ECLI:NL:RBDHA:2019:3167
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang na vertrek vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2019 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de afwijzing van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, van Somalische nationaliteit, had op 9 augustus 2018 een asielaanvraag ingediend, maar heeft op 23 januari 2019 zelfstandig de asielopvang verlaten. De gemachtigde van de eiser heeft op 13 februari 2019 aangegeven dat er tijdelijk geen contact meer met de eiser is en dat hij niet weet waar de eiser zich momenteel bevindt.
Tijdens de zitting op 28 februari 2019 is de eiser, met voorafgaand bericht, niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft op basis van de feiten en omstandigheden geconcludeerd dat de eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep, aangezien hij niet meer bereikbaar is en de asielopvang heeft verlaten.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier J.A.B. Koens, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.