I. De omgangsregeling
Uit de rapportages van het Haags Ambulatorium en de bijzondere curator komen de volgende – in dit kader relevante – conclusies naar voren over de ouders en over [minderjarige] . Beide ouders blijken over voldoende pedagogische en affectieve mogelijkheden te beschikken met ieder hun eigen waardevolle accenten daarin. [minderjarige] profiteert van beide opvoedomgevingen en haar ontwikkeling wordt in beide situaties op verschillende manieren gestimuleerd. Als belangrijkste zorgpunt komt naar voren de zeer ernstig verstoorde verstandhouding en communicatie tussen de ouders, hetgeen een groot beroep doet op de loyaliteit van [minderjarige] . Bij de vader is de verwachting dat rehabilitatie en herstel van zijn ouderrol in het leven van [minderjarige] en het ervaren van gelijkwaardig ouderschap (het niet langer hoeven te wedijveren met de moeder over wie de beste ouder is voor [minderjarige] ) voor een betere balans in zijn draaglast/draagkrachtverhouding zal zorgen en daarmee meer rust en ontspanning zal brengen in zijn dagelijks functioneren. Zowel de onderzoekers van Het Haags Ambulatorium als de bijzondere curator zien vrijwel geen mogelijkheden meer voor verbetering in de communicatie tussen de ouders. Niettemin vinden zij dat tegemoet moet worden gekomen aan de wens van [minderjarige] om weer tot een gelijkwaardige verdeling van omgang met haar ouders te komen en dat zij in dit kader in staat kan worden geacht om haar eigen belangen voldoende te waarderen. Om die reden adviseren de onderzoekers van het Haags Ambulatorium over te gaan tot parellel solo-ouderschap met een 50/50-regeling waarbij de communicatie tussen de ouders uiterst beperkt blijft en voornamelijk verloopt via een onafhankelijke derde. Tegelijkertijd komt uit de onderzoeken naar voren dat bij alles de agenda van [minderjarige] leidend zou moeten zijn en dat zij onbevangen contact moet kunnen hebben met de ouder bij wie zij op dat moment niet verblijft en dat haar sociale leven en hobby’s niet worden opgesplitst tussen haar ouders. In het belang van [minderjarige] zouden beslissingen over sociale activiteiten zoals feestjes bij haar moeten worden weggehouden, maar de ouders blijken daartoe niet in staat.
De gecertificeerde instelling kan zich niet vinden in een 50/50-regeling en parellel solo-ouderschap en handhaaft het eerdere verzoek tot een beperkte tweewekelijkse weekendregeling voor de vader.
Ook de moeder kan zich niet vinden in een 50/50-regeling met parellel solo-ouderschap.
De redenen voor de wijziging van de eerdere co-ouderschapsregeling naar de huidige – beperkte – regeling zijn wat haar betreft nog steeds van kracht. Gelet op de houding van de vader jegens de moeder èn jegens de hulpverlening is een ruimere contactregeling tussen [minderjarige] en de vader in haar optiek onuitvoerbaar.
De vader kan zich vinden in de geadviseerde 50/50-regeling in de vorm van parellel solo-ouderschap en, zo begrijpt de rechtbank, verzoekt deze dienovereenkomstig vast te stellen.
De rechtbank overweegt als volgt. Bij parallel solo-ouderschap, zoals geadviseerd, dienen de ouders elkaar vanuit een gelijkwaardige positie als ouders de noodzakelijke informatie te geven, maar bemoeien zij zich niet met de manier waarop het ouderschap bij de andere ouder wordt ingevuld. Dit ouderschap vraagt erom dat ouders zich strikt houden aan uitgeschreven plannen of gerechtelijke uitspraken. Gelet op de dossierstukken en het verhandelde ter zitting ziet de rechtbank, in weerwil van de adviezen van Het Haags Ambulatorium en de bijzondere curator, teveel contra-indicaties om de huidige regeling uit te breiden tot een 50/50-regeling. Daargelaten de vraag of de wens van [minderjarige] om evenveel tijd bij beide ouders te kunnen doorbrengen is ingegeven door loyaliteit, zoals van de zijde van de moeder wordt gesteld, valt naar het oordeel van de rechtbank namelijk niet te verwachten dat aan de randvoorwaarden om tot die regeling te komen zal kunnen worden voldaan. Daarbij noemt de rechtbank allereerst de omstandigheid dat geadviseerd wordt dat bij een dergelijke regeling de behoeften van [minderjarige] leidend moeten zijn, dat wil zeggen dat zij onbelemmerd deel kan blijven nemen aan verschillende activiteiten, zoals feestjes, sporten en andere hobby’s. De rechtbank heeft er weinig vertrouwen in dat de vader [minderjarige] die ruimte in voldoende mate zal gunnen. Wanneer bijvoorbeeld sprake is van activiteiten die wat de vader betreft verband houden met beslissingen van de moeder, verwacht de rechtbank niet dat [minderjarige] daaraan van de vader zonder meer zal mogen deelnemen, gelet op het verloop van de omgangscontacten tussen de vader en [minderjarige] tot nu toe. Bovendien moet [minderjarige] onbevangen contact kunnen hebben met de ouder of de gezinsleden bij wie zij op dat moment niet verblijft. Gebleken is echter dat de vader dat niet toestaat zolang [minderjarige] bij hem verblijft.
Verder overweegt de rechtbank dat voor het goed functioneren van parallel solo-ouderschap noodzakelijk is dat beide partijen in staat zijn zich strikt te houden aan afspraken en beslissingen die van bovenaf worden genomen. De vader heeft gedurende de afgelopen procedure laten zien daar grote moeite mee te hebben. Zo blijft hij ondanks het dringende advies van hulpverlenende instanties, maar ook van de rechtbank zelf, zijn strijd tegen de moeder onverminderd voortzetten. De vader blijft ieder spaarzaam moment van contact met de moeder aangrijpen om haar op belastende wijze te bejegenen of om onnodig met haar in discussie te gaan. Daarnaast wijkt de vader eigenhandig af van afspraken omdat hij daar naar eigen zeggen recht op heeft. Zo heeft hij [minderjarige] tijdens de kerstvakantie twee dagen langer bij zich gehouden dan gepland en is het de moeder pas na interventie van de crisisdienst van de gecertificeerde instelling gelukt om contact met de vader te krijgen.
Ten slotte acht de rechtbank het, gelet op de uitlatingen van met name de vader, aannemelijk dat de ouders het niet eens zullen worden over de onafhankelijke derde die het parallel solo-ouderschap zal moeten begeleiden of dat de vader diens positie gaandeweg vermoedelijk ter discussie zal stellen als er beslissingen worden genomen die hem niet welgevallen.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen mogelijkheden de huidige regeling uit te breiden tot een 50/50-regeling. Om toch enigszins tegemoet te komen aan de wensen van [minderjarige] en de vader om meer contact met elkaar te hebben, ziet de rechtbank aanleiding een iets ruimere regeling vast te stellen. De rechtbank zal gelet daarop bepalen dat [minderjarige] met ingang van 18 april 2019 één weekend per twee weken, in plaats vanaf vrijdag vanaf donderdag na school tot zondag 19.00 uur bij de vader is.
Vakanties en feestdagen
Gelet op het moeizame contact tussen de ouders acht de rechtbank het noodzakelijk dat er een gedetailleerde verdeling komt van de vakanties en feestdagen die voor meerdere jaren geldt, met weinig ruimte voor discussie. Ter zitting hebben partijen ervan blijk gegeven het over deze verdeling grotendeels eens te zijn Over de resterende punten zal de rechtbank beslissen zoals hierna weergegeven.
- Zomervakantie:
- Herfstvakantie
Kerstvakantie, Kerstdagen en Oud en Nieuw:
[minderjarige] verblijft in de even jaren de eerste week van de kerstvakantie bij haar moeder en de tweede week bij haar vader en in de oneven jaren andersom. In de ene week zullen de kerstdagen vallen. In de andere week Oud en Nieuw.
Voorjaarsvakantie
[minderjarige] verblijft deze vakantie in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder.
Meivakantie
[minderjarige] verblijft in de even jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en in oneven jaren andersom.
Pasen, Pinksteren, Goede Vrijdag en Hemelvaart:
[minderjarige] verblijft deze dagen bij degene bij wie zij op dat moment in het kader van de weekendregeling of vakantieregeling is.
Moederdag/Vaderdag
De ouders hebben op dit punt geen overeenstemming kunnen bereiken. De vader wil graag dat [minderjarige] bij hem is op Vaderdag, de moeder vindt het te onrustig als er gedurende het weekend wordt gewisseld. De rechtbank zal op dit punt tegemoetkomen aan de wens van de vader om deze dag met [minderjarige] te vieren en zal daarom het verzoek van de vader toewijzen en beslissen dat [minderjarige] op Moederdag/Vaderdag bij de betreffende ouder zal verblijven, ongeacht in wiens weekend dit valt (zonder compensatie), van 20.00 uur op de voorafgaande dag tot 20.00 uur op de dag zelf.
Verjaardag [minderjarige] :
De ouders zijn het erover eens dat [minderjarige] haar verjaardag in de even jaren bij de moeder en oneven jaren bij de vader viert. De vader heeft daarbij verzocht te bepalen dat [minderjarige] vanaf 16.00 uur op de voorafgaande dag tot 20.00 uur op de dag zelf bij de betreffende ouder verblijft. De moeder heeft verzocht te bepalen dat [minderjarige] vanaf 17.00 uur op de voorafgaande dag bij de betreffende ouder verblijft tot de dag erna 10.00 uur dan wel totdat de school aanvangt. De rechtbank stelt deze regeling in redelijkheid vast op 16.30 uur de dag ervoor tot 10.00 uur, dan wel tot de school aanvangt, de dag erna.
Verjaardagen ouders:
[minderjarige] viert de verjaardag van de vader altijd op de dag zelf bij de vader en de verjaardag van de moeder altijd bij de moeder, ongeacht in wiens tijd dit valt. Nu partijen ook ten aanzien van het tijdstip van aanvang en eindigen hetzelfde hebben verzocht als ten aanzien van de verjaardag van [minderjarige] , bepaalt de rechtbank in redelijkheid dat [minderjarige] de dag voor de verjaardag van de betreffende ouder vanaf 16.30 uur tot de dag erna tot 10.00 uur, dan wel het moment dat de school aanvangt, bij de betreffende ouder verblijft.
Verjaardagen zusjes en sterfdag broertje:
[minderjarige] viert de verjaardagen van haar zusjes en de sterfdag van haar broertje altijd op de dag zelf bij de moeder. Nu partijen ook ten aanzien van het tijdstip van aanvang en eindigen van mening verschillen, bepaalt de rechtbank in redelijkheid dat [minderjarige] de dag ervoor vanaf 16.30 uur tot de dag erna tot 10.00 uur, dan wel het moment dat de school aanvangt, bij de moeder verblijft.