Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 18 april 2017 ingekomen verzoekschrift van:
[X]
[Y] ,
Procedure
Verdere beoordeling rechtbank
aan de vrouwte betalen bedrag gelet op al het voorgaande nu dus vaststellen op in totaal en per saldo (275.000 + 15.000 + 170.000 – 43.109 – 1.600 = 415.291 x 50% =)
€ 207.645,50.De advocaat van de man is akkoord gegaan of heeft althans geen verweer gevoerd tegen de door de advocaat van de vrouw in haar brief van 18 oktober 2018 verzochte uiterste betalingstermijn van twee maanden na de datum van deze eindbeschikking. De rechtbank zal daarom aldus beslissen.
€ 4.000,- aan de vrouwzal vergoeden en dat de man de netto huuropbrengsten per 1 september 2018 geheel zelf mag behouden. Dit alles omdat de rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst per 1 september 2018 aan de man zullen worden toegedeeld.
€ 108.344,50 aan de vrouwzal moeten betalen.
€ 10.877,50 aan de manzal moeten betalen. De rechtbank zal aldus beslissen.
€ 4.767,- aan de vrouwzal moeten betalen.
€ 550,- aan de vrouwzal moeten betalen.
€ 4.785,50 aan de vrouwzal moeten betalen.
€ 22.430,- aan de vrouwzal moeten betalen.
€ 8.906,50 aan de manbetalen.
€ 346.028,50 aan de vrouwzal moeten betalen. De rechtbank zal, zoals ter zitting van 2 november 2018 al is besproken en zoals ook volgt uit de desbetreffende overwegingen op de bladzijden 4 en 5 van deze eindbeschikking, de man wegens overbedeling nu veroordelen om binnen twee maanden na de datum van deze eindbeschikking per saldo
€ 346.028,50aan de vrouw te betalen, zulks ook bij wijze van executoriale titel voor de vrouw. De rechtbank zal deze gehele eindbeschikking ook zoals verzocht zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
Beslissingen
€ 346.028,50aan de vrouw te betalen binnen twee maanden na de datum van deze beschikking van de rechtbank;