ECLI:NL:RBDHA:2019:4306
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak hebben eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], op 4 maart 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun asielaanvragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft geen verweerschrift of schriftelijke reactie ingediend. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank constateert dat verweerder geen stukken heeft ingediend en gaat uit van de door eisers verstrekte informatie. Eisers hebben op 10 augustus 2018 hun asielaanvragen ingediend, maar tot op heden is er geen besluit genomen. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder uiterlijk op 9 februari 2019 had moeten beslissen. Eisers hebben verweerder in gebreke gesteld en zijn meer dan twee weken later in beroep gegaan. De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank veroordeelt verweerder ook in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 256,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van mr. F. Grundmeijer, griffier.