Uitspraak
[verzoeker] ,
Beoordeling van het verzoekschrift
"onder 'de kosten van een raadsman' waarvoor een vergoeding uit 's Rijks kas kan worden toegekend, als bedoeld in de eerste volzin van het 591a, tweede lid Sv, zijn te verstaan de kosten van een raadsman die in rechtstreeks verband staan met een strafzaak tegen een gewezen verdachte, welke is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan art. 9a Sr.”
rechtstreeksverband staan met de strafzaak, overweegt de rechtbank dat de in artikel 591a, vierde lid jo. 592, tweede lid Sv bedoelde termijn van drie maanden, licht werpt op de beantwoording van de vraag welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Deze termijn is een indicatie dat wordt gedoeld op de kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan het einde van de strafzaak of relatief kort erna (zoals de kosten van de raadsman voor het indienen van een verzoekschrift ex art. 591a Sv). Ook overweegt de rechtbank dat, in het geval dat het Openbaar Ministerie geen gevolg zou hebben gegeven aan het strafvonnis of indien verzoeker minder geduldig was geweest, verzoeker zich tot de civiele rechter had moeten wenden teneinde een executeerbare titel te verkrijgen. De thans gevorderde kosten zouden in een dergelijke procedure kunnen worden aangemerkt als buitengerechtelijke incassokosten en zouden in dat kader kunnen worden beoordeeld. Deze overwegingen tezamen leiden de rechtbank tot de conclusie dat de thans gevorderde kosten niet in rechtstreeks verband met de strafzaak waarin verzoeker is vrijgesproken.