3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Verklaring van de aangever [slachtoffer]
heeft verklaard dat hij op 16 december 2018 rond 03.00 uur twee keer was gebeld door (de rechtbank begrijpt:) de verdachte. Beide keren schold [slachtoffer] de verdachte uit en hing daarna op. Ongeveer 1,5 uur á 2 uur later was de verdachte naar de woning van [slachtoffer] gekomen. [slachtoffer] hoorde een klap. Hij zag dat de verdachte tegen zijn achterdeur trapte.
[slachtoffer] deed vervolgens de achterdeur open en werd gelijk door de verdachte aangevallen. Hij zag dat de verdachte naar zijn rechterjaszak greep en dat daaruit een rood mes tevoorschijn kwam. [slachtoffer] deed zijn linkerarm omhoog om af te weren en werd gestoken door de verdachte in zijn linkerzij. [slachtoffer] voelde een klein steekje, maar zag geen bloed. Hierna heeft de verdachte nog verschillende malen stekende bewegingen gemaakt richting [slachtoffer] , die deze wist af te weren, of te ontwijken.
Terwijl de worsteling tussen [slachtoffer] en de verdachte voortduurde zag [slachtoffer] ineens bloed uit zijn linkerzij spuiten. Hij dacht dat hij dood zou bloeden en zei tegen de verdachte: “Stop stop”. [slachtoffer] heeft de verdachte vervolgens omgedraaid en overmeesterd. [slachtoffer] zag dat de verdachte zijn armen wijd had en hoorde hem zeggen: “Ja, ik stop, is goed.”
[slachtoffer] bloedde flink en had moeite met ademhalen. De verdachte zei dat [slachtoffer] onder de douche moest, dat er geen politie bij moest komen en dat hij het wel zou oplossen. [slachtoffer] werd vervolgens door de verdachte onder de douche gezet. [slachtoffer] zag dat de wond ongeveer twee á drie centimeter lang was en dat er flink wat bloed wegspoelde in het doucheputje. Hij voelde zich niet goed, want hij had pijn en moeite met ademen. Hij vond dat de politie en de ambulance gebeld moesten worden, maar de verdachte zei dat dat niet nodig was. De verdachte heeft vervolgens een groene handdoek gepakt en [slachtoffer] daarin gewikkeld. [slachtoffer] zag dat de verdachte hierna met een mop al het bloed van de vloer ging dweilen.
[slachtoffer] begon te bidden, want hij dacht dat hij dood ging. Hij had moeite met ademhalen. Hij voelde zijn neus kriebelen waardoor hij moest hoesten. Nadat hij had gehoest, voelde hij iets ploppen waardoor hij ineens goed kon ademen. De wond begon direct weer hevig te bloeden.
De verdachte ging vervolgens even weg en kwam later naar binnen met een flesje met schoonmaakmiddel. Hij wilde nog wat schoonmaken onder andere op de deurposten en op de lamellen. Vervolgens kwamen twee voor [slachtoffer] onbekende mensen zijn huis binnen. Die waren door de verdachte gebeld. [slachtoffer] dacht dat de verdachte deze mannen had gebeld om eventueel zijn lichaam te verbergen als hij dood was. Hij zat al die tijd op de bank en was bang omdat hij niet wist wat zij van plan waren. Het bloeden van de wond stopte ook niet. [slachtoffer] probeerde het bloeden van de wond te stelpen met wc-papier maar dat hielp niet.
Na ongeveer twee uren gingen de onbekende mannen weg. Nadat de verdachte vervolgens iemand had gebeld is [slachtoffer] in het bijzijn van de verdachte naar het ziekenhuis gegaan. De verdachte vroeg in de auto de hele tijd of [slachtoffer] niet de politie ging bellen. [slachtoffer] was bang en zei tegen de verdachte dat hij niet ging bellen. [slachtoffer] en de verdachte hadden afgesproken om in het ziekenhuis te vertellen dat hij in het glas gevallen was en dat hij een wond had. [slachtoffer] was bang dat de verdachte hem dood zou maken als hij zou vertellen dat hij neergestoken was. De verdachte is meegelopen, het ziekenhuis in. De verpleegster vroeg wat er was gebeurd. [slachtoffer] zei dat hij in glas gevallen was en dat hij een wond had. Toen [slachtoffer] alleen was met de verpleegster, heeft de verpleegster aan hem gevraagd: “Was het glas of een mes?” [slachtoffer] heeft tegen de verpleegster gezegd dat hij gestoken was. Hij moest in het ziekenhuis blijven tot 17 december 2018.
