Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. F.A. Kuipers en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J.P. Plasman naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1
- een proces-verbaal van bevindingen “betreft uitluisteren tap: 11 juli 2016”, AD/92, pagina 658 en 659 ( [nummer en tijdstip] );
- een proces-verbaal van bevindingen “betreft uitluisteren tap: 25 juli 2016”, AD/93, pagina 677 en 678 ( [nummer en tijdstip] );
- een proces-verbaal van bevindingen “betreft uitluisteren tap: 6 augustus 2016”, AD/97, pagina 699 ( [nummer en tijdstip] );
- een proces-verbaal van bevindingen “betreft uitluisteren tap: 5 oktober 2016”, AD/121, pagina 876 [nummer en tijdstip] );
- een proces-verbaal van bevindingen “betreft uitluisteren tap: 7 december 2016”, AD/139, pagina 1007 en 1008 [nummer en tijdstip] );
- een geschrift, zijnde een door de verdachte op 20 december 2012 ondertekende geheimhoudersverklaring
4.Bewijsoverwegingen met betrekking tot feiten 2 en 3
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de verdachte op 5 oktober 2016 het adres [adres] te Almere in BVI-IB heeft bevraagd alsmede een serienummer heeft nagetrokken op het moment dat door het Observatieteam wordt waargenomen dat zijn auto voor de woning op dat adres staat. [16] Op de zitting heeft de verdachte verklaard dat hij interesse had in een fotocamera die op Marktplaats werd aangeboden en dat hij toen hij bij die woning uit de auto stapte het gevoel kreeg met heling te maken te hebben. Om er zeker van te zijn dat hij niet met heling te maken had, heeft hij in het politiesysteem het adres en het serienummer van de fotocamera bevraagd. De verdachte heeft erkend dat deze bevraging voor privégebruik was en dat hij dat niet had moeten doen. [17] Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat genoegzaam vast is komen te staan dat deze bevraging opzettelijk voor privégebruik is gedaan.
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de verdachte op 25 december 2016, terwijl hij geen dienst had, in BVI-IB het kenteken [(---)] op naam van [persoon 4] en de lange kenosleutel [(---)] heeft bevraagd. [18]
5.De bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De strafoplegging
Dit team is belast met informatievergaring en observatie van Te Beveiligen Personen (hierna: TBP’s), onder wie [persoon 2] . Alle informatie rond de TBP’s valt onder strikte geheimhouding en mag onder geen enkele voorwaarde worden gedeeld met personen buiten het IRIS team. Bij zijn aantreden als medewerker van het team heeft de verdachte een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen, terwijl hij als medewerker van de politie al jaren daarvoor de ambtsbelofte had afgelegd. Die geheimhoudingsverklaring hield een verplichting tot absoluut stilzwijgen in omtrent de door de verdachte uit te voeren werkzaamheden en alle informatie die hem uit hoofde van zijn functie bekend was.
- de verdachte is in het verleden herhaaldelijk gewaarschuwd voor het schenden van zijn ambtsgeheim, de laatste keer was kort na zijn aantreden bij het IRIS team;
- de stelselmatigheid en de kennelijke gemakzucht waarmee de verdachte telkens zijn ambtsgeheim heeft geschonden;
- de verdachte met zijn loslippigheid de door het IRIS team te beveiligen personen potentieel in gevaar heeft gebracht door op de koop toe te nemen dat de door hem aan derden verstrekte operationele informatie verder zou worden verspreid; en
- de verdachte op de zitting er geen blijk van heeft gegeven het kwalijke van zijn handelen in te zien.
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
- enig geheim waarvan hij weet dat hij uit hoofde van ambt en wettelijk voorschrift verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd;en
- computervredebreuk, meermalen gepleegd;
ZEVEN MAANDEN;
VIJF JAREN.