2.1.In het tussenvonnis van 30 januari 2019 heeft de rechtbank een deskundige benoemd in de persoon van de heer [X] , verbonden aan [B.V. I] te [plaats] (hierna: de deskundige). Aan hem is opdracht verstrekt om de in het tussenvonnis van 30 januari 2019 onder r.o. 3.2 geformuleerde vragen te beantwoorden. De deskundige heeft die vragen in zijn deskundigenbericht van 26 april 2019 beantwoord. De door de rechtbank gestelde vragen en de beantwoording van de deskundige worden hieronder weergegeven, waarbij de beantwoording van de deskundige cursief is afgedrukt:
Ten aanzien van de oppervlaktemeting:
a. Wat is de woonoppervlakte van de woning volgens de in 2016 geldende NVM-meetinstructie (laat daarbij verbouwingen die na de koop en levering hebben plaatsgevonden buiten beschouwing)?
Het Gebruiks Oppervlak is (afgerond) 273 m2.
Kunt u bij deze meting inzichtelijk maken hoe u de verbouwingen heeft ‘weggedacht’?
Conform de Meetinstructie wordt gemeten zonder rekening te houden met de binnenmuren. De verbouwing(en) heeft (hebben) daarom geen invloed gehad op de meetresultaten.
Kunt u uw meting inzichtelijk maken door op elke verdieping apart uw berekeningen te tonen, door middel van een plattegrond?
In de bijlage is van elke verdieping een plattegrond met maten opgenomen. Er is een plattegrond van de kelder, maar deze voldoet niet aan de minimale eisen voor Gebruiksoppervlak wonen en is derhalve aangemerkt als Overige inpandige ruimte.
Kunt u inzichtelijk maken op welke wijze de door u gemaakte meting afwijkt van de door [gedaagde] gemaakte meting?
GO Wonen
[gedaagde]
Deskundige
Begane grond
97,9
92,0
1e verdieping
99,2
93,3
2e verdieping
97,9
87,2
Totaal
295,0
272,5
Bij het herleiden van de oppervlakken van [gedaagde] is uitgegaan van een erker op de 1e etage van 1,3 m2. Aangezien [gedaagde] kennelijk geen rekening heeft gehouden met een deel schuin dak op de 2e etage is het opgegeven oppervlak (295 m2) gelijk verdeeld over de verdiepingen. De aangegeven maten zijn niet consistent, maar een evenredige verdieping is de enig logische aanname. Er zijn immers geen andere uitbouwen e.d. dan de erker op de 1e etage.
Ten aanzien van de taxatie:
Wat was de marktwaarde van de woning, gewaardeerd naar de stand van de woningmarkt in februari 2016 en naar de staat en het uiterlijk van de woning in februari 2016 (dat wil zeggen vóór de nadien plaatsgevonden verbouwingen)?
De Marktwaarde van de woning in februari 2016 was € 700.000,-- (zegge zevenhonderdduizend euro).
Op grond van welke waarderingsgrondslagen is die waardering tot stand gekomen?”
De waarde is vastgesteld volgens een comparatieve benadering, de vergelijkingsmethode. In dit geval op basis van confrontatie van transacties van vergelijkbare koopobjecten voor particuliere eigen bewoning met het te waarderen object. De Marktwaarde voldoet aan de definitie zoals door de leden van de NVM gehanteerd. Deze volgt de internationale standaarden EVS en IVS.