Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 18 maart 2019, met producties;
- de mondelinge behandeling.
- verzoeker in persoon, bijgestaan door mr. O. Arslan voornoemd;
- namens verweerster: mr. N.P.H. Borm voornoemd.
2.De feiten
(…).
Tractusanamnese: aspecifieke klachten onderrug en nek voor het ongeluk door training”. De verzekeringsarts stelt de diagnose postwhiplashsyndroom WAD I of II en komt tot de conclusie dat er sprake is van “
verminderde benutbare mogelijkheden als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek”.
(…).
(…).
MEDISCH ADVIES
Er wordt voorgesteld om over te gaan tot een neurologische expertise, ik heb hier geen principieel bezwaar tegen.
Met betrekking tot de voorgestelde expert geef ik de voorkeur aan collega (…).
Met betrekking tot het voorgestelde concept, de inleiding is lang, maar in principe akkoord.
Met betrekking tot de vraagstelling is gebruik gemaakt van de originele IWMD vraagstelling, ik heb hiertegen geen bezwaar.
Echter, om een latere discussie te voorkomen, zou ik graag een extra vraag toevoegen (…).”
beloopinformatie van de behandelaren vanaf september 2017;
rapport van de UWV arts in verband met de toekenning van de Ziektewet-uitkering;
ongecensureerde huisartsenjournaal vanaf drie jaar voor ongeval.
MEDISCH ADVIES
(…).
Inmiddels heeft u ook de beschikking over alle ontbrekende medische stukken. Ik stel voor dat wij de expertise daarom zo spoedig mogelijk in gang zetten met toevoeging van de rapportages van beide ongevalanalisten aan het dossier. Gaat u ermee akkoord dat ik de expertise in gang laat zetten met inachtneming van de overige opmerkingen van uw medisch adviseur zoals geformuleerd in de adviezen d.d. 22 augustus 2018 en 6 september 2018? (…).”
(…).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Zoals u bekend, bestaat er nog geen overeenstemming ten aanzien van de uit te voeren expertise en in het bijzonder niet ten aanzien van de informatie die aan de expertise arts mee zou moeten worden voorgelegd (medische voorgeschiedenis)”. Ook uit overige correspondentie blijkt niet van overeenstemming. Zo schrijft Cordaet op 17 september 2018 “
zoals de vraagstelling thans voorligt, kan deze niet aan de expert worden verstuurd” (2.17). Op 12 december 2018 vraagt [verzoeker] nog aan Cordaet of zij ermee akkoord kan gaan dat hij de expertise in gang laat zetten (2.18). Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [verzoeker] er voorts op gewezen dat de medisch adviseur van National Academic op 22 augustus 2018 schrijft dat zij geen principieel bezwaar heeft tegen de voorgestelde expertise (2.13). Die omstandigheid maakt het voorgaande echter niet anders, nu in het advies tevens om aanvulling van de vraagstelling is gevraagd en uit het latere aanvullend advies van 12 december 2018 bovendien blijkt dat de adviseur ten tijde van het opstellen van het advies van 22 augustus 2018, kennelijk nog niet over alle revelante (medische) informatie beschikte (2.19).
informatie zonder tijdsbegrenzingdie specifiek ziet op “
klachten van de gehele wervelkolom (dus tot en met de nek), hoofdpijnklachten en psychische dan wel psychosociale problematiek”. In voornoemd advies is beschreven dat de klachten die [verzoeker] als ongevalsgerelateerd claimt, ook andere oorzaken dan een achterop-aanrijding kennen en daarnaast vaak voorkomen, terwijl uit de medische gegevens blijkt dat vóór de aanrijding op 15 februari 2016 sprake was van aspecifieke klachten aan de onderrug en nek en dat verder is gebleken van spanningen in de werksituatie van [verzoeker] .
dus geen sprake is van een blanco voorgeschiedenis, waar wij tot op heden van uitgingen”.