Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
zaak A’) van:
1.1. PIET ZOOMERS ARNHEM B.V., te Arnhem,
zaak B’) van:
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 maart 2018, met producties;
- het herstelexploot van 9 april 2018;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 5 september 2018, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 november 2018 en de daarin genoemde aanvullende stukken, waaronder de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de dagvaarding van 17 augustus 2018 tevens incidentele vordering tot voeging op grond van artikel 222 Rv, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- het vonnis in incident van 19 september 2018, waarin de voeging met zaak A is bevolen en waarin is bevolen dat in zaak B gelijktijdig met zaak A een comparitie zal plaatsvinden;
- de conclusie van antwoord;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 november 2018 en de daarin genoemde aanvullende stukken.
2.De feiten (in beide zaken)
) hebben aangegeven dat wij geïnteresseerd zijn in de winkel in Enschede. De winkel wordt echter geëxploiteerd door een franchisenemer. Franchisecontract en huurcontract (op naam van de franchisenemer) expireren over circa drie jaar.
- Te Arnhem (…);
- Te Hengelo (…);
- Te Oldenzaal (…);
- Te Zwolle (…);
1.Definities
verkoop Verkoper en levert aan koper (..) de (..) Activa en de hierna benoemde Passiva. (..) De Activa en Passiva bestaan uit de volgende zaken
3.Koopprijs en betaling
€ 500.000,00 zal door Koper uiterlijk op de Transactiedatum worden voldaan (…)
€ 250.000,- zal door Koper uiterlijk 2 januari 2018 worden voldaan (…)
8.Goodwill, klantenbestand
17.Schadeloosstelling
20.Volledige overeenkomst
(…)
1. Klanten die overgedragen hadden moeten worden en niet overgedragen zijn door Piet Zoomers.
Fijn dat nu eindelijk door Piet Zoomers wordt erkend dat niet alle klanten op 1 oktober zijn overgedragen.
Voor [B] belangrijk om op te merken dat er geen sprake is van erkenning, maar een ‘besef’ dat door [B] onbedoeld een andere interpretatie is gegeven aan het contract. [B] heeft consequent hun eigen loyaltysysteem leidend laten zijn bij de overdracht van klanten, terwijl het contract – en dan met name artikel 8 – het klantensysteem van [B] niet als basis neemt voor de klantenselectie.
Spreekt voor zich dat we het bestand (inclusief puntensaldo per 1 oktober 2017) zo snel mogelijk, liefst vandaag nog, willen krijgen om verdere schade voor alle partijen te beperken. (…)
[B] heeft inmiddels een nieuwe zorgvuldige selectie gedaan en komt tot ruim 8300 klanten die alsnog overgedragen zullen worden. Dit is compleet. Garantie nakoming afspraken zoals in het contract reeds is overeengekomen.
In principe geen probleem, mits de kosten die hiervoor gemaakt moeten worden voor rekening komen van Piet Zoomers. De klanten zijn immers als 1 geheel (dus zonder aankoophistorie) geimporteerd in ons systeem. Het zal dus niet zomaar ‘even’ selectie draaien zijn om uit ons systeem te halen welke klanten dit nu precies betreft.
hebben inmiddels meerdere minnelijke voorstellen gedaan om deze discussies te beëindigen door bereidheid te tonen om (onverplicht!) extra adressen aan te reiken, ten onrechte aangereikte adressen te laten voor wat ze zijn en financieel mee te veren in de afrekeningsdiscussie.
3.Het geschil (in zaak A)
in conventie
4.Het geschil (in zaak B)
5.De beoordeling (in zaak A)
in conventie en in reconventie
het Customer Card-houders bestandwordt overgedragen.
19 september 2017 acht de rechtbank onvoldoende voor een andersluidende conclusie. De nieuwe, in de Koopovereenkomst opgenomen, tekst laat immers ruimte voor zowel de uitleg van Piet Zoomers als die van Van Uffelen. Anders dan Piet Zoomers stelt, heeft Piet Zoomers uit de toevoeging in de Tweede Conceptovereenkomst dat het over te dragen klantenbestand
het Customer Card houders bestand betreftniet mogen lezen dat Van Uffelen had begrepen wat Piet Zoomers kennelijk voor ogen stond. Dat valt in de gewijzigde tekst van artikel 8.1 immers niet terug te lezen (zie ook hiervoor, 5.10). Piet Zoomers had op dat moment moeten begrijpen dat Van Uffelen ervan uitging (en als gezegd ervan mocht uitgaan) dat het aan haar over te dragen klantenbestand álle Customer Card-houders betrof die als actieve klanten konden worden aangemerkt, ongeacht hun voorkeursvestiging. Het had op de weg van Piet Zoomers gelegen om aan Van Uffelen op dat moment duidelijk te maken dat haar iets anders voor ogen stond en dat alleen de klanten zouden worden overgedragen die één van de over te nemen Winkels als voorkeursvestiging hadden opgegeven. Dat Piet Zoomers dat niet heeft gedaan, maar in plaats daarvan de Koopovereenkomst (met het huidige artikel 8.1) heeft ondertekend, komt voor haar eigen rekening en risico. Daarbij weegt mee dat Piet Zoomers een professionele partij is, die bovendien bij het sluiten van de Koopovereenkomst werd bijgestaan door een deskundig adviseur ( […] ) en ook haar advocaat heeft betrokken. Piet Zoomers heeft dan ook alle middelen gehad om de tekst van artikel 8.1 in lijn met haar kennelijke bedoeling te brengen.
- gekeken worden naar het spaarpuntentegoed van deze klanten;
- dit vervolgens moet worden vermenigvuldigd met de nominale waarde van één spaarpunt in combinatie met de historische conversie van actieve klanten van punten in een aankoop.
alle overgedragenklanten betreft, brengt met zich dat het beginsaldo en de inwisseling van de 8.375 klanten wel moet worden meegenomen, maar van de 3.505 klanten (die in de afgelopen twee jaren niets hebben gekocht) niet.
6.De beoordeling (in zaak B)
- Piet Zoomers is partij bij de Koopovereenkomst en wordt genoemd in diverse artikelen;
- De verplichting tot levering van de klantenbestanden kan alleen met medewerking van Piet Zoomers Holding worden nagekomen omdat de gegevens afkomstig zijn uit een centraal, door Piet Zoomers Holding beheerd systeem;
- Ook de Loyaliteitsvergoeding kan alleen worden vastgesteld op basis van informatie uit dit centrale klantenbestand;
- Van Uffelen heeft over de afdracht van het klantenbestand telkens gecommuniceerd met de (indirecte) bestuurders van Piet Zoomers Holding;
- De koopsom moet op grond van artikel 3.4 worden betaald door overschrijving naar
7.De beslissing (in zaak A)
3 april 2019voor een
akteaan de zijde van
de Vennootschappen, waarin de Vennootschappen een onderbouwde berekening moeten overleggen van (a) het spaarsaldo van de overgedragen klanten per 1 oktober 2017, (b) de inwisselratio en (c) de verhouding mono- en multiklanten, met inachtneming van hetgeen in dit vonnis is overwogen; Van Uffelen krijgt vervolgens gelegenheid om ter rolle van
1 mei 2019bij antwoordakte te reageren;
20 maart 2019hun verhinderdata voor de periode van 15 mei tot en met 14 juli 2019 moeten doorgeven;