3.4De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, onder b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) opgenomen bestanddeel "afkomstig uit enig misdrijf", niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien door het openbaar ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft waaruit blijkt dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.
De rechtbank leidt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden af.
Op 6 juli 2017 zijn de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden voor hun woning aan de [adres] in Den Haag. Op dat moment waren zij bezig met het inladen van hun auto om op vakantie te gaan naar Bulgarije.Hierna heeft een doorzoeking plaatsgevonden van de woning. Tijdens de doorzoeking is in de slaapkamer voorbij de keuken een handtas aangetroffen met daarin een geldbedrag. In de slaapkamer achter de tweede deur aan de rechterzijde van de gang zijn verschillende biljetten aangetroffen. In totaal is in de woning een geldbedrag van € 5.070,00 aangetroffen.
Op diezelfde dag is onder de verdachte een personenauto van het merk Mercedes en met het Bulgaarse [kenteken] in beslag genomen.Uit nader onderzoek is gebleken dat de verdachte de auto op 10 november 2016 heeft gekocht van [bedrijf] voor een bedrag van € 32.523,00. De auto had op dat moment een ander kenteken, te weten [kenteken] . De verdachte heeft een bedrag van € 14.950,00 contant betaald en een bedrag van € 12.550,00 gepind. Het gepinde bedrag is afkomstig van een rekening bij de ING-bank en staat op naam van de verdachte.Een bedrag van € 5.023,00 is betaald door [bedrijf] ., een bedrijf dat auto’s exporteert. De auto is op 7 november 2016 overgegaan van [bedrijf] naar [bedrijf] . De auto is hierna door de verdachte aangemeld voor export. Het voertuig staat sinds 5 december 2016 op zijn naam. De auto is hierna uitgevoerd naar Bulgarije en heeft sinds 12 april 2017 voornoemd Bulgaars kenteken.
De verdachte heeft verklaard dat hij de auto heeft gekocht in november 2016 voor € 27.500,00. Hij heeft de helft betaald via zijn bankrekening en de andere helft cash. Van deze auto heeft hij ook gebruik gemaakt.
De politie heeft ook onderzoek gedaan naar de inkomstenbronnen van de verdachte. Uit de opgevraagde gegevens van de Belastingdienst is gebleken dat de verdachte in 2016 en 2017 een rekeninkomen heeft gehad van € 12.296,00 en € 12.654,00. Dit waren inkomsten uit zogenaamde aangevraagde toeslagen. De verdachte had verder geen legale opbrengsten/inkomsten in die periode. Wel heeft hij in de periode van 2012 – 2016 zeventien personenauto’s op zijn naam gehad.Ook in Bulgarije heeft de verdachte geen geregistreerde arbeidsovereenkomsten gehad.
Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat de auto en het aangetroffen geld uit enig misdrijf afkomstig zijn. Dat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft waaruit blijkt dat de voorwerpen niet van misdrijf afkomstig zijn.
Verklaring van de verdachte (alternatief scenario)
Bij de politie en ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij geen officiële documenten kan overleggen met betrekking tot zijn inkomen. De € 4.000,00 die in de woning is aangetroffen in de tas van zijn vrouw, medeverdachte [medeverdachte 1] , heeft hij samen met haar gespaard. Dit geld was bedoeld om uit te geven tijdens hun aankomende vakantie in Bulgarije. Zijn inkomsten zijn voornamelijk afkomstig uit de verhuur van twee kamers van zijn woning, het vervoeren van mensen (onder andere naar Schiphol) en het verhuren van auto’s. In Bulgarije heeft hij daarnaast een flink geldbedrag gewonnen. Verder heeft de verdachte een erfenis, bestaande uit gouden juwelen en munten, van zijn moeder gekregen. De munten heeft hij verkocht voor bedragen van € 5.000, € 7.500 en € 10.000. Van dit geld heeft hij auto’s gekocht. In Nederland is hij oproepkracht geweest voor € 50/60/70 per dag. Voor welk bedrijf dit was, weet hij niet meer. Ook zou hij verschillende keren een auto hebben gekregen. Verder heeft de verdachte verklaard dat hij auto’s koopt en verkoopt. Daarnaast heeft hij twee auto’s op naam staan: een Mercedes en een Renault Laguna. Aan eten en drinken geeft hij ongeveer € 500,00 à 600,00 euro per maand uit, zijn huurkosten bedragen € 650,00 per maand en aan gas en licht geeft hij € 90,00 euro per maand uit.
