Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] te [plaats] ,
[B.V. I]te [plaats] ,
[CIT]te [plaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 september 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 18 juni 2018 waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte inbreng producties in conventie en reconventie, met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie, gehouden op 23 november 2018.
2.De feiten
- Strategic R&D collaboration
- License agreement
- Business to business R&D projects”
- dat TNO het onderzoek High resolution inspection of pipe supports with TNO’s Guide Wave Tomography, hierna te noemen het Project, wil uitvoeren met cofinanciering door de cofinancier;
- dat de cofinancier samen met andere cofinanciers geïnteresseerd is in de uitvoering van het Project door TNO en bereid is als cofinancier daarvan op te treden;”
3.Het geschil
in conventie
- voor recht verklaart dat TNO onrechtmatig heeft gehandeld jegens hem en aansprakelijk is voor de door hem geleden schade;
- voor recht verklaart dat de Licentieovereenkomst, de Cofinancieringsovereenkomst en alle samenhangende en hieruit voortvloeiende afspraken bij brief van 4 mei 2016 rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn vernietigd op grond van dwaling, althans deze overeenkomsten met een beroep op dwaling vernietigt;
- TNO veroordeelt tot betaling aan [A] van een schadevergoeding van € 263.276,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding en vermeerderd met schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- TNO veroordeelt tot betaling aan CIT van een schadevergoeding van € 87.328,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding en vermeerderd met schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- TNO veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente en nakosten.
- hij bij het sluiten van de Licentieovereenkomst en de Cofinancieringsovereenkomst omtrent de stand van de ontwikkeling van de UCM-technologie heeft gedwaald als bedoeld in artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW), zodat de Licentieovereenkomst en de Cofinancieringsovereenkomst rechtsgeldig zijn vernietigd althans bij vonnis vernietigd dienen te worden;
- zijn dwaling te wijten is aan onjuiste inlichtingen door TNO, althans een gebrek aan inlichtingen door TNO, zodat TNO aansprakelijk is voor de schade die [A c.s.] heeft geleden in de vorm van misgelopen inkomsten en kansen.
- de Cofinancieringsovereenkomst niet rechtsgeldig is vernietigd, omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:228 BW;
- CIT nog de helft van de in de Cofinancieringsovereenkomst overeengekomen financiële investering aan TNO dient te verstrekken;
4.De beoordeling
in conventie
- TNO inlichtingen heeft verstrekt waaruit bleek dat de UCM-technologie snel klaar zou zijn voor commercieel gebruik, terwijl dit achteraf bezien onjuist bleek te zijn;
- TNO CIT niet actief heeft ingelicht omtrent het feit dat zij geen technologie kon leveren die klaar was voor commercieel gebruik, terwijl dit op haar weg lag.
- bij hem een verkeerde indruk heeft gewekt omtrent de stand van de UCM-technologie;
- hem heeft tegengehouden om exploitatiemogelijkheden met derden te onderzoeken en aan te gaan.
- Griffierecht € 3.946,--
- Salaris advocaat