoorden. Dat heb ik met alle spullen van [erflaatster] gedaan. Ik heb hen laten kiezen. Hoofdzakelijk waren [eiser] en [gedaagde 2] daarbij aanwezig. Dit was na het overlijden van [erflaatster] . Toen hebben zij een heleboel spullen meegenomen. Er zijn ook spullen meegenomen tijdens haar leven, omdat er in de buurt was ingebroken. Voor haar overlijden zijn schilderijen onder de kinderen verdeeld. Aan [gedaagde 2] had zij de sieraden meegegeven.
Hier ligt onze geliefde oma, moeder en vriendin [erflaatster] , geboren op [geboortedatum] en overleden op [overlijdensdatum] 2015.”