ECLI:NL:RBDHA:2019:14669

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 maart 2019
Publicatiedatum
5 maart 2020
Zaaknummer
NL19.4734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure na uitspraak bodemprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. Y. Tamer, had een verzoek ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door drs. J.D. Albarda. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd gedaan naar aanleiding van een besluit van 28 februari 2019, waarin de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk werd verklaard. Verzoeker had tegen dit besluit beroep ingesteld en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

Tijdens de zitting op 14 maart 2019 werd duidelijk dat de rechtbank inmiddels al had geoordeeld over het beroep van verzoeker in een andere zaak, zaaknummer NL19.4733. De voorzieningenrechter overwoog dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van griffier mr. N.S.J. Letschert, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.4734

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

gemachtigde: mr. Y. Tamer,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

gemachtigde: drs. J.D. Albarda.

Procesverloop

Bij besluit van 28 februari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 maart 2019. Beide partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van heden, zaaknummer NL19.4733, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter zal het verzoek om die reden afwijzen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.S.J. Letschert, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan, digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
19 maart 2019
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.