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat gelet op de verklaring van de verdachte een voldoende duidelijk alternatief scenario is geschetst. Dat de verdachte in auto’s handelde, blijkt onder andere uit het feit dat hij 17 auto’s op zijn naam heeft gehad. De verdachte heeft een van de auto’s (een BMW) recent voor € 20.000,00 verkocht en ook zijn er sterke aanwijzingen dat de verdachte een Renault Laguna heeft verkocht. Een andere Renault Laguna is door de verdachte verhuurd. Uit de melding van overbewoning kan daarnaast worden opgemaakt dat de verdachte wel degelijk kamers van zijn woning heeft verhuurd. Dat de verdachte hiervan geen stukken kan overhandigen komt doordat hij dit doet zonder bedrijfstitel of overeenkomst.
Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank het vermoeden van witwassen onvoldoende weerlegd. De verklaring van de verdachte over de herkomst van het aangetroffen geldbedrag en het geld waarmee de auto is betaald, is niet consistent, - mede gelet op het inkomen en de gemiddelde uitgaven van de verdachte per maand - niet waarschijnlijk, en op essentiële onderdelen niet verifieerbaar. Dat de verdachte kamers verhuurde wordt bovendien weersproken door zijn dochter die als getuige door de rechter-commissaris is gehoord. De verdachte heeft geen enkele administratie bijgehouden van zijn activiteiten. Namen van werkgevers, kopers of huurders heeft hij niet kunnen geven. Los daarvan bevat het dossier geen enkele aanwijzing voor eventuele verkoop en verhuur van auto’s, verhuur van kamers, het verrichten van arbeid en de ontvangst van een erfenis of het winnen van een groot geld bedrag in Bulgarije.
De rechtbank is van oordeel dat – gelet op voorgaande – het niet anders kan zijn dan dat de auto en het aangetroffen contante geld, middellijk of onmiddellijk, afkomstig zijn uit enig misdrijf en dat de verdachte daarvan op de hoogte was.
Medeplegen
Gelet op de verklaring van de verdachte dat hij het in de woning aangetroffen geld samen met zijn vrouw heeft gespaard en dat dit bedoeld was voor hun aankomende vakantie naar Bulgarije, is de rechtbank van oordeel dat er met betrekking tot het geld sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank weegt hierbij mee dat het grootste deel van het geld is aangetroffen in de tas van medeverdachte [medeverdachte 1] . Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Ten aanzien van de auto is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] niet is komen vast te staan. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande het onder 1 tenlastegelegde medeplegen van witwassen van het geldbedrag en het witwassen van een auto bewezen.
Feit 2 – opzetheling iPad en iPhone
Op 2 juli 2017 heeft [aangever] (hierna: [aangever] ) aangifte gedaan van diefstal van haar mobiele telefoon, een iPhone 7 met het IMEI-nummer [IMEI nummer] , in Amersfoort. Zij heeft verklaard dat de telefoon tussen 10.30 en 14.00 uur uit haar tas is weggenomen en dat zij hier niets van heeft gemerkt.
Niet ter discussie staat dat deze telefoon, naast vier andere telefoons, op 6 juli 2017 in de auto van de verdachte is aangetroffen. De telefoon is aangetroffen tussen etenswaren in een opgerolde plastictas in een koeltas.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat een huurster van de kamers in zijn woning deze telefoon heeft laten liggen. De kamer heeft hij ongeveer twee jaar geleden verhuurd. Hij wist niet dat de telefoon van diefstal afkomstig was.
Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn onder de verdachte drie laptops in beslag genomen, te weten een Acer Aspire [nummer] , Acer [nummer] en Acer [nummer] .
Op de laptop Acer Aspire [nummer] is een bestand aangetroffen met de naam ‘ [bestandsnaam] ’. Bij nader onderzoek van dit bestand bleek dat er 666 iPhone telefoons fysiek aan de laptop gekoppeld zijn geweest. Van deze iPhone telefoons bleken er 238 als gestolen geregistreerd te staan. De politie heeft een overzicht (Excelbestand) gemaakt waarop alle IMEI-nummers die gekoppeld zijn geweest aan de laptop van de verdachte zijn vermeld. Uit dit overzicht blijkt dat de telefoon van aangeefster [aangever] ook aangesloten is geweest op de laptop van de verdachte.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig nu de iPhone vier dagen na de diefstal in de kofferbak van de auto van de verdachte is aangetroffen. De iPhone leek daar verstopt in een plastic tas in een koeltas tussen etenswaren. Bovendien is de iPhone aangesloten geweest op de laptop van de verdachte. De verdachte heeft geen enkel concreet aanknopingspunt voor identificatie van de huurster gegeven. Daar komt bij dat de verdachte heeft verklaard dat de huurster twee jaar geleden een kamer bij hem huurde, terwijl de iPhone pas kort geleden is gestolen. Nu de verdachte ongeloofwaardig heeft verklaard over de wijze van verkrijgen van de iPhone gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte op het moment dat hij deze heeft verkregen wist dat hij van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht daarmee de opzetheling van de iPhone bewezen.
