In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 19 maart 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een Albanese vreemdeling en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris, waarbij hem een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van één jaar was opgelegd. Dit besluit was gebaseerd op het standpunt van de Staatssecretaris dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf meer had, omdat hij verdacht werd van een strafbaar feit. De vreemdeling betwistte dit en voerde aan dat de Staatssecretaris niet enkel op basis van de verdenking had mogen concluderen dat hij een gevaar voor de openbare orde vormde. Hij stelde dat er een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor de openbare orde moest zijn, wat volgens hem niet was aangetoond.
De rechtbank overwoog dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) op 6 juni 2018 prejudiciële vragen had gesteld over de motivering van het begrip 'openbare orde' in het kader van de Schengengrenscode. De rechtbank volgde het voorlopige oordeel van de ABRvS dat voor het beëindigen van de vrije termijn een minder ingrijpende maatregel is dan andere maatregelen die verband houden met het begrip 'openbare orde'. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende gronden had om te concluderen dat de vreemdeling een gevaar voor de openbare orde vormde, en dat de motivering van het besluit niet aan de eisen voldeed.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de vreemdeling ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de vreemdeling niet kon aantonen dat hij rechtmatig verblijf had en dat de Staatssecretaris terecht een inreisverbod had opgelegd. De rechtbank concludeerde dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat de vreemdeling zich aan het toezicht zou onttrekken, en dat hij geen recht had op een termijn voor vrijwillig vertrek. De uitspraak werd gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier S. Brussaard.