ECLI:NL:RBDHA:2019:14414
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de bedreiging van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een minderjarige door aanhoudende ouderlijke strijd
In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 juli 2019 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011, naar aanleiding van een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter oordeelde dat er sprake is van een bedreiging in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige, veroorzaakt door de aanhoudende strijd tussen de ouders over de omgang. Ondanks jarenlange hulpverlening is het niet gelukt om de beschadigingen die de minderjarige heeft opgelopen in het vrijwillige kader weg te nemen. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige verblijft feitelijk bij de moeder. De vader heeft ingestemd met het verzoek tot ondertoezichtstelling, terwijl de moeder verweer heeft gevoerd en een zelfstandig verzoek heeft ingediend om de ouders door te verwijzen naar het vrijwillige kader. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en geconcludeerd dat de langdurige juridische strijd een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft de minderjarige voor de duur van een jaar onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, omdat het vrijwillige kader niet meer passend is gebleken. Het zelfstandig verzoek van de moeder is afgewezen.