ECLI:NL:RBDHA:2019:2615
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en handhaving inreisverbod van Turkse nationaliteit houder betrokken bij Gülen-beweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Turkse nationaliteit houder, een asielaanvraag had ingediend. Eiser had eerder rechtmatig verblijf in Nederland, maar zijn verblijfsvergunning was in 2012 ingetrokken en er was een inreisverbod opgelegd. Eiser heeft op 29 april 2017 een nieuwe asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelde dat hij gezocht werd door de Turkse autoriteiten vanwege zijn betrokkenheid bij de Gülen-beweging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van eiser door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig waren, maar dat zijn verklaringen over zijn betrokkenheid bij de Gülen-beweging ongeloofwaardig waren. Eiser had tijdens het nader gehoor niet voldoende informatie kunnen geven over het gedachtegoed van de beweging, wat zijn geloofwaardigheid ondermijnde. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt had gesteld dat de asielaanvraag niet aannemelijk was. Eiser had ook geen objectieve bewijsstukken overgelegd die zijn vrees voor vervolging onderbouwden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.