ECLI:NL:RBDHA:2019:14882

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juli 2019
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
C/09/577360 / JE RK 19-1755
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in een conflict tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft ambtshalve besloten om een tweede bijzondere curator te benoemen, naast de reeds benoemde mevrouw drs. A. van Teijlingen, vanwege een belangenstrijd tussen de ouders van [minderjarige] en [minderjarige] zelf over het (financiële) levensonderhoud. De gecertificeerde instelling had op 14 juni 2019 een verzoekschrift ingediend voor de benoeming van een bijzondere curator, wat leidde tot een eerdere beschikking op 16 juli 2019. De kinderrechter heeft in deze beschikking de belangen van [minderjarige] vooropgesteld, vooral gezien het feit dat hij op korte termijn meerderjarig zal worden en de ondertoezichtstelling zal eindigen. De benoeming van de heer mr. I.J. Pieters, advocaat en mediator, als tweede bijzondere curator is gedaan om de belangen van [minderjarige] te behartigen in het conflict met zijn ouders. De bijzondere curator zal onderzoeken hoe [minderjarige] kan worden ondersteund in zijn levensonderhoud en basisbehoeften. De rechtbank heeft de ouders erop gewezen dat zij verplicht zijn om de instructies van de bijzondere curatoren op te volgen. De bijzondere curator moet verslag doen van zijn bevindingen en kan, indien nodig, zelfstandig verzoeken indienen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd & Bopz
Zaaksgegevens: C/09/577360 / JE RK 19-1755
Datum beschikking: 22 juli 2019

Beschikking van de kinderrechter

Ambtshalve benoeming bijzondere curator ex artikel 1:250 BW

betreffende de minderjarige:

[minderjarige] geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1] (zonder bekende woon- of verblijfplaats),
en

[de vrouw] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2]
hierna tezamen te noemen: de ouders.

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Procesverloop

De gecertificeerde instelling heeft op 14 juni 2019 een verzoekschrift ingediend strekkend tot benoeming van een bijzondere curator voor [minderjarige] . Het verzoek met zaaknummer C/09/575499 / JE RK 19-1458 is op 16 juli 2019 ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Feiten

- Voor de feiten verwijst de kinderrechter naar de voornoemde beschikking van 16 juli 2019 met zaaknummer C/09/575499 / JE RK 19-1458.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij deze beschikking van 16 juli 2019 mevrouw drs. A. van Teijlingen, familiemediator te Sassenheim, benoemd tot bijzondere curator voor [minderjarige] .

Beslissing

Gelet op de aard van de belangenstrijd tussen de ouders en [minderjarige] , waarvoor de kinderrechter verwijst naar de inhoud van de voornoemde beschikking van 16 juli 2019, ziet de kinderrechter aanleiding om, ter aanvulling op het behandelde verzoek van de gecertificeerde instelling, ambtshalve een tweede bijzondere curator te benoemen voor [minderjarige] .
Hiertoe is redengevend dat een deel van het conflict tussen de gezaghebbende ouders en [minderjarige] voortkomt uit het feit dat zij geen overeenstemming vinden over de wijze waarop de ouders (financieel) bijdragen in het levensonderhoud van [minderjarige] . Deze conflictsituatie vormt op dit moment een belemmering voor enige vorm van contactherstel tussen de ouders en [minderjarige] . Mede gelet op het feit dat [minderjarige] op korte termijn meerderjarig wordt waardoor de ondertoezichtstelling eindigt, acht de kinderrechter het van belang om een tweede bijzondere curator, zijnde een advocaat, te benoemen. Deze tweede bijzondere curator zal de belangen van [minderjarige] behartigen met betrekking tot zijn (financiële) levensonderhoud en kan [minderjarige] eventueel na afloop van de ondertoezichtstelling verder bijstaan. De bijzondere curator dient te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om te bewerkstelligen dat [minderjarige] in zijn levensonderhoud en basisbehoeften kan voorzien. De bijzondere curator wordt verzocht gesprekken te voeren met [minderjarige] en de ouders en zo mogelijk ook met [minderjarige] en de ouders gezamenlijk. De heer mr. I.J. Pieters, advocaat en mediator gevestigd te Leiden, is bereid gevonden om als bijzondere curator op te treden en zal hiertoe door de rechtbank worden benoemd. De bijzondere curator vertegenwoordigt [minderjarige] in en buiten rechte en zal daarom uitsluitend zijn belangen behartigen.
De rechtbank wijst de ouders er op dat zij de verplichting hebben gevolg te geven aan de door de bijzondere curatoren te geven instructies.
Voorts verzoekt de rechtbank de bijzondere curator om ‘de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW’ in acht te nemen. De rechtbank verzoekt verslag te doen van zijn bevindingen en het verslag uiterlijk voor de in het dictum vermelde datum aan de rechtbank, aan verzoeker en aan de belanghebbenden toe te sturen. De bijzondere curator kan, indien gewenst, ook namens [minderjarige] een zelfstandig verzoek indienen. Na ontvangst van de schriftelijke reactie van de bijzondere curator zal de rechtbank, als zij dat nodig acht, een mondelinge behandeling plannen. Daarvoor zullen verzoeker, de belanghebbenden en de bijzondere curator worden opgeroepen.

Beslissing

De rechtbank:
benoemt tot bijzondere curator over [minderjarige] :
-
de heer mr. I.J. Pieters, advocaat en mediator te Leiden;
bepaalt dat de bijzondere curator vóór het einde van de ondertoezichtstelling,
uiterlijk 24 oktober 2019, een verslag zoals hiervoor bedoeld toestuurt aan de rechtbank, aan verzoeker en aan de belanghebbenden;
bepaalt dat verzoeker en de belanghebbenden, indien gewenst, binnen twee weken na ontvangst van het verslag van de bijzondere curator hierop schriftelijk kunnen reageren; deze reactie dient aan de rechtbank, aan de andere procespartijen en aan de bijzondere curator te worden toegezonden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Kramer, kinderrechter, bijgestaan door mr. S.T. Viezee als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2019.