In deze zaak heeft eiseres, een staatloze Palestijn afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) werd afgewezen. De rechtbank heeft de behandeling van het beroep op 13 maart 2019 gehouden, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. R. Deniz. De staatssecretaris was niet verschenen. Eiseres heeft betoogd dat er sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie met haar zoon, die in Nederland verblijft en haar referent is. De rechtbank heeft overwogen dat volgens de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een beschermenswaardig gezinsleven tussen ouders en meerderjarige kinderen alleen kan worden aangenomen als er bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de feitelijke omstandigheden, zoals de medische klachten van eiseres en haar leeftijd, die haar afhankelijkheid van haar zoon onderbouwen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en niet deugdelijk is gemotiveerd. Daarom heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en moet het griffierecht worden vergoed.