Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank oordeelt als volgt.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij een inreisverbod van 10 jaar aan eiser was opgelegd. Eiser, een Afghaanse nationaliteit, had in 1998 asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd in 2008 afgewezen op basis van artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag. Eiser verzocht in 2018 om opheffing van het inreisverbod, stellende dat hij geen actuele bedreiging voor de openbare orde vormt en dat zijn medische situatie en gezinsleven in Nederland zwaarwegende redenen zijn om het verbod op te heffen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waaronder zijn langdurige verblijf in Nederland en de medische klachten die hij heeft aangevoerd.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat het gedrag van eiser nog steeds een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor de samenleving vormt. De rechtbank wees erop dat eiser in het verleden betrokken was bij ernstige misdrijven in Afghanistan, en dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet onterecht had geoordeeld dat er geen reden was om het inreisverbod op te heffen op grond van artikel 8 van het EVRM, en dat de omstandigheden van eiser niet van doorslaggevende betekenis waren in de belangenafweging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.