In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vereniging van eigenaren (VvE) en Vink Vastgoed Nootdorp B.V. De VvE vorderde betaling van achterstallige voorschotbedragen van Vink Vastgoed Nootdorp, die als lid van de VvE verplicht was om bij te dragen aan de kosten van de vereniging. De VvE stelde dat Vink Vastgoed Nootdorp een bedrag van € 10.588,23 aan voorschotbedragen verschuldigd was, met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. Vink Vastgoed Nootdorp verweerde zich tegen deze vordering en stelde dat de VvE een onjuiste verdeelsleutel hanteerde bij de berekening van de voorschotbedragen.
De kantonrechter oordeelde dat Vink Vastgoed Nootdorp van rechtswege lid was van de VvE en daarom gehouden was de bepalingen van de splitsingsakte en het model splitsingsreglement na te leven. De rechter concludeerde dat Vink Vastgoed Nootdorp niet tijdig had verzocht om vernietiging van besluiten van de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VvE, waardoor de vordering van de VvE toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering in conventie toe en veroordeelde Vink Vastgoed Nootdorp in de kosten van de procedure.
De uitspraak bevestigde dat de termijn van 30 dagen voor het indienen van een verzoek tot vernietiging van besluiten geldt voor alle leden van de VvE, inclusief Vink Vastgoed Nootdorp. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VvE direct recht had op betaling van het verschuldigde bedrag, ondanks eventuele hoger beroep procedures.