ECLI:NL:RBDHA:2019:14734

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2019
Publicatiedatum
7 april 2020
Zaaknummer
C/09/528922 / FA RK 17-1990, C/09/553638 / FA RK 18-3719
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortgang procedure en verdeling van huwelijksgemeenschap in echtscheidingszaak met internationale elementen

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 juli 2019, wordt de voortgang van de procedure na ontvangst van een legal opinion besproken. De zaak betreft een echtscheiding tussen een man, wonende in Qatar, en een vrouw, die in Nederland woont. De rechtbank heeft eerder bepaald dat de man een bijdrage aan het levensonderhoud van de vrouw zal betalen, en dat de minderjarige bij de vrouw zal verblijven. De rechtbank heeft de partijen opgedragen om een lijst in te dienen van alle op de peildatum aanwezige vermogensbestanddelen en schulden, waarbij deze moeten worden gekwalificeerd volgens het Texaanse recht. Dit betreft de indeling in gemeenschappelijk, privé of gemengd vermogen. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om juridisch advies in te dienen over de toepassing van het Texaanse recht op de verdeling van het huwelijksvermogen en de pensioenaanspraken. De rechtbank heeft ook aangegeven dat verdere beslissingen over de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de proceskosten zijn aangehouden, totdat de partijen de gevraagde informatie hebben ingediend. De rechtbank heeft de betrokken advocaten op de hoogte gesteld van een zetelwissel binnen de meervoudige kamer die deze zaak behandelt. De rechtbank heeft de voortgang van de procedure bepaald en de partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten in te dienen en te reageren op elkaars adviezen. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is om de procedure tijdig voort te zetten en dat niet tijdig voldoen aan de verzoeken gevolgen kan hebben.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummers: FA RK 17-1990 en FA RK 18-3719
Zaaknummers: C/09/528922 en C/09/553638
Datum beschikking: 17 juli 2019

Echtscheiding met nevenvoorzieningen

Beschikking op het op 14 maart 2017 ingekomen verzoek van:

[Y] ,

de man,
wonende te Qatar,
advocaat: mr. C.L.M. Smeets te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[X] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. drs. E.J. Kim-Meijer te Den Haag.

Procedure

Bij beschikking van 17 april 2019 van deze rechtbank is:
  • de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken;
  • bepaald dat [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vrouw;
  • bepaald dat [minderjarige] bij de man zal zijn: een keer per maand een aantal dagen, waarbij de man naar Nederland komt of [minderjarige] naar de man in Qatar gaat en gedurende drie weken in de vakantie (in Qatar), waarbij geldt dat de man zodra hij weet hoe zijn werkschema eruit gaat zien dit per e-mail aan de vrouw zal doorgeven, zodat de ouders dan in onderling overleg concrete afspraken kunnen maken over de data waarop de man en [minderjarige] contact zullen hebben;
  • conform de afspraken tussen de man en de vrouw ten aanzien van de door de man te betalen bijdrage voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] bepaald dat de man:
- een kinderalimentatie voor [minderjarige] aan de vrouw zal betalen van € 2.500,- per maand;
- de ‘school fees’ voor de [naam school] zal voldoen;
- de kosten voor de studie van [minderjarige] zal voldoen zodra [minderjarige] gaat studeren;
- bepaald dat de man met ingang van de dag dat de beschikking van echtscheiding zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand aan de vrouw tot haar levensonderhoud zal uitkeren een bedrag van € 7.870,- netto per maand, welke bijdrage twee jaar na inschrijving van de echtscheiding wordt verminderd tot € 6.394,- netto per maand en vervolgens drie jaar na inschrijving van de echtscheiding € 5.000,- netto per maand bedraagt.
De rechtbank heeft iedere verdere beslissing ten aanzien van de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de pensioenen alsmede de proceskosten aangehouden om beide partijen in de gelegenheid te stellen een juridisch advies in te dienen waarin het recht van de staat Texas met betrekking tot het huwelijksvermogen en het ouderdomspensioen uiteen wordt gezet en toegelicht.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
- het F9-formulier van 1 mei 2019, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 1 mei 2019, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het F9-formulier van 14 mei 2019, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het faxbericht van 23 mei 2019 van de zijde van de man;
- het faxbericht van 3 juni 2019 van de zijde van de vrouw.
De rechtbank heeft mr. C.L.M. Smeets en mr. E.J. Kim-Meijer op 20 juni 2019 schriftelijk op de hoogte gesteld van een zetelwissel binnen de meervoudige kamer die deze zaak behandelt.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Ontvangen stukken
De rechtbank heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 1 mei 2019 een juridisch advies in te dienen waarin het recht van de staat Texas met betrekking tot het huwelijksvermogen en het ouderdomspensioen uiteen wordt gezet en toegelicht. Hierbij moesten partijen ook standpunten innemen over:
a) welke peildatum gehanteerd dient te worden voor de omvang/samenstelling van de (eventuele) huwelijksgemeenschap,
b) wat de omvang van de (eventuele) huwelijksgemeenschap is,
c) welke peildatum gehanteerd dient te worden voor de waardering van de bestanddelen en
d) de wijze waarop de bestanddelen verdeeld moeten worden.
Desgevraagd heeft de rechtbank van beide partijen op 1 mei 2019 een juridisch advies (met bijlagen) ontvangen. Vervolgens hebben beide partijen de gelegenheid gekregen tot uiterlijk 15 mei 2019 om over en weer te reageren op elkaars juridisch advies en de door de ander hierbij ingenomen standpunten ten aanzien van de genoemde punten a t/m d.
De rechtbank heeft op 15 mei 2019 de brief van mr. E.J. Kim-Meijer van 14 mei 2019 ontvangen. Mr. C.L.M. Smeets heeft bij faxbericht van 23 mei 2019 bezwaar gemaakt tegen de inhoud van deze brief, omdat deze brief volgens haar de opdracht van de rechtbank zoals opgenomen in de beschikking van 17 april 2019 ver te buiten gaat. Mr. C.L.M. Smeets verzoekt namens de man om op de inhoud van deze brief geen acht te slaan of de man een nadere termijn te geven om op de inhoud van die brief te reageren.
De rechtbank zal de brief van 14 mei 2019 – voor zover de inhoud van deze brief geen reactie is op het door mr. C.L.M. Smeets ingediende juridisch advies – buiten beschouwing laten. Het was immers de bedoeling dat in die schriftelijke ronde enkel een reactie zou worden ingediend op elkaars juridisch advies en de daarbij ingenomen standpunten over de toepassing van het Texaanse recht op de verdeling van het huwelijksvermogen. De rechtbank heeft niet de gelegenheid gegeven nog aanvullende standpunten in te nemen en (nieuwe) verzoeken te formuleren. De rechtbank zal daar dus geen kennis van nemen. Dit betekent ook dat de rechtbank mr. C.L.M. Smeets niet in de gelegenheid zal stellen om nog inhoudelijk te reageren op de brief van mr. E.J. Kim-Meijer van 14 mei 2019.
De rechtbank zal hierna de verdere voortgang van de procedure bepalen.
Voortgang procedure
De rechtbank zal beide partijen in de gelegenheid stellen om in het Nederlands een lijst in te dienen van alle op de peildatum aanwezige vermogensbestanddelen en schulden. De bestanddelen moeten in deze lijst conform het Texaanse recht worden gekwalificeerd als gemeenschappelijk goederen (‘community property’), privé goederen (‘separate property’) of gemengde goederen (‘mixed assets’). De rechtbank acht zich vooralsnog voldoende voorgelicht over de (wijze van) waardering van de bestanddelen en de factoren die in aanmerking genomen kunnen worden bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap en draagt partijen op zich tot de voornoemde onderverdeling te beperken.
Mr. C.L.M. Smeets en mr. E.J. Kim-Meijer krijgen tot
uiterlijk 1 september 2019de gelegenheid om voornoemde nadere informatie in te dienen. Vervolgens krijgen zij beiden tot uiterlijk
8 september 2019de tijd om over en weer schriftelijk te reageren.
In geval van het onverhoopt niet en/of niet tijdig voldoen aan het bovenstaande zal de rechtbank daaraan op grond van artikel 22 Rv de gevolgen kunnen verbinden die zij gepast acht.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing ten aanzien van de afwikkeling van het huwelijksvermogen, de pensioenaanspraken en de proceskosten aanhouden tot
pro forma 15 september 2019.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt de voortgang van de procedure over de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de pensioenaanspraken op de wijze zoals hiervoor is overwogen onder het kopje ‘Voortgang procedure’;
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de
verdeling, pensioenaanspraken en de proceskostenaan tot
pro forma 15 september 2019.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.Th.W. van Ravenstein, C.G. Meeder en
L. van Hoppe, rechters, bijgestaan door mr. M. Verkerk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 17 juli 2019, wegens afwezigheid van de voorzitter op deze datum getekend door mr. C.G. Meeder.