ECLI:NL:RBDHA:2019:13408
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging PIJ-maatregel en voorwaardelijke beëindiging
Op 7 november 2019 heeft de Rechtbank Den Haag, meervoudige kamer jeugdstrafzaken, uitspraak gedaan in de zaak van een jeugdige veroordeelde die onder de PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) stond. De officier van justitie had verzocht om verlenging van deze maatregel met drie maanden, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, zowel in zijn gedrag als in zijn sociale omstandigheden. Hij had een baan, volgde een MBO-opleiding en had zijn behandeling bij de reclassering positief afgerond. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid niet langer vereisten dat de maatregel werd verlengd. De PIJ-maatregel eindigt derhalve van rechtswege voorwaardelijk, onder de voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden vastgesteld, waaronder een locatieverbod voor bepaalde wijken en de verplichting om zich te houden aan afspraken met de reclassering. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de betrokken partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunten naar voren te brengen.