Op 20 februari 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk gevaar heeft veroorzaakt op een spoorweg en meerdere kaartlezers heeft vernield. De verdachte, geboren in 1977 in Bulgarije en thans gedetineerd, heeft op 26 oktober 2018 in 's-Gravenhage een metalen paal dwars over een trambaan gelegd, wat een reëel gevaar voor een ongeluk met een tram heeft opgeleverd. De rechtbank oordeelde dat de kans op een ongeluk reëel was, gezien de omstandigheden waaronder de paal was geplaatst. De verdachte heeft ook meerdere kaartlezers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken vernield door met een steen op deze apparaten te slaan. Tijdens de zitting op 6 februari 2019 heeft de officier van justitie bewezenverklaring van beide feiten gevorderd, terwijl de verdediging vrijspraak voor het tweede feit bepleitte, stellende dat er geen gevaar was omdat er geen tram zou rijden in de eerste uren na de plaatsing van de paal. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat het gevaar bestond op het moment dat de paal werd geplaatst. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan beide feiten en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van vier dagen gelast, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden.