ECLI:NL:RBDHA:2019:3799
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- S.M. de Bruijn
- J. Eisses
- M. Nijenhuis
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter wegens schijn van partijdigheid in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 1 april 2019 een verzoek tot wraking van rechter S.M. de Bruijn toegewezen. Het verzoek werd ingediend door mr. J.W. Landman, advocaat te Leiden, die optreedt namens de curandus en curator R.E. Davidson. De wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter de betrouwbaarheid van verzoeker in twijfel had getrokken door niet op zijn woord te geloven dat hij de curandus vertegenwoordigde. Dit leidde volgens de verzoeker tot de schijn van partijdigheid, wat de behandeling van de zaak door deze rechter onaanvaardbaar maakte.
De procedure begon met een kort geding aangespannen door Woonstichting Stek tegen de curator, waarbij ontruiming van de woning van de curandus aan de orde was. Tijdens de zitting vroeg de rechter aan verzoeker of hij daadwerkelijk optrad namens de gedaagde partij, wat verzoeker bevestigde. De rechter wilde echter deze informatie verifiëren, wat verzoeker als beledigend en als een schending van het vertrouwen beschouwde. De rechter betwistte dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid, maar de wrakingskamer oordeelde anders.
De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in twijfel trekken. In dit geval was er voldoende aanleiding om te concluderen dat de rechter de schijn van partijdigheid op zich had geladen door verzoeker niet op zijn woord te geloven. De wrakingskamer besloot het verzoek tot wraking toe te wijzen en het onderzoek in de hoofdzaak te schorsen totdat een andere rechter de zaak zou hervatten.