ECLI:NL:RBDHA:2019:3549
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 28 februari 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die hij op 6 februari 2018 had ingediend. Eiser heeft verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, bij brief van 14 februari 2019 in gebreke gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, maar dat eiser zijn beroepschrift prematuur heeft ingediend, aangezien hij pas op 1 maart 2019 in beroep kon gaan. Ondanks deze prematuriteit heeft de rechtbank besloten om de niet-ontvankelijkheid van het beroep achterwege te laten, omdat verweerder geen besluit heeft genomen en geen uitleg heeft gegeven voor de vertraging. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Tevens wordt verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De proceskosten van eiser worden vastgesteld op € 256,-. De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van mr. F. Grundmeijer, griffier.