3.3Het oordeel van de rechtbank
Aangezien de verdachte ter zitting het feit heeft bekend en slechts vrijspraak op onderdelen is bepleit, kan de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank heeft bij de beoordeling de volgende bewijsmiddelen gebruikt:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd op de zitting van 21 maart 2019;
- een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 28 december 2018, met
bijlagen, opgenomen in het dossier met het nummer 2018305854 (p. 97-116);
- een geschrift, te weten een gewijzigde collectiescan, ingekomen op 18 maart 2019;
- een proces-verbaal van bevindingen, opgenomen in het dossier met het nummer Ferrera/
DHRBD18016 (p. 117-118);
- een proces-verbaal van relaas (p. 93).
Nadere bewijsoverwegingen
Dubbeltelling afbeeldingen
De raadsman heeft betoogd dat de afbeeldingen die op de USB-stick (merk 2 Power) staan dezelfde afbeeldingen (946) zijn die op de laptop van de verdachte zijn aangetroffen, aangezien de vader van de verdachte een kopie van deze afbeeldingen op de USB-stick aan de politie heeft overgedragen.
De rechtbank is het met de raadsman eens dat de afbeeldingen die op de USB-stick (merk
2 Power) zijn aangetroffen, zijnde 946 afbeeldingen, dezelfde afbeeldingen zullen zijn als die op de laptop van de verdachte zijn aangetroffen. Dit aantal moet dan ook van de ongeveer 1900 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen worden afgetrokken.
Naar het oordeel van de rechtbank resteren dan ongeveer 1000 afbeeldingen en 5 filmpjes.
De tenlastegelegde periode
De raadsman heeft tevens bepleit dat de periode waarin de verdachte het kinderpornografisch materiaal in bezit heeft gehad moet worden ingekort, nu door de politie de begindatum van het bezit van het materiaal, te weten de ‘create date’ van de eerste video, is vastgesteld op 2 mei 2018. Ook zou de einddatum volgens de raadsman op 7 november 2018 moeten worden gesteld nu de verdachte tot die datum op het forum [naam 1] actief is geweest.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Blijkens het dossier was de eerste registratie van de verdachte op het forum [naam 1] op 8 maart 2018. Deze datum is, naar het oordeel van de rechtbank, dan ook de begindatum van de bewezenverklaarde periode. Deze periode eindigt vervolgens op 12 november 2018, de datum waarop de laptop van de verdachte in beslag is genomen.
Partiële vrijspraak
Vrijspraak op onderdelen
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte het kinderpornografisch materiaal heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd en/of uitgevoerd.
De verdachte wordt daarom van deze onderdelen van de tenlastelegging vrijgesproken.
Vrijspraak van gewoonte maken
Zoals reeds overwogen heeft de verdachte gedurende de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 kinderpornografisch materiaal verworven, in zijn bezit gehad en/of zich via het forum van [naam 1] daartoe toegang verschaft. In totaal gaat het om ongeveer 1000 afbeeldingen en 5 filmpjes. Nu het gaat om een periode van maximaal negen maanden en een relatief beperkt aantal kinderpornografische bestanden, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is geweest van het maken van een gewoonte. De rechtbank zal de verdachte dan ook van deze strafverzwarende omstandigheid vrijspreken.
Alles afwegende acht de rechtbank bewezen dat de verdachte in de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 meerdere malen kinderpornografisch materiaal heeft verworven, en in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe via het forum [naam 1] toegang heeft verschaft.