ECLI:NL:RBDHA:2019:1942
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beperking dieetkostenaftrek bij aangifte inkomstenbelasting 2012
In deze zaak heeft eiseres in haar aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2012 een bedrag van € 3.100 aan dieetkosten opgevoerd als specifieke zorgkosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat op basis van artikel 37, derde lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, bij eenzelfde dieettypering die meerdere keren in aanmerking komt, slechts éénmaal het bedrag behorend bij die dieettypering als dieetkosten in aanmerking wordt genomen. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat zij voor dieetnummer 8 en dieetnummer 20 afzonderlijk kosten heeft gemaakt. De inspecteur heeft de dieetkostenaftrek terecht beperkt tot € 2.250 door de kosten van dieetnummer 8 ter grootte van € 850 niet in aftrek toe te staan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur de aanslag IB/PVV 2012 niet naar een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Eiseres had een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 17.068, waarbij geen uitgaven voor specifieke zorgkosten in aanmerking zijn genomen. De inspecteur heeft bij de uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd en € 2.517 aan uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek geaccepteerd, waaronder € 2.250 aan dieetkosten. Eiseres was van mening dat zij recht had op een aftrek van € 3.100 aan dieetkosten, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de dieetkosten van dieetnummer 8 niet in aftrek komen, omdat dieet 20 meer omvattend is en aan dieet 20 een hoger bedrag aan dieetkosten is gekoppeld.
De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar van de inspecteur bevestigd en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. de Hek, rechter, en is openbaar uitgesproken op 28 februari 2019. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.