ECLI:NL:RBDHA:2019:2331

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
12 maart 2019
Zaaknummer
6967234 \ RL EXPL 18-12500
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van voorschotbedragen door VvE aan Vink Vastgoed Nootdorp

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vereniging van eigenaren (VvE) en Vink Vastgoed Nootdorp B.V. De VvE vorderde betaling van achterstallige voorschotbedragen van Vink Vastgoed Nootdorp, die als lid van de VvE verplicht was om bij te dragen aan de kosten van de vereniging. De VvE stelde dat Vink Vastgoed Nootdorp een bedrag van € 10.588,23 aan voorschotbedragen verschuldigd was, met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding. Vink Vastgoed Nootdorp verweerde zich tegen deze vordering en stelde dat de VvE een onjuiste verdeelsleutel hanteerde bij de berekening van de voorschotbedragen.

De kantonrechter oordeelde dat Vink Vastgoed Nootdorp van rechtswege lid was van de VvE en daarom gehouden was de bepalingen van de splitsingsakte en het model splitsingsreglement na te leven. De rechter concludeerde dat Vink Vastgoed Nootdorp niet tijdig had verzocht om vernietiging van besluiten van de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VvE, waardoor de vordering van de VvE toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering in conventie toe en veroordeelde Vink Vastgoed Nootdorp in de kosten van de procedure.

De uitspraak bevestigde dat de termijn van 30 dagen voor het indienen van een verzoek tot vernietiging van besluiten geldt voor alle leden van de VvE, inclusief Vink Vastgoed Nootdorp. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VvE direct recht had op betaling van het verschuldigde bedrag, ondanks eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Zittingsplaats 's-Gravenhage
vR
Rolnr. 6967234 \ RL EXPL 18-12500
14 februari 2019
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vereniging [naam vereniging],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. Y.H. van Ballegooijen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vink Vastgoed Nootdorp B.V.,
gevestigd te Nootdorp, gemeente Pijnacker-Nootdorp,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
procederend in persoon [gemachtigde] .
Partijen worden aangeduid als VvE en Vink Vastgoed Nootdorp.
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 1 juni 2018, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
  • de brieven van Vink Vastgoed Nootdorp van respectievelijk 22 juni 2018, 10 juli 2018, 4 september 2018 en 17 september 2018, steeds met bijlagen;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met productie.
Na de conclusie van antwoord in conventie / eis in reconventie is een comparitie van partijen bepaald. Deze comparitie van partijen is gehouden op 26 september 2018. Op de zitting is deze zaak behandeld met de zaak met zaaknummer 6967373 /18-12515 waarin vergelijkbare rechtsvragen aan de orde zijn en VvE vergelijkbare vorderingen instelt. Door de griffier zijn aantekeningen gemaakt van wat ter zitting is besproken.
De uitspraak van het vonnis is vervolgens, na aanhouding, bepaald op heden.

1.Feiten in conventie en in reconventie

De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.
1.1
Bij akte van splitsing van 5 november 1963 is VvE opgericht. Hierbij is van toepassing verklaard het modelreglement van splitsing verleden op 3 september 1962 ten overstaan van notaris Gesner van der Voort te Delft.
1.2
Vink Vastgoed Nootdorp is eigenaar van het appartementsrecht gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] te [plaats] . Voormeld appartementsrecht maakt deel uit van het complex dat VvE vormt. Vink Vastgoed Nootdorp is van rechtswege lid van VvE.
1.3
Op grond van voormeld modelreglement en op grond van door de Algemene Ledenvergadering (ALV) van VvE genomen vergaderbesluiten zijn eigenaren, en dus ook Vink Vastgoed Nootdorp, voorschotbedragen dan wel bijdragen aan VvE verschuldigd.
1.4
Vink Vastgoed Nootdorp heeft de door de ALV vastgestelde voorschotbedragen dan wel bijdragen tot en met mei 2018 tot een bedrag van € 9.310,42 onbetaald gelaten.
1.5
Voor de inning van achterstallige betalingen wordt jaarlijks bij vergaderbesluit van de ALV een incassoprocedure vastgesteld. In overeenstemming met die procedure heeft VvE Vink Vastgoed Nootdorp tweemaal aangemaand en eenmaal gesommeerd om tot betaling van de ontstane achterstand over te gaan.
1.6
VvE heeft haar vordering op Vink Vastgoed Nootdorp ter incassering uit handen gegeven. De incassogemachtigde heeft Vink Vastgoed Nootdorp gesommeerd tot betaling.
1.7
Tussen de leden van VvE is het te hanteren tarief ter zake van door VvE gemaakte buitengerechtelijke kosten overeengekomen. Gelet op de hoogte van de vordering bedragen de incassokosten in dit geval € 962,82 exclusief BTW, zijnde €1.277,81 inclusief BTW.

