Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
nieuwefeiten of omstandigheden nopen tot intrekking en dat de Staat geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zich hebben voorgedaan na de beslissing om eiser de zelfmeldstatus toe te kennen. De voorzieningenrechter is evenwel van oordeel dat het Openbaar Ministerie niettemin in dit specifieke geval in redelijkheid heeft kunnen komen tot de beslissing om de zelfmeldstatus van eiser in te trekken. Daartoe is redengevend dat eiser onherroepelijk is veroordeeld voor zware mishandeling met de dood tot gevolg, en daarnaast in twee instanties is veroordeeld voor met terrorisme samenhangende feiten. Op grond van de Beleidsregels komt een veroordeelde in beginsel niet in aanmerking voor de status van zelfmelder indien de bijzondere aard en ernst van het strafbaar feit waarvoor aan de veroordeelde straf is opgelegd daaraan in de weg staan. Het staat buiten kijf dat zware mishandeling met de dood tot gevolg een bijzonder ernstig delict is. Ook de andere strafbare feiten, waarvoor eiser, hoewel nog niet onherroepelijk, is veroordeeld, kennen een bijzondere aard en ernst. Gelet hierop is het evident dat aan eiser ten onrechte de status van zelfmelder is toegekend en kon eiser er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat die status zou blijven voortbestaan.