Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van
[opposant 1] , opposant 1, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, geopposeerde.
Procesverloop
Overwegingen
Zij stelt vast dat het betoog van opposanten neerkomt op een herhaling van hetgeen zij in de beroepsfase hebben aangevoerd. De omstandigheid dat opposanten zich niet kunnen vinden in de uitspraak van 7 november 2019 leidt niet tot het oordeel dat het beroep niet vereenvoudigd kon worden afgedaan. De verzetprocedure kan niet worden gebruikt als een verkapt hoger beroep. Opposanten voeren in het verzetschrift geen gronden aan die kunnen leiden tot de conclusie dat ten onrechte uitspraak is gedaan zonder zitting. In de uitspraak is de gestelde kwetsbaarheid van opposanten en de toegang tot voortzetting van de medische zorg in Griekenland besproken en overwogen dat de situatie van opposanten niet vergelijkbaar is met de personen waarop de IM betrekking heeft. In verzet zijn – behalve gegevens over afspraken bij medische behandelaar(s) – geen nieuwe stukken ingebracht en er zijn ook geen concrete (nieuwe) aanknopingspunten ingebracht voor twijfel aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De stukken die op 9 december 2019 zijn ingediend, kunnen niet bij de beoordeling van het verzet worden betrokken, omdat deze stukken niet in beroep zijn ingediend en aldus niet in de uitspraak van 7 november 2019 konden worden betrokken.