Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. L. Verhaegh).
Procesverloop
Overwegingen
Eiser heeft bij brief van 26 juni 2019 bezwaar gemaakt tegen het besluit van
In verweerders beleid ten tijde van het bestreden besluit, paragraaf C1/3 van de Vreemdelingencirculaire 2000, is opgenomen dat de beschikking bekend wordt gemaakt overeenkomstig paragraaf C1/2.11. Uit deze paragraaf, zoals deze op 13 januari 2016 gold, volgt dat verweerder een rapport van bevindingen opstelt waarin wordt aangegeven wat is gedaan om het besluit aan de vreemdeling bekend te maken als hij er niet in slaagt om het besluit kenbaar te maken door toezending aan een gemachtigde of het laatst bekende adres van de vreemdeling.
Geen rechtsregel verplicht verweerder verder tot nader onderzoek naar de woon- of verblijfplaats van eiser. De rechtbank verwijst in dit kader naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 18 april 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BA4511). Op grond van artikel 4.37 van het Vb 2000 dient eiser verweerder immers zelf in kennis te stellen van een adreswijziging. Dit heeft eiser niet gedaan.