ECLI:NL:RBDHA:2019:1382
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanvraag Nederlands paspoort
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een aanvraag voor een Nederlands paspoort had ingediend voor een minderjarige, en de Minister van Buitenlandse Zaken. De eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister om de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank moest beoordelen of het bezwaar van de eiser terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De eiser had het bezwaar te laat ingediend, en de rechtbank overwoog dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank concludeerde dat de Minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, omdat de eiser niet binnen de wettelijke termijn van zes weken had gereageerd op het primaire besluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.