ECLI:NL:RBDHA:2019:4307
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag; prematuriteit en gegrondverklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een asielaanvraag. Eisers, waaronder een minderjarige, hebben op 22 januari 2019 beroep ingesteld omdat er geen besluit was genomen op hun asielaanvraag, die op 23 november 2015 was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder was overschreden, maar dat eisers te vroeg in beroep waren gegaan, omdat zij pas op 25 januari 2019 in beroep konden gaan na een ingebrekestelling op 10 januari 2019. Desondanks heeft de rechtbank besloten om de niet-ontvankelijkheid van de beroepen achterwege te laten en de beroepen gegrond te verklaren, omdat verweerder geen besluit had genomen binnen de gestelde termijn na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvragen van eisers. Tevens is verweerder een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De proceskosten van eisers zijn vastgesteld op € 256,-. De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.