Medeplegen
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten niet is komen vast te staan. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
Op 1 september 2015 heeft [aangever] aangifte gedaan van diefstal van haar iPad Mini. Niet ter discussie staat dat deze iPad tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 6 juli 2017 in de tas van zijn vrouw, medeverdachte [medeverdachte 1] , is aangetroffen.
De verdachte heeft zowel bij de politie als tijdens het onder ter terechtzitting verklaard dat hij de iPad twee jaar geleden op marktplaats heeft gekocht voor zijn zoon.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van de verdachte niet als onaannemelijk ter zijde kan worden geschoven en zal de verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Feit 3 – criminele organisatie
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat feit 3 niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
Feit 4 – gewoonte maken van opzetheling
Vanaf januari 2017 zijn er diverse aangiftes gedaan van diefstal van voornamelijk iPhone telefoons. De hieronder genoemde aangevers hebben allen – kort gezegd – verklaard dat hun telefoon op de hierna genoemde dag en datum is weggenomen. De aangiftes (inclusief vindplaats in het dossier) worden hieronder schematisch weergegeven.
Tenlastelegging
(vermeld onder nummer)
Vindplaats aangifte in het dossier (pagina)
Naam
aangever
Datum en plaats diefstal
IMEI-nummer
1.
12
[aangever]
17 februari 2017
[IMEI nummer]
2.
13
[aangever]
28 maart 2017
[IMEI nummer]
3.
25
[aangever]
27 januari 2017
[IMEI nummer]
5.
146
[aangever]
17 februari 2017
[IMEI nummer]
6.
156
[aangever]
20 februari 2017
[IMEI nummer]
7.
167
[aangever]
1 juli 2017
[IMEI nummer]
8.
464
[aangever]
10 maart 2016
[IMEI nummer]
9.
469
[aangever]
25 januari 2017
[IMEI nummer]
10.
474
[aangever]
15 februari 2017
[IMEI nummer]
11.
490
[aangever]
6 december 2016
[IMEI nummer]
12.
495
[aangever]
8 maart 2017
[IMEI nummer]
13.
498
[aangever]
29 maart 2017
[IMEI nummer]
14.
503
[aangever]
8 juni 2017
[IMEI nummer]
15.
506
[aangever]
18 april 2017
[IMEI nummer]
16.
509
[aangever]
1 juni 2017
[IMEI nummer]
17.
536
[aangever]
1 maart 2016
[IMEI nummer]
18.
539
[aangever]
17 april 2016
[IMEI nummer]
19.
554
[aangever]
8 februari 2017
[IMEI nummer]
20.
558
[aangever]
18 april 2017
[IMEI nummer]
21.
564
[aangever]
9 juni 2017
[IMEI nummer]
22.
571
[aangever]
14 februari 2017
[IMEI nummer]
23.
575
[aangever]
11 maart 2017
[IMEI nummer]
24.
577
[aangever]
13 april 2017
[IMEI nummer]
25.
580
[aangever]
15 april 2017
[IMEI nummer]
26.
583
[aangever]
2 februari 2017
[IMEI nummer]
27.
587
[aangever]
27 februari 2017
[IMEI nummer]
28.
590
[aangever]
8 april 2017
[IMEI nummer]
29.
593
[aangever]
4 april 2017
[IMEI nummer]
30.
596
[aangever]
13 maart 2017
[IMEI nummer]
31.
603
[aangever]
28 maart 2017
[IMEI nummer]
32.
991
[aangever]
13 februari 2016
[IMEI nummer]
Onderzoek laptops van de verdachte
Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn drie laptops in beslag genomen, te weten een Acer Aspire [nummer] , Acer [nummer] en Acer [nummer] .
Op de laptop Acer Aspire [nummer] van de verdachte is een bestand aangetroffen met de naam ‘ [bestandsnaam] ’. Bij nader onderzoek van dit bestand bleek dat er 666 iPhone telefoons fysiek aan de laptop gekoppeld zijn geweest. Van deze iPhone telefoons bleken er 238 als gestolen geregistreerd te staan. De politie heeft een overzicht (Excelbestand) gemaakt waarop alle e IMEI-nummers die gekoppeld zijn geweest aan de laptop van de verdachte zijn vermeld. Uit dit overzicht blijkt dat de telefoons van aangevers [aangever] (nr.1), [aangever] (diefstal 28 maart 2017, nr. 2), [aangever] (nr. 3), [aangever] (nr. 5), [aangever] (nr. 6), [aangever] (nr. 8), [aangever] (nr. 9), [aangever] (nr. 10), [aangever] (nr. 11), [aangever] (nr. 12), [aangever] (nr. 13), [aangever] (nr. 14), [aangever] (nr. 15), [aangever] (nr. 16), [aangever] (nr. 17), [aangever] (nr. 18), [aangever] (nr. 19), [aangever] (nr. 20), [aangever] (nr. 21), [aangever] (nr. 22), [aangever] (nr. 23), [aangever] (nr. 24), [aangever] (nr. 26), [aangever] (nr. 27), [aangever] (nr. 29), [aangever] (nr. 30), [aangever] (nr. 31) en [aangever] (nr. 32) aangesloten zijn geweest op de laptop van de verdachte.
