Op 19 februari 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid, Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouw & Infra, en Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouw & Infra als verzoeksters optraden tegen [verweerster] B.V. De verzoeksters hebben een faillissementsverzoek ingediend, stellende dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Tijdens de zitting op 19 februari 2019 is gebleken dat verweerster de vorderingen van verzoeksters 2 en 3 heeft betwist, maar verzoeksters hebben niet kunnen aantonen dat de betwisting van deze vorderingen reeds aanstonds verworpen dient te worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet voldaan is aan het pluraliteitsvereiste, wat betekent dat er niet voldoende schuldeisers zijn om een faillissement te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de verzoeksters niet in hun verzoek tot faillietverklaring kunnen volgen, omdat de verweerster aannemelijk heeft gemaakt dat de vorderingen van verzoeksters 2 en 3 zijn voldaan. De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Don en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.