ECLI:NL:RBDHA:2019:2060
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarige naar Tsjechië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2019 een beschikking gegeven in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van een minderjarige naar Tsjechië. De moeder, [X], heeft verzocht om toestemming om met haar minderjarige kind, [minderjarige], naar Tsjechië te verhuizen, waarbij de vader, [Y], zijn instemming niet heeft betwist. De moeder heeft aangegeven dat zij het contact met haar familie in Tsjechië mist en dat zij een nieuwe relatie heeft in dat land. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen over het verzoek. Tijdens de zitting is gebleken dat er goede afspraken zijn gemaakt over het contact tussen de vader en de minderjarige, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar oordeel. De rechtbank heeft de moeder toestemming verleend om met de minderjarige te verhuizen en heeft bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.