Op de laptop Acer [nummer] van de verdachte is eveneens een bestand aangetroffen met de naam ‘ [bestandsnaam] ’. Bij nader onderzoek van dit bestand bleek dat er 42 iPhone telefoons fysiek gekoppeld zijn geweest aan de laptop. Van deze iPhone telefoons bleken er 13 als gestolen geregisterd te staan. Ook hiervan heeft de politie een overzicht gemaakt. Uit dit overzicht blijkt dat de telefoon van aangever [aangever] (nr. 28) aangesloten is geweest aan de laptop van de verdachte.
Tot slot is onderzoek verricht aan de laptop Acer [nummer] van de verdachte. Ook op deze laptop is een bestand aangetroffen met de naam ‘ [bestandsnaam] ’. Bij nader onderzoek van dit bestand bleek dat er 15 iPhone telefoons fysiek gekoppeld zijn geweest aan de laptop. Van deze iPhone telefoons bleken er twee als gestolen geregistreerd te staan. De politie heeft ook hiervan een overzicht gemaakt.
Uit verder onderzoek aan de laptop Acer Aspire [nummer] is gebleken dat er in februari 2017 software op de laptop was geïnstalleerd (en ook weer was verwijderd) specifiek bedoeld voor het breken van telefoonwachtwoorden. Sinds 29 september 2015 staat het programma [naam] op de laptop, eveneens een programma voor het inbreken/ontgrendelen van wachtwoorden van mobiele telefoons.
Onderzoek auto van de verdachte
Tijdens de doorzoeking van de auto van de verdachte is in de achterbak in een in een koeltas verstopte tas tussen etenswaren de mobiele telefoon van aangever [aangever] (nr. 7) aangetroffen.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij telefoons repareerde. Hij verving bijvoorbeeld een kapot schermpje of veranderde de instellingen van de telefoon van Nederlandse instellingen naar Bulgaarse instellingen. Hij wist niet dat de telefoons van diefstal afkomstig waren. Als hij dit wel had geweten, had hij de telefoons nooit aangesloten op zijn laptop. Over de aangetroffen telefoon van aangever [aangever] (nr. 7) in zijn auto heeft de verdachte verklaard dat deze afkomstig was een van zijn huursters, die de telefoon ongeveer twee jaar geleden in de woning heeft laten liggen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat de verdachte zich ten aanzien van de onder 1 tot en met 3 en 5 tot en met 32 genummerde telefoons schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. Deze telefoons zijn alle gestolen en gekoppeld geweest aan de laptops van de verdachte. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte dat hij niet wist dat de telefoons van diefstal afkomstig waren niet aannemelijk. Het dossier bevat geen enkele aanwijzing dat de verdachte zich bezig heeft gehouden met het repareren van telefoons. Integendeel, op een van de laptops van de verdachte is software aangetroffen waarmee wachtwoorden van telefoons kunnen worden ontgrendeld. Dergelijke software is niet noodzakelijk bij de reparatie van eerlijk verkregen mobiele telefoons. Daar komt bij dat naar het oordeel van de rechtbank de plek waar de telefoon van aangever [aangever] (nr. 7) is aangetroffen, op zijn minst genomen een opmerkelijke plek is om een telefoon te bewaren.
Gelet op dit alles is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de telefoons op de hoogte was dat deze van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank acht de ten laste gelegde opzetheling dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de in de tenlastelegging onder 4 tenlastegelegde telefoon overweegt de rechtbank dat deze niet terug te vinden is in de overzichten van de aan de laptop van de verdachte gekoppelde telefoons. Aldus kan niet worden vastgesteld dat de verdachte deze telefoon voorhanden heeft gehad. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Ten aanzien van de in de tenlastelegging onder 33 genummerde telefoon bevat het dossier geen aangifte zodat niet kan worden vastgesteld dat deze telefoon afkomstig is geweest van diefstal. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Gewoonte
Uit onderzoek aan de laptops van de verdachte is gebleken dat er in totaal 723 iPhone toestellen fysiek aangesloten zijn geweest (666 (Acer [nummer] ) +42 (Acer [nummer] ) +15 (Acer [nummer] )). Van deze iPhone toestellen bleken in totaal 253 toestellen als gestolen geregistreerd te staan.Van de 253 gestolen toestellen zijn in ieder geval 32 toestellen in de ten laste gelegde periode weggenomen. Dit in combinatie met de lange pleegperiode maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is geweest van gewoonteheling.