Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 mei 2019, met producties 1 t/m 6;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met de producties 1 t/m 7;
2.De feiten
3.Het geschil in conventie en in reconventie
in conventie– verkort weergegeven – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [de gedaagde partij] tot betaling van:
- € 59.400, vermeerderd met de contractuele rente vanaf 23 januari 2019;
- € 1.369 aan buitengerechtelijke kosten;
- de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
in reconventie– verkort weergegeven – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- doorhaling van alle door Deelbeheer op de bankrekeningen van [de gedaagde partij] gelegde conservatoire beslagen;
- veroordeling van Deelbeheer tot betaling van een schadevergoeding, op te maken bij staat en bij akte in te dienen in deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente;
- veroordeling van Deelbeheer in de proces- en nakosten in conventie en reconventie, vermeerderd met de wettelijke rente.
- [de gedaagde partij] heeft op 30 december 2013 € 87.500 aan Deelbeheer overgemaakt met de omschrijving: ‘
- [de Holding] heeft op 13 mei 2014 € 17.500 aan Deelbeheer overgemaakt met de omschrijving: ‘
- [de gedaagde partij] heeft op 11 november 2014 € 25.000 aan Deelbeheer overgemaakt met de omschrijving: ‘
e-mailbericht naar zichzelf heeft gestuurd.
‘voorschot/lening tbv betalingen verbouw [adres] ’, hetgeen overeenkomt met de omschrijvingen op de grootboekkaart. Bovendien corresponderen de bedragen en data van betalingen – zie ook de handgeschreven aantekening van [A] op de factuur – op de factuur en de grootboekkaart zodanig met elkaar, dat hieruit kan worden afgeleid dat een en ander met elkaar in verband staat.
- in de factuur die [B] zelf heeft opgemaakt wordt gesproken van:
- in de e-mail van [B] wordt gesproken van:
- in de omschrijving bij de terugbetalingen door [de gedaagde partij] en [de Holding] wordt gesproken van:
- in het door [B] en [X] opgestelde bespreekdocument van 1 september 2016 wordt gesproken van een lening:
- in de reactie van [X] bij brief van 7 januari 2019 op de aanmaning door Deelbeheer wordt gesproken van een lening:
‘Finale kwijting over en weer’danwel de overeenkomst van 27 september 2016:
‘Beide partijen hebben over en weer niet meer van elkaar te vorderen’. Deelbeheer heeft dit ook gemotiveerd betwist, waarna [de gedaagde partij] haar stelling niet nader heeft onderbouwd.
€ 2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074)