ECLI:NL:RBDHA:2019:2537
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vorderingen tot schadevergoeding wegens brandschade in kas; kwalificatie overeenkomst als huurovereenkomst of bewaarneming
In deze zaak vorderde [naam B.V.] B.V. schadevergoeding van De Zonnebloem na een brand in de kas waar planten van [naam B.V.] B.V. stonden. De brand vond plaats in de nacht van 27 op 28 november 2016 en leidde tot aanzienlijke schade aan de planten. De kantonrechter diende te beoordelen of de overeenkomst tussen partijen gekwalificeerd moest worden als een huurovereenkomst of als een bewaarneming. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst niet als bewaarneming kon worden gekwalificeerd, omdat De Zonnebloem niet zelf de zorg voor de planten had, maar handelde op instructie van [betrokkene 1]. De kantonrechter concludeerde dat de overeenkomst een gemengde overeenkomst van huur en opdracht was. De vorderingen van [naam B.V.] B.V. werden afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat de brand was veroorzaakt door een gebrekkige schakelkast. De Zonnebloem had geen feiten gesteld die erop wezen dat de brand te wijten was aan [naam B.V.] B.V. De kantonrechter oordeelde dat beide partijen in het ongelijk waren gesteld en veroordeelde hen in de proceskosten.