ECLI:NL:RBDHA:2019:14025
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schorsing executie verkoop woning in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en WAGTD B.V., waarbij ING Bank N.V. zich als gevoegde partij heeft aangesloten. De eiser vorderde schorsing van de executie van de verkoop van zijn woning, die door WAGTD was aangezegd maar inmiddels door ING was overgenomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser geen belang had bij de toewijzing van zijn vorderingen, aangezien de executie door ING was overgenomen en WAGTD niet meer de bevoegdheid had om de executie voort te zetten. De voorzieningenrechter wees erop dat de eiser onvoldoende had aangetoond dat de executie door WAGTD misbruik van bevoegdheid opleverde en dat de vorderingen van WAGTD al jaren geleden door de rechtbank waren vastgesteld. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van WAGTD en ING waren begroot op € 1.619,--.