Medische informatie
Uit de geneeskundige verklaring met betrekking tot het bij de aangever geconstateerde letsel blijkt dat bij hem een steekwond in zijn borstkas links onder de oksel is waargenomen. Ook was sprake van een klaplong op de plaats van de steekwond en een losliggend ribfragment van de achtste rib.
In een brief van het LUMC, afdeling Spoedeisende Hulp van 16 december 2018 staat het volgende met betrekking tot [slachtoffer] :
“Bovengenoemde patiënt werd op 16-12-2018 gezien op de Spoedeisende Hulp van het Leids Universitair Medisch Centrum.
Anamnese
(…) Komt in eerste instantie met verhaal van glasverwonding thorax, blijkt later steekverwonding met mes 20 cm laterale thoraxwand links. (…) Is thuis tussen 3u-4u overvallen door een bekende van patiënt deze heeft patiënt met mes diverse malen proberen te steken, deze heeft afgeweerd en is een steek op thorax gekomen.”
Sporenonderzoek
De politie heeft op 19 december 2018 in de woning van de aangever een sporenonderzoek verricht. Daaruit kwam onder andere het volgende naar voren:
- er zaten gedroogde bloeddruppels op een muziekmeubel naast een bureau in de woonkamer;
- er lagen gedroogde bloeddruppels op de vloer bij de schuifdeur naar de hal/badkamer;
- er lag in de badkamer, bij een stapel wasgoed, een groene deken met daaraan bloedsporen;
- op de stapel wasgoed lag een onderbroek met bloedvlekken;
- er lag een bloedveeg op de vloer bij de wastafel.
Verklaring van de verdachte
Hoewel de verdachte een andere verklaring dan [slachtoffer] heeft afgelegd over de omstandigheden rond de steekpartij, heeft hij bekend dat hij de aangever met een mes heeft gestoken.
Conclusie
[slachtoffer] heeft een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd. Deze verklaring wordt op belangrijke punten ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer] heeft gestoken. Dat dit is gebeurd, blijkt bovendien uit het door het LUMC geconstateerde letsel: een steekwond links onder de oksel, een klaplong ter hoogte van die plek en een gebroken rib. Verder strookt de in de brief van het LUMC van 16 december 2018 opgenomen anamnese precies met de verklaring van [slachtoffer] dat hij met de verdachte had afgesproken om in het ziekenhuis te vertellen dat hij in glas was gevallen, maar dat hij later toch vertelde dat hij was gestoken. Ook de bevindingen uit het sporenonderzoek komen overeen met de verklaring van [slachtoffer] . Zo heeft hij verklaard dat de verdachte hem na de steekpartij in een groene handdoek wikkelde. Door de politie is in de badkamer van [slachtoffer] (inderdaad) een groene deken met bloedsporen aangetroffen.
De verdediging heeft gewezen op een aantal onvolkomenheden en tegenstrijdigheden in de verklaring van [slachtoffer] . In het licht van het voorgaande zijn deze naar het oordeel van de rechtbank echter niet van dien aard dat deze doen twijfelen aan de juistheid van die verklaring. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar.
Gelet op de verklaring van [slachtoffer] en de hiervoor overigens genoemde bewijsmiddelen staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de verdachte [slachtoffer] met een mes in het bovenlichaam heeft gestoken. Dat de verdachte dit met de nodige kracht moet hebben gedaan leidt de rechtbank af uit de medische informatie, waaruit onder meer naar voren komt dat sprake was van een gebroken rib.
Het met kracht steken met een mes in het bovenlichaam levert naar algemene ervaringsregels de aanmerkelijke kans op dat het slachtoffer dat steken met de dood moet bekopen. In het bovenlichaam bevinden zich verschillende vitale organen. De verdachte heeft, door aldus te handelen, die aanmerkelijke kans bewust aanvaard. Dit geldt ook als de verdachte zou worden gevolgd in zijn verklaring dat hij naar achter heeft gestoken en niet precies zag waar hij de aangever zou raken. Door op een dergelijke wijze naar achter te steken aanvaard je immers bewust de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer in het bovenlichaam wordt geraakt. Anders dan de verdediging heeft betoogd, was bij de verdachte volgens de rechtbank dan ook sprake van ten minste het voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer] .
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag.