Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 21 december 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Overwegingen
Vervolgens heeft eiser op 9 juli 2018 heeft middels het formulier M35-O kennisgeving tweede of volgende asielaanvraag (het kennisgevingsformulier) te kennen gegeven dat hij een opvolgende aanvraag asiel wil indienen. Op 13 december 2018 heeft verweerder een voornemen uitgebracht waarin is opgenomen dat het kennisgevingsformulier niet volledig en duidelijk is ingevuld en welke informatie mist. Eiser wordt in het voornemen verzocht om hetgeen ontbreekt te overleggen en/of de herhaalde asielaanvraag nader toe te lichten. Hiervoor is een termijn van één week gesteld. Ook is opgenomen dat wanneer eiser het niet eens is met het voornemen, hij een zienswijze kan indienen binnen, eveneens, één week.
Op 18 december 2018 is door eiser uitstel van vier weken verzocht voor het indienen van de zienswijze. Als reden hiervoor geeft eiser dat het uitbrengen van het voornemen zonder eiser in de gelegenheid te stellen aanvullende informatie in te dienen en zijn aanvraag persoonlijk toe te lichten afwijkt van de procedure opvolgende aanvraag zoals die tot voor kort wel werd gevoerd.
Op 21 december 2018 brengt verweerder het bestreden besluit uit en reageert daarin eveneens op het verzoek van eiser om uitstel voor het indienen van de zienswijze – welke hij gemotiveerd afwijst.
Ten aanzien van zijn asielaanvraag voert eiser aan dat recent een uitspraak is gedaan door het Europese Hof van Justitie op 13 september 2018 in zaak C-369/17 waar eiser zich op wenst te beroepen. Ook heeft hij documenten verzameld die zijn aanvraag kunnen onderbouwen. Verweerder heeft eiser geen enkele keer in de gelegenheid gesteld informatie aan te leveren. Verweerder heeft daarentegen een voornemen uitgebracht waar binnen één week op gereageerd diende te worden. Het uitstel verzoek werd beantwoord met een beschikking. Dit is onzorgvuldig. Verweerder heeft dan ook ten onrechte de aanvraag buiten behandeling gesteld.
De ‘oude’ werkwijze houdt in dat verweerder de vreemdeling, nadat hij een onvolledige kennisgeving M35-O heeft ingediend, twee keer een brief stuurt waarbij hij de vreemdeling in de gelegenheid stelt om de ontbrekende informatie aan te vullen. Indien de vreemdeling dit nalaat, wordt de aanvraag – al dan niet door eerst een voornemen uit te brengen – met een besluit buiten behandeling gesteld op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, Vw. De ‘nieuwe’ werkwijze, die verweerder in ieder geval sinds 3 december 2018 in alle zaken hanteert, houdt in dat, na ontvangst van een niet volledig kennisgevingsformulier, een voornemen wordt uitgebracht waarin wordt verzocht om de nog ontbrekende informatie te verstrekken. Als deze informatie niet wordt verstrekt, volgt een besluit tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag.
na de indiening ervan’ buiten behandeling kan stellen als de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verweerders ‘
verzoeken’om informatie te verstrekken. Het formulier M35-O is het formulier waarmee de opvolgende asielaanvraag is ingediend, waarna volgens de voormelde beleidsregel (onbeantwoorde) verzoek
enom informatie te verstrekken moeten volgen, alvorens verweerder de aanvraag die buiten behandeling kan stellen. Daargelaten of zo’n verzoek door verweerder ook kan worden gedaan in een voornemen tot buiten behandeling stelling van een asielaanvraag, het nalaten te antwoorden op het, in het onderhavige voornemen door verweerder gedane verzoek om informatie, kan – gelet op wat hierboven is overwogen over het formulier M35-O – in elk geval niet worden aangemerkt als een tweede keer nalaten te antwoorden op een verzoek daartoe.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;