Op 23 december 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken zou zijn bij schietincidenten op twee coffeeshops in Delft. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op verschillende data, waaronder 10 januari, 4 april, 24 juni en 9 december 2019. De officier van justitie, mr. W. Bos, heeft vorderingen gedaan tegen de verdachte, die geboren is in 1992. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het schieten op de coffeeshops en het in bezit hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de schietincidenten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte slechts als snorder (illegaal taxi) fungeerde voor de schutters en dat er geen nauwe samenwerking was aangetoond. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de feiten die verband hielden met het schieten op de coffeeshops. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met braak in een woning en een andere diefstal. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven.