ECLI:NL:RBDHA:2019:3445

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 april 2019
Publicatiedatum
9 april 2019
Zaaknummer
09/852273-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderporno door een minderjarige verdachte met bijzondere voorwaarden en vrijspraak op onderdelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2004, die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft in de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 meerdere afbeeldingen en filmpjes in zijn bezit gehad, die seksuele gedragingen vertoonden waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte bekend heeft en dat er voldoende bewijs is voor het bezit van deze afbeeldingen, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de onderdelen van de tenlastelegging die betrekking hadden op het verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, vervaardigen, invoeren, doorvoeren of uitvoeren van het materiaal. De rechtbank heeft de verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd van zeven maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder controle van zijn digitale gegevensdragers door de jeugdreclassering en de politie. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan ADHD en andere stoornissen, en heeft geadviseerd om hem te begeleiden in zijn behandeling. De rechtbank heeft de verdachte op 21 maart 2019 onmiddellijk in vrijheid gesteld na de opheffing van zijn voorlopige hechtenis.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09/852273-18
Datum uitspraak: 4 april 2019
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft dit vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2004,
[adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op de zitting van 21 maart 2019 met gesloten deuren behandeld.
De officier van justitie in deze zaak was mr. C.C.E.T. de Ceuninck van Capelle-Willems en de raadsman van de verdachte mr. J.F. Grégoire.

2.De tenlastelegging

De verdachte wordt ervan beschuldigd - kort weergegeven - dat hij in de periode van
8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 kinderpornografisch materiaal in zijn bezit heeft gehad en heeft verkregen, dan wel verspreid of aangeboden, en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
Dit feit staat beschreven in bijlage 1 bij dit vonnis.

3.Standpunten en beoordeling

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen voor dit feit, nu dit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Daarbij heeft ze aangegeven
dat zij bewezen acht dat de verdachte het kinderpornografisch materiaal heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft. Ook acht de officier van justitie bewezen dat de verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt. Daarvan is al sprake bij het bezit van meerdere pornografische afbeeldingen of meerdere gegevensdragers met deze afbeeldingen. Ook kan een gewoonte maken van dit feit volgen uit de duur van het bezit of de wijze waarop dat bezit is verkregen. Bij de verdachte is de kinderporno aangetroffen op meerdere gevensdragers, zoals een USB-stick, een mobiele telefoon en een laptop en ook is er gedurende een langere periode sprake van een grote hoeveelheid afbeeldingen. Dit alles maakt, volgens de officier van justitie, dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderporno.
3.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft aangegeven dat de verdachte heeft bekend kinderpornografisch materiaal te hebben verworven en in zijn bezit te hebben gehad en zich via het forum [naam 1] daartoe toegang te hebben verschaft. De verdachte heeft de kinderporno echter niet verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd of uitgevoerd. Van deze onderdelen van de tenlastelegging moet de verdachte worden vrijgesproken.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat er sprake is van een dubbeltelling in het totale aantal afbeeldingen, nu de vader op een USB-stick (merk Toshiba) een kopie van de afbeeldingen die hij van de laptop van de verdachte heeft gehaald, heeft gezet en van deze USB-stick weer een kopie heeft gemaakt om aan de politie te overhandigen.
De afbeeldingen die zijn aangetroffen op deze laatste USB-stick (merk 2 Power) zijn dan ook kopieën van de afbeeldingen die zijn aangetroffen op de laptop van de verdachte en zij moeten dan ook niet worden meegeteld. Er is dan ook hooguit bewijs voor 946 afbeeldingen met kinderpornografisch materiaal en niet voor ongeveer 2000, zoals de officier van justitie heeft gezegd. In die 2000 zitten bovendien ook afbeeldingen waarop geen kinderporno te zien is.
De ten laste gelegde periode moet ook worden verkort. De periode zou moeten zijn van
2 mei 2018 tot 7 november 2018.
Dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderporno kan niet bewezen worden. De verdachte is gedurende een relatief korte periode van ongeveer
zes maanden in het bezit geweest van kinderporno en hij heeft dit op een betrekkelijk makkelijke manier kunnen vinden en downloaden. Hij downloadde ook hele series afbeeldingen en dus niet de afbeeldingen stuk voor stuk. De verdachte heeft de afbeeldingen niet geordend; hij dacht ze meteen weer te hebben verwijderd, en de afbeeldingen zijn op een klein aantal gegevensdragers aangetroffen, eigenlijk alleen op de laptop van de verdachte en op een losse harddisk. Op deze harddisk zijn 4 filmpjes aangetroffen, maar de verdachte kan zich niet herinneren hoe hij aan die filmpjes is gekomen. Op zijn telefoon zijn 1 foto en 1 filmpje aangetroffen die via een Whatsapp groep zijn binnengekomen. Zij vallen buiten de verdenking van kinderporno.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Aangezien de verdachte ter zitting het feit heeft bekend en slechts vrijspraak op onderdelen is bepleit, kan de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank heeft bij de beoordeling de volgende bewijsmiddelen gebruikt:
- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd op de zitting van 21 maart 2019;
- een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 28 december 2018, met
bijlagen, opgenomen in het dossier met het nummer 2018305854 (p. 97-116);
- een geschrift, te weten een gewijzigde collectiescan, ingekomen op 18 maart 2019;
- een proces-verbaal van bevindingen, opgenomen in het dossier met het nummer Ferrera/
DHRBD18016 (p. 117-118);
- een proces-verbaal van relaas (p. 93).
Nadere bewijsoverwegingen
Dubbeltelling afbeeldingen
De raadsman heeft betoogd dat de afbeeldingen die op de USB-stick (merk 2 Power) staan dezelfde afbeeldingen (946) zijn die op de laptop van de verdachte zijn aangetroffen, aangezien de vader van de verdachte een kopie van deze afbeeldingen op de USB-stick aan de politie heeft overgedragen.
De rechtbank is het met de raadsman eens dat de afbeeldingen die op de USB-stick (merk
2 Power) zijn aangetroffen, zijnde 946 afbeeldingen, dezelfde afbeeldingen zullen zijn als die op de laptop van de verdachte zijn aangetroffen. Dit aantal moet dan ook van de ongeveer 1900 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen worden afgetrokken.
Naar het oordeel van de rechtbank resteren dan ongeveer 1000 afbeeldingen en 5 filmpjes.
De tenlastegelegde periode
De raadsman heeft tevens bepleit dat de periode waarin de verdachte het kinderpornografisch materiaal in bezit heeft gehad moet worden ingekort, nu door de politie de begindatum van het bezit van het materiaal, te weten de ‘create date’ van de eerste video, is vastgesteld op 2 mei 2018. Ook zou de einddatum volgens de raadsman op 7 november 2018 moeten worden gesteld nu de verdachte tot die datum op het forum [naam 1] actief is geweest.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Blijkens het dossier was de eerste registratie van de verdachte op het forum [naam 1] op 8 maart 2018. Deze datum is, naar het oordeel van de rechtbank, dan ook de begindatum van de bewezenverklaarde periode. Deze periode eindigt vervolgens op 12 november 2018, de datum waarop de laptop van de verdachte in beslag is genomen.
Partiële vrijspraak
Vrijspraak op onderdelen
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte het kinderpornografisch materiaal heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd en/of uitgevoerd.
De verdachte wordt daarom van deze onderdelen van de tenlastelegging vrijgesproken.
Vrijspraak van gewoonte maken
Zoals reeds overwogen heeft de verdachte gedurende de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 kinderpornografisch materiaal verworven, in zijn bezit gehad en/of zich via het forum van [naam 1] daartoe toegang verschaft. In totaal gaat het om ongeveer 1000 afbeeldingen en 5 filmpjes. Nu het gaat om een periode van maximaal negen maanden en een relatief beperkt aantal kinderpornografische bestanden, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is geweest van het maken van een gewoonte. De rechtbank zal de verdachte dan ook van deze strafverzwarende omstandigheid vrijspreken.
Alles afwegende acht de rechtbank bewezen dat de verdachte in de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 meerdere malen kinderpornografisch materiaal heeft verworven, en in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe via het forum [naam 1] toegang heeft verschaft.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank vindt dat het feit volgens de wet bewezen kan worden en is er ook van overtuigd dat de verdachte dit bewezenverklaarde feit heeft gepleegd.
De tekst van de bewezenverklaring staat in bijlage 2 bij dit vonnis.

4.De strafbaarheid van de feiten

Het feit dat de verdachte heeft gepleegd, is een strafbaar feit. Uit niets blijkt dat dit feit niet strafbaar zou zijn.
In de beslissing staat hoe dit feit volgens de wet wordt beschreven.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is ook strafbaar voor het plegen van dit feit, omdat nergens uit volgt dat de verdachte niet strafbaar is.
De psycholoog en de psychiater die de verdachte hebben onderzocht, zijn van mening dat het feit in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend vanwege de stoornissen die bij de verdachte zijn vastgesteld en die er ook al waren op het moment van het feit.
De rechtbank zal hier bij de strafoplegging rekening mee houden.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte zal veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 7 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie heeft de rechtbank gevraagd om de bijzondere voorwaarden op te leggen, die door de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) in het rapport van 11 maart 2019 zijn geadviseerd, maar daarnaast een extra voorwaarde betreffende het gedrag op te leggen, te weten het controleren van de gegevensdragers van de verdachte op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal, door de jeugdreclassering in samenwerking met de politie.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman kan zich vinden in de eis van de officier van justitie.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Om te bepalen welke straf voor de verdachte gepast is, kijkt de rechtbank naar de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en ook naar de persoon van de verdachte.
De ernst van het feit
De verdachte heeft kinderporno verworven en in zijn bezit gehad. Bij het maken van kinderpornografisch materiaal worden kinderen seksueel misbruikt. Dat misbruik kan zeer nadelige en langdurige psychische, emotionele en lichamelijk gevolgen hebben voor de betrokken kinderen en zij kunnen hierdoor ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Door het downloaden van door anderen gemaakte kinderpornografische afbeeldingen heeft de verdachte er toe bijgedragen en bevorderd dat deze verwerpelijke praktijken in stand worden gehouden.
De persoon van de verdachte
De verdachte is nog niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten.
De verdachte is onderzocht door [naam 2] , klinisch psycholoog, en [naam 3] , kinder- en jeugd psychiater. In deze rapporten leest de rechtbank dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van ADHD (van het gecombineerde type), een andere gespecificeerde parafiele (seksuele) stoornis, polydruggebruik, een ouder-kindrelatieprobleem en somberheidsklachten.
De kans op herhaling wordt als verhoogd ingeschat.
De psycholoog en psychiater adviseren aan de verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met als voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering, het volgen van een individueel behandeltraject bij een forensische polikliniek die gespecialiseerd is in zedenzaken, het voortzetten van de medicamenteuze behandeling voor ADHD, het monitoren van het drugsgebruik door middel van urinecontroles en het voortzetten van de huidige structuur van de justitiële jeugdinrichting door het inzetten van een avondklok.
De psycholoog adviseert ook de outreachende gezinstherapie FAST van De Waag.
De Raad adviseert in het meest recente rapport d.d. 11 maart 2019 aan de verdachte een deels voorwaardelijke, deels onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijke gedeelte gelijk is aan het voorarrest, met als bijzondere voorwaarden begeleiding door de jeugdreclassering in het kader van de meldplicht, het meewerken aan een behandeling bij de Waag, het meewerken aan FAST en/of een ander programma gericht op gezinstherapie, het volgen van onderwijs of het meewerken aan het vinden van een dagbesteding, het meewerken aan urinecontroles en het zich, gelet op de overgang vanuit de geslotenheid van de justitiële jeugdinrichting naar openheid vanuit de thuissituatie, gedurende de eerste drie maanden van de proeftijd houden aan een avondklok. Ook de Raad acht het van belang dat de medicamenteuze behandeling voor ADHD wordt voortgezet.
Op de zitting is namens de Raad desgevraagd meegedeeld dat de door de officier van justitie voorgestelde controle van de gevensdragers van de verdachte op aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal een extra waarborg kan zijn om recidive te voorkomen.
Van de zijde van Stichting Jeugdbescherming west is aangegeven dat het gezin is aangemeld bij De Waag, maar dat er een korte wachtlijst is om aan FAST te kunnen beginnen. Ook is meegedeeld dat de verdachte weer welkom is op school.
De op te leggen straf
De rechtbank komt tot de volgende straf. Zij houdt daarbij rekening met de ernst van het feit, de oriëntatiepunten die gelden voor jeugdigen in soortgelijke gevallen, het advies van deskundigen en van de Raad en de informatie van de jeugdreclassering.
Ook de vrijspraak van sommige onderdelen van de tenlastelegging en van de strafverzwarende omstandigheid zijn bij de strafoplegging meegenomen.
De rechtbank kan zich vinden in de geadviseerde straf en zal de verdachte dan ook
jeugddetentie opleggen. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, wordt hiervan afgetrokken.
De rechtbank heeft de verdacht op 21 maart 2019 onmiddellijk in vrijheid gesteld.
De rechtbank zal een deel van de jeugddetentie voorwaardelijk opleggen om de behandeling van de verdachte zeker te stellen en om te voorkomen dat hij in de toekomst weer strafbare feiten pleegt. De verdachte hoeft dit deel van de straf alleen uit te zitten als hij zich gedurende de proeftijd van 2 jaar niet aan bepaalde voorwaarden houdt. De rechtbank sluit wat betreft de voorwaarden aan bij het advies van de Raad, maar zal ook de door de officier van justitie gevorderde controle van de gevensdragers van de verdachte op aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal opleggen.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De straf is gebaseerd op de artikelen:
77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals ze golden op het moment dat de feiten gepleegd werden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het hem ten laste gelegde feit;
de wettelijke kwalificaties van dit feit is:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is
betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen,
meermalen gepleegd;
verklaart dit feit en de verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
jeugddetentie voor de duur van 7 MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht hier vanaf getrokken moet worden, tenzij dat al bij een andere straf is gedaan;
bepaalt dat
4 MAANDENvan deze jeugddetentie niet ten uitvoer zullen worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die
2 jaaris, houdt aan de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij voor het vaststellen van zijn identiteit zal meewerken aan het nemen van
vingerafdrukken of een identiteitsbewijs (artikel 1 Wet op de identificatieplicht) zal laten
inzien;
3. dat hij zal meewerken aan het toezicht door de jeugdreclassering en aan huisbezoeken
(artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht);
4. dat hij zich zal melden bij de jeugdreclassering, op momenten waarop zij dat willen en
zolang zij dat willen;
5. dat hij gedurende de eerste drie maanden van de proeftijd tussen 18.00 uur en 07.00 uur
thuis zal zijn op de [adres] , dit in overleg met de
jeugdreclassering;
6. dat hij zich onder behandeling zal stellen van De Waag (in het bijzonder een behandeling
zoals SGG) of van een soortgelijke instelling;
7. dat hij zal meewerken aan FAST of een ander programma gericht op gezinstherapie;
8. dat hij onderwijs zal volgen of zal meewerken aan het vinden en behouden van een
zinvolle dagbesteding;
9. dat hij zal meewerken aan urineonderzoek als controle op (soft)drugsgebruik;
10. dat hij wordt verplicht zich gedurende de proeftijd te onthouden van:
( a) gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch
materiaal kan worden verkregen en
( b) gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen
met kinderen wordt gecommuniceerd.
Ten behoeve van de naleving van deze laatstgenoemde verplichting is de veroordeelde verder verplicht zijn medewerking te verlenen aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers.
De (jeugd)reclassering bepaalt in welke gevallen, op welke manier, door wie en wanneer de feitelijke controle plaatsvindt.
De medewerking dient uit het volgende te bestaan:
a. de veroordeelde moet maximaal tweemaal per jaar in het kader van die controle aan de reclassering en eventueel door de (jeugd)reclassering uitgenodigde politiemedewerkers de toegang verschaffen tot zijn woning;
b. de veroordeelde moet dan op verzoek van de reclassering al zijn digitale gegevensdragers ter beschikking stellen dan wel overhandigen aan de (jeugd)reclasserings- of politiemedewerkers;
c. de veroordeelde moet de (jeugd)reclassering dan wel de door hen uitgenodigde politiemedewerkers de toegang verschaffen tot alle aanwezige digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld door het geven van de benodigde wachtwoorden.
De rechtbank geeft de
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, opdracht om erop toe te zien dat de veroordeelde zich zal houden aan de voorwaarden en om hem daarbij te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, voorzitter,
mr. C.F. Mewe, kinderrechter,
mr. A.M.A. Keulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 april 2019.
Bijlagen:
1) de tenlastelegging
2) de bewezenverklaring
Bijlage 1. De tenlastelegging
Aan bovenbedoeld gedagvaarde persoon is tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 te Oude Wetering, gemeente Kaag en Braassem, althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal, telkens
(een) afbeelding(en) en/of filmbestand(en) en/of gegevensdrager(s) (te weten een mobiele telefoon en/of een externe harddisk en/of een laptop en/of een USB stick), -, bevattende een of meer afbeelding(en) en/of filmbestand(en) - van (een) seksuele gedraging(en), bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) en/of filmbestand(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken (telkens)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven althans in elk geval in het bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmakong
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit onder andere:
et oraal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s) en/of hand en/of de mond en/of de tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s) en/ofhand en/of de mond en/of de tong) van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
[bestandsnaam]
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s) en/of hand en/of de mond en/of de tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s) en/of hand en/of de mond en/of de tong)
[bestandsnaam]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het
camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeeling (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of
strekt tot seksuele prikkeling
[bestandsnaam]
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam en/of het hoofd/haar van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt terwijl op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is (waarbij) de afbeelding (aldus)
(telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
[bestandsnaam]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Bijlage 2. De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat:
dat hij in de periode van 8 maart 2018 tot en met 12 november 2018 te Oude Wetering, gemeente Kaag en Braassem, meermalen telkens afbeeldingen en filmbestanden en gegevensdragers (te weten een mobiele telefoon en een externe harddisk en een laptop) bevattende afbeeldingen en filmbestanden van seksuele gedragingen bij welke vorenbedoelde afbeeldingen en filmbestanden telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar was betrokken,
heeft verworven, althans in het bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit onder andere:
het anaal penetreren met een vinger van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ( [bestandsnaam] )
en
het anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ( [bestandsnaam] )
en
het betasten van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de vingers ( [bestandsnaam] )
en
het gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarbij door de onnatuurlijke pose nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld worden gebracht, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam] )
en
het houden van een penis naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt terwijl op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie is te zien, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] ).
Eventuele taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet benadeeld.