ECLI:NL:RBDHA:2019:367
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Pakistaanse nationaliteit met beroep op indirect refoulement en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Pakistaanse nationaliteit hebbende Ahmadiyya moslim, in beroep ging tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De Staatssecretaris had de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser stelde dat hij bij overdracht aan Duitsland het risico liep op indirect refoulement, omdat hij als Ahmadiyya moslim in Pakistan gevaar loopt en Duitsland niet aan zijn internationale verplichtingen zou voldoen.
Tijdens de zitting op 10 januari 2019 is eiser niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de Staatssecretaris wel aanwezig was. De rechtbank overwoog dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen niet zou nakomen. De rechtbank baseerde zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat men ervan uit kan gaan dat andere lidstaten van de EU zich aan hun verplichtingen houden. Eiser had rapporten van de Asylum Information Database (AIDA) ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze rapporten niet voldoende bewijs boden voor de gestelde tekortkomingen in de Duitse asielprocedure.
De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op het interstatelijk vertrouwensbeginsel rechtvaardigden. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd digitaal ondertekend en bekendgemaakt, met de mogelijkheid voor eiser om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.