ECLI:NL:RBDHA:2019:368
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag wegens internationale bescherming in andere EU-lidstaat
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, had op 31 oktober 2018 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser in Italië internationale bescherming geniet. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Italiaanse autoriteiten hem geen bescherming kunnen bieden. Eiser heeft aangevoerd dat hij bedreigd werd door mensensmokkelaars en dat hij geen hulp kreeg van de Italiaanse autoriteiten, maar de rechtbank oordeelt dat hij zelf de rechten die voortvloeien uit zijn status in Italië moet effectueren. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Het beroep is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.