2.Vordering in conventie

VvE vordert dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Vink Vastgoed Nootdorp zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan VvE te betalen een bedrag van € 10.588,23, met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de voldoening. Daarnaast vordert VvE de veroordeling van Vink Vastgoed Nootdorp tot betaling van toekomstige termijnen van voorschotbetalingen en bijdragen ingaande juni 2018, een en ander met veroordeling van Vink Vastgoed Nootdorp in de kosten van de procedure.
VvE legt aan de vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag, alsmede de navolgende stellingen.
2.1
Vink Vastgoed Nootdorp is gehouden voormeld bedrag aan voorschotbedragen dan wel bijdragen tot een bedrag van €9.310,42 alsnog aan VvE te voldoen.
2.2
Vink Vastgoed Nootdorp is op grond van de toepasselijke incassoprocedure dan wel op de grond van de wet gehouden de door VvE gemaakte incassokosten ten bedrage van €1.277,81 inclusief BTW aan VvE te vergoeden.
2.3
Vink Vastgoed Nootdorp is in verzuim. VvE maakt daarom aanspraak op wettelijke rente ingaande de dag van de dagvaarding.
2.4
VvE vreest dat Vink Vastgoed Nootdorp ook de toekomstige verplichtingen niet zal voldoen vanaf juni 2018. VvE vordert daarom ook betaling van deze toekomstige termijnen. Ondanks aanmaningen daartoe door de gemachtigde van VvE heeft Vink Vastgoed Nootdorp de termijnen ingaande juni 2018 niet voldaan.

3.Verweer in conventie

Vink Vastgoed Nootdorp verweert zich tegen de vordering. Kern van dat verweer is de stelling van Vink Vastgoed Nootdorp, dat VvE bij de berekening van de voorschotbedragen dan wel bijdragen een onjuiste verdeelsleutel hanteert. Op dat verweer wordt hierna, zo nodig, ingegaan.

4.Vordering in reconventie

Vink Vastgoed Nootdorp heeft in de conclusie van antwoord een aantal (tegen)verzoeken en/of vorderingen geformuleerd. Uit die opsomming heeft de kantonrechter, net als VvE, de volgende verzoeken/vorderingen (en nadere verweren tegen de eis in reconventie) gedestilleerd:
  • verzoek tot vernietiging dan wel nietig verklaring van alle geagendeerde begrotingen en jaarrekeningen periode 1999 ev.
  • Afwijzing eis tot betaling;
  • Vernietiging dan wel nietigverklaring jaarrekening 2016 en begroting 2017;
  • Dubieuze boekingen van de jaarrekening 2016 zouden onterecht zijn vastgesteld;
  • Vernietiging dan wel nietigverklaring van vergaderbesluiten;
  • Vernietiging dan wel nietigverklaring ALV 16 juni 2015;
  • Verenigingen zouden niet voldoen aan artikel 5:112 BW;
  • Afwijzing van de eis tot betaling op grond van onder meer gesteld vruchtgebruik;
  • Afwijzing van de eis betaling nu [X] niet de opgerichte VvE zou zijn;
  • Afwijzing van de eis tot betaling nu er een opstalrecht zou zijn;
  • Afwijzing van de eis nu er geen vorderingsrecht zou zijn;
  • Afwijzing van eis nu de VvE geen rechtspersoonlijkheid meer zou bezitten;
  • Afwijzing van eis nu er geen mandaat zou zijn;
  • Afwijzing van eis op grond van discriminatie en belangenverstrengeling;
  • Administrateur te veroordelen;
  • Krachtens 6381 BW wordt een vervangende machtiging gevraagd;
  • Jaarrekening 2016 is zonder goedkeurende verklaring van het aangesteld kascommissielid [betrokkene 3] vastgesteld;
  • Een verzoek tot restitutie van 5 jaar bijdragen;
  • Verzoek tot aanzuivering;
  • Vordering ter zake de administrateur;
  • Vordering ten aanzien van de voorzitter;
  • Verzoek rechtbank te gelasten zich te onthouden van elke onrechtmatige toe-eigening als vermeldt in de akte van 1963 conform toenmalige wettelijk verkregen recht van overpad zich te onthouden aan de aldaar genoemde bepalingen;
  • Verzoek tot revindicatie samen te voegen met deze procedure;
  • Vordering ten aanzien van de administrateur;
  • Verzoek tot justitiële vervolging van de heer [betrokkene 1] , mr. Y.H. van Ballegooijen en de heer [betrokkene 2] in verband met het belemmeren van hun grondwettelijk recht van vrije vergadering vastgelegd in artikel 9 op de vergadering van eigenaren;
  • Vink en Stichting FNV verzoeken de rechtbank justitiële vervolging in te
stellen ten aanzien van de heer [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2] ten aanzien van het door hen opstellen buitenvergadering van bijdragen;
  • Justitiële vervolging in te laten stellen ten aanzien van de heer [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2] wegens discriminatie andersoortige (commerciële) eigenaren;
  • Verzoek rechtbank justitiële vervolging in te laten stellen i.v.m. het niet waarheid getrouw opstellen van notulen.
Op die verzoeken dan wel verweren zal hierna, zo nodig, worden ingegaan.

5.Verweer in reconventie

VvE verweert zich tegen de verzoeken/vorderingen. Op dat verweer wordt hierna, zo nodig, ingegaan.

6.Beoordeling

In conventie en in reconventie:

6.1
De vordering van VvE en het daartegen door Vink Vastgoed Nootdorp gevoerde verweer, met inbegrip van de hiervoor door Vink Vastgoed Nootdorp gedane verzoeken/ingestelde vorderingen, vertonen dermate veel samenhang dat aanleiding bestaat een en ander gelijktijdig te beoordelen.
6.2
In deze procedure staat vast dat Vink Vastgoed Nootdorp van rechtswege lid is van VvE en daarom in beginsel gehouden is de bepalingen van de splitsingsakte en het model splitsingsreglement na te leven en te handelen conform de besluiten van de ALV van VvE.
6.3
Dat beginsel is anders indien, zoals door Vink Vastgoed Nootdorp is gewenst, een wijziging wordt doorgevoerd in de akte van splitsing, waardoor voor de (door)berekening van door VvE gemaakte kosten een andere verdeelsleutel tot stand komt en Vink Vastgoed Nootdorp als gevolg daarvan een andere (meer of minder) bijdrage aan VvE verschuldigd is. In deze procedure is evenwel niet gesteld of gebleken dat de akte van splitsing van VvE op de in de wet voorgeschreven wijze is gewijzigd overeenkomstig de wens van Vink Vastgoed Nootdorp. Om tot wijziging van de splitsingsakte van VvE te komen dient Vink Vastgoed Nootdorp de daarvoor geëigende procedure(s) te volgen. De kantonrechter is niet bevoegd om een geschil van partijen op dit punt te beslechten.
6.4
Dat beginsel is verder anders indien Vink Vastgoed Nootdorp tijdig en met succes vernietiging verzoekt van besluiten van de ALV waarbij de voor Vink Vastgoed Nootdorp vastgestelde bijdrage aan VvE is vastgesteld. In deze procedure is evenwel niet gesteld of gebleken dat Vink Vastgoed Nootdorp tijdig, dat wil zeggen, kort gezegd, binnen 30 dagen nadat door de ALV genomen besluiten aan haar bekend zijn geworden, aan de kantonrechter om vernietiging van die besluiten heeft verzocht.
6.5
Een en ander leidt tot de conclusie dat het verweer van Vink Vastgoed Nootdorp tegen de vordering in conventie geen doel treft. De vordering in conventie is daarom als op de wet gegrond toewijsbaar.
6.6
Een deel van de door Vink Vastgoed Nootdorp in reconventie ingestelde verzoeken dan wel vorderingen zijn gericht tegen personen die in deze procedure geen partij zijn. Reeds daarom zijn die verzoeken/vorderingen in deze procedure niet toewijsbaar.
6.7
De overigens door Vink Vastgoed Nootdorp in reconventie gedane verzoeken dan wel ingestelde vorderingen worden, gelet op wat hiervoor reeds is overwogen en beslist, bij gebreke van een deugdelijke rechtsgrond eveneens afgewezen. Met dit oordeel passeert de kantonrechter ook de stelling van Vink Vastgoed Nootdorp dat voor haar niet voormelde termijn van 30 dagen geldt. De uitleg die Vink Vastgoed Nootdorp geeft aan het betrekkelijke wetsartikel is onjuist. De termijn van 30 dagen geldt voor ieder van de leden van VvE en dus ook voor Vink Vastgoed Nootdorp, ongeacht of er één dan wel meer leden van VvE de vernietiging van vergaderbesluiten wenst / wensen in te roepen.
6.8
Vink Vastgoed Nootdorp wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedures (conventie en reconventie) veroordeeld.
Beslissing
de kantonrechter:
In conventie
veroordeelt Vink Vastgoed Nootdorp om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan VvE te betalen een bedrag van € 10.588,23, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juni 2018 tot de dag van de voldoening;
veroordeelt Vink Vastgoed Nootdorp om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan VvE te betalen de periodieke voorschotbijdragen en opeisbare stookkosten en/of opeisbare kosten voortvloeiend uit water- en/of elektraverbruik vanaf juni 2018 tot en met de dag van de algehele voldoening, dan wel zoveel eerder het lidmaatschap van Vink Vastgoed Nootdorp van VvE zal eindigen;
3. veroordeelt Vink Vastgoed Nootdorp in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van VvE vastgesteld op € 1.299,38, waaronder begrepen een bedrag van € 720,- als het aan de gemachtigde van VvE toekomende salaris;
4. verklaart voormelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
5. wijst de vorderingen af;
6. veroordeelt Vink Vastgoed Nootdorp in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van VvE vastgesteld op € 120,- als het aan de gemachtigde van VvE toekomende salaris;
7. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.W. Schippers, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 februari 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.