ECLI:NL:RBDHA:2019:12978

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
09/842282-19
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van een poging tot afdreiging door middel van dreiging met openbaarmaking seksfilmpje

Op 9 december 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van een poging tot afdreiging. De verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, werd verweten dat zij samen met een medeverdachte in de periode van 1 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019 in Rotterdam, Den Haag en Capelle aan den IJssel een poging heeft gedaan om een bedrag van € 50.000,- af te dreigen van een slachtoffer, onder bedreiging van openbaarmaking van een seksfilmpje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en de medeverdachte een plan hadden bedacht om het slachtoffer te filmen tijdens een seksafspraak en hem vervolgens onder druk te zetten om geld te betalen. De verdachte heeft tijdens de zitting op 25 november 2019 een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen, zoals het proces-verbaal van aangifte, in haar overwegingen meegenomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit strafbaar is en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een behandelverplichting. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/842282-19
Datum uitspraak: 9 december 2019
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Utrecht, te Nieuwersluis.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 25 november 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Kampen en hetgeen de verdachte en haar raadsvrouw mr. L.A. Versteegh naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdachte wordt, kort gezegd, verweten dat zij zich in de periode van 1 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019 in Rotterdam, Den Haag, Capelle aan den IJssel, schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot afdreiging van € 50.000,- van [slachtoffer] (hierna: aangever), onder bedreiging van openbaarmaking van een seksfilmpje.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen als bijlage I bij dit vonnis en maakt daarvan deel uit.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Aangever heeft in de avond van 20 augustus 2019 een seksafspraak tegen betaling gehad in hotel Van der Valk Rotterdam-Blijdorp (hierna: het hotel) met de verdachte. Na afloop van die afspraak wordt aangever op het parkeerterrein van het hotel door de medeverdachte, de heer [medeverdachte] (hierna: de medeverdachte), geconfronteerd met een telefoon, waarop aangever beelden ziet van seksueel contact tussen hem en de verdachte in de hotelkamer. Aangever ziet op het parkeerterrein nog twee voor hem onbekende mannen die op afstand staan te kijken.
Aangever doet diezelfde nacht aangifte en wordt op het politiebureau gebeld door de medeverdachte met het verzoek om € 50.000,- aan de medeverdachte te betalen, onder dreiging van openbaarmaking van het seksfilmpje. De medeverdachte maakt een afspraak met aangever op 21 augustus 2019 voor de overdacht van € 10.000,- van aangever aan de medeverdachte, bij de McDonald’s op de Hoofdweg in Capelle aan den IJssel. De medeverdachte en twee van zijn neven worden daar in een auto door de politie aangehouden. De verdachte wordt op 21 augustus 2019 aangehouden in de hotelkamer. In haar auto wordt een wandklok met opnameapparatuur aangetroffen waar, naar later blijkt, het betreffende filmpje mee is opgenomen.
De verdachte en de medeverdachte hebben verklaard dat zij samen het plan hebben bedacht om aangever geld afhandig te maken door het filmen van een seksafspraak op 9 juli 2019 en te dreigen met openbaarmaking. Het door aangever te betalen bedrag zou gebruikt worden voor het afbetalen van de schulden van de verdachte.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de bewezenverklaring.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Gelet op de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 25 november 2019 en de omstandigheid dat de raadsvrouw geen integrale vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de gebezigde bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2019;
  • proces-verbaal van aangifte van aangever d.d. 21 augustus 2019, blz. 81-83.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
zij in de periode van 1 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019 te Rotterdam, ’s-Gravenhage en Capelle aan den IJssel
ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaarmaking van een geheim, [slachtoffer] te dwingen tot afgifte van 50.000 euro, - seksueel contact heeft gehad met die [slachtoffer] , welk seksueel contact gefilmd is
en de medeverdachte heeft:
- die [slachtoffer] videobeelden getoond van seksueel contact tussen die [slachtoffer] en een prostituee en/of (daarbij) gezegd ‘kijk eens hoe je er uit ziet, we gooien het morgen op televisie’ en/of ‘mooi filmpje he, herken je iemand’ en/of ‘dan zie je het morgen wel op tv’, althans woorden van gelijke strekking - telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij en/of zijn medeverdachte geld wil(len) zien, te weten 50.000 euro - een sms-bericht gezonden aan die [slachtoffer] met de tekst ‘spelletjes spelen, dan komen we naar de [adres] ’
- telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij en/of zijn medeverdachte in het bezit zijn van meerdere foto’s van de woning van die [slachtoffer]
- telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat bij niet-betaling voornoemde beelden online worden gezet en/of dat hij en/of zijn medeverdachte weet/weten wie de echtgenote van die [slachtoffer] is en/of dat de echtgenote van die [slachtoffer] van die beelden in kennis wordt gesteld (p. 268/p. 82)
- die [slachtoffer] telefonisch heeft laten weten dat hij en/of zijn medeverdachte weet heeft/hebben van een aantal privé-eigendommen door tegen die [slachtoffer] te zeggen ‘Je hebt genoeg. Je hebt een mooi jacht. Je hebt een mooi huis in ’t buitenland. Je hebt een Ferrari. Je hebt een Porsche 911. Je hebt een Range Rover. Je hebt een dik huis. Je hebt [adres] in [plaats] ’
en/of
- die [slachtoffer] telefonisch laten weten dat hij met iets moet komen en dat hij van dag tot dag gevolgd wordt
- meermalen telefonisch contact gehad met die [slachtoffer] om een afspraak te maken voor een aanbetaling van 10.000 euro,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een contactverbod met aangever, een meldplicht bij Reclassering Nederland en een ambulante behandelverplichting bij De Waag en een verplichting om mee te werken aan schuldhulpverlening, eventueel in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan de verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer duurt dan de al ondergane voorlopige hechtenis. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht voor het overige een voorwaardelijk strafdeel of een taakstraf op te leggen. De raadsvrouw heeft aangegeven dat de verdachte bereid is om aan bijzondere voorwaarden mee te werken.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan een poging tot afdreiging. Zij heeft samen met de medeverdachte een plan bedacht om een seksfilmpje te maken van haar en aangever, een vaste klant van haar diensten, en hem daarmee af te dreigen. Daarna heeft zij aangever samen met de medeverdachte onder druk gezet om
€ 50.000,- te betalen, enkel voor eigen gewin. Het filmpje zou anders openbaar worden gemaakt aan media en aan de bij naam genoemde echtgenote van aangever. De verdachte was zich er terdege van bewust dat aangever hun seksuele contact geheim wenste te houden en heeft door te dreigen met openbaarmaking op gevoelens van angst en kwetsbaarheid bij aangever ingespeeld. Zij heeft de angst van aangever gevoed door sms’jes naar hem te sturen, waarin het leek alsof ook zij bedreigd werd door de medeverdachte, zulks met als enige doel om de aangever sneller te bewegen tot betaling. Juist vanuit haar professie had zij moeten weten hoe kwetsbaar aangever was in deze situatie. Uit de verklaring van aangever bij de politie komt naar voren dat de chantage een grote impact op hem heeft gehad. Aangever heeft zich onder behandeling laten stellen van een psycholoog en is minder gaan werken. De verdachte heeft door haar handelen een forse inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangever en de rechtbank rekent haar dit aan.
Ter terechtzitting stelt de verdachte dat zij er veel spijt van heeft en zich schaamt als zij haar strafdossier leest.
Documentatie en reclassering
De verdachte heeft geen relevante recidive volgens haar justitiële documentatie.
De verdachte heeft meegewerkt aan een reclasseringsrapport, d.d. 14 oktober 2019. De reclassering typeert de verdachte als een kwetsbare jonge vrouw, die in het verleden verkeerde keuzes heeft gemaakt. Met de afdreiging hoopte zij snel geld te krijgen, zodat zij haar schulden kon afbetalen en vervolgens haar werkzaamheden als prostituee kon neerleggen. De verdachte vermoedt dat zij enkele tienduizenden euro’s aan schulden heeft. De kans op recidive wordt als laag-gemiddeld ingeschat. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling en meewerken aan de schuldhulpverlening.
De rechtbank neemt in haar overwegingen voor de strafmaat mee dat het bewezenverklaarde een poging tot afdreiging betreft en het delict niet voltooid is, onder meer omdat de politie snel in actie kon komen. Daarmee is de periode van afdreiging, hoewel beangstigend, beperkt gebleven tot nog geen 24 uren. Mede gelet hierop zal de rechtbank een lagere gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Concluderend en gelet op wat hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf passend is. Aan de verdachte zal een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden en een taakstraf van 120 uren worden opgelegd. De rechtbank legt van die gevangenisstraf 4 maanden voorwaardelijk op, als stok achter de deur voor de verdachte om niet opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet op het rapport van de reclassering zijn er zorgen over de verdachte op persoonlijk en op financieel vlak, zodat de rechtbank aanleiding ziet om aan de verdachte als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een behandelverplichting en een verplichting tot het meewerken aan schuldhulpverlening op te leggen. De rechtbank zal in het belang van aangever aan het voorwaardelijke strafdeel als bijzondere voorwaarde koppelen dat de verdachte geen contact legt of laat leggen met aangever.

7.De in beslag genomen goederen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage II aan dit vonnis is gehecht) onder 1 en 2 genummerde voorwerpen worden verbeurd verklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft teruggave van de telefoon van de verdachte verzocht. Hiertoe is aangevoerd dat het haar werktelefoon is.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 (Smartwatch) en 2 (Apple telefoon) genummerde voorwerpen, verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen het bewezen verklaarde feit is begaan of voorbereid.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en/of maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 33, 33a, 45, 47, 318 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van een poging tot afdreiging;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
4 (vier) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] [geboortejaar 2] .De politie zal toezien op handhaving van dit contactverbod;
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van De Waag, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan schuldhulpverlening. De veroordeelde zal hierbij inzicht geven aan de reclassering in haar financiën en schulden;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
veroordeelt de verdachte te dier zake voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van
120 (honderdtwintig) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
60 (zestig) DAGEN;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf;
de in beslag genomen goederen
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten: een horloge Smartwatch en een zwart telefoontoestel Apple 7.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. S.M. van der Schenk, rechter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L. Konings, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 december 2019.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
zij in of omstreeks de periode van 01 juni 2019 tot en met 21 augustus 2019 te Rotterdam en/of te ’s-Gravenhage en/of Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf,
om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (meermalen) (telkens)
met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaarmaking van een geheim,
een persoon, te weten [slachtoffer] , althans een ander of anderen, te dwingen tot afgifte van een (aanzienlijk) geldbedrag van (ongeveer) 50.000 euro, althans een aanbetaling van 10.000 euro,
- seksueel contact heeft gehad met die [slachtoffer] , welk seksueel contact gefilmd is
en/of een of meerdere medeverdachte(n) heeft/hebben:
- die [slachtoffer] videobeelden getoond van seksueel contact tussen die [slachtoffer] en een prostituee en/of (daarbij) gezegd ‘kijk eens hoe je er uit ziet, we gooien het morgen op televisie’ en/of ‘mooi filmpje he, herken je iemand’ en/of ‘dan zie je het morgen wel op tv’, althans woorden van gelijke strekking (p. 81) en/of
- telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij en/of zijn medeverdachte(en) geld wil(len) zien, te weten 50.000 euro (p. 82) en/of
- een sms-bericht gezonden aan die [slachtoffer] met de tekst ‘spelletjes spelen, dan komen we naar de [adres] ’ (p. 94) en/of
- telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij en/of zijn medeverdachte(n) in het bezit zijn van meerdere foto’s van de woning van die [slachtoffer] (p. 212) en/of
- telefonisch tegen die [slachtoffer] gezegd dat bij niet-betaling voornoemde beelden online worden gezet en/of dat hij en/of zijn medeverdachte(n) weet/weten wie de echtgenote van die [slachtoffer] is en/of dat de echtgenote van die [slachtoffer] van die beelden in kennis wordt gesteld (p. 268/p. 82) en/of
- die [slachtoffer] telefonisch heeft laten weten dat hij en/of zijn medeverdachte(n) weet heeft/hebben van een aantal privé-eigendommen door tegen die [slachtoffer] te zeggen ‘Je hebt genoeg. Je hebt een mooi jacht. Je hebt een mooi huis in ’t buitenland. Je hebt een Ferrari. Je hebt een Porsche 911. Je hebt een Range Rover. Je hebt een dik huis. Je hebt [adres] ’(p. 294)
en/of
- die [slachtoffer] telefonisch laten weten dat hij met iets moet komen en dat hij van dag tot dag gevolgd wordt (p. 295) en/of
- meermalen telefonisch contact gehad met die [slachtoffer] om een afspraak te maken voor een aanbetaling van 10.000 euro,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Bijlage II: beslaglijst

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019233147, van de politie eenheid Den Haag, district District Den Haag-Centrum, bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 440).