ECLI:NL:RBDHA:2019:12931

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2019
Publicatiedatum
5 december 2019
Zaaknummer
C/09/557496 / HA ZA 18-848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij ernstige storingen in warmtelevering en de rechtsgeldigheid van de Warmtewet

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers, bestaande uit vier partijen, een vordering ingesteld tegen Eteck Warmte B.V. De eisers zijn eigenaren van woningen in een nieuwbouwwijk die aangesloten zijn op een collectieve energie-opwekinstallatie. De procedure is gestart na een reeks van ernstige storingen in de warmtelevering, waarbij de eisers compensatie vorderen op basis van de Warmtewet en de bijbehorende compensatieregelingen. De rechtbank heeft de feiten en het verloop van de procedure in detail uiteengezet, inclusief de dagvaarding, de conclusie van antwoord en de comparitie van partijen. De eisers hebben gesteld dat de warmtelevering niet voldeed aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus, wat hen recht zou geven op compensatie. Eteck heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake was van een ernstige storing. De rechtbank heeft de overeenkomsten tussen partijen en de toepasselijke bepalingen van de Warmtewet en Warmteregeling geanalyseerd. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de eisers niet voldoende hebben aangetoond dat er sprake was van een ernstige storing die recht gaf op compensatie. De vordering tot compensatie voor de ernstige storingen in de warmtelevering is afgewezen, met uitzondering van een bedrag van € 315,-- dat aan de eisers is toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/557496 / HA ZA 18-848
Vonnis van 4 december 2019 (bij vervroeging)
in de zaak van

1.[eisende partij sub 1] te [plaats] ,

2.
[eisende partij sub 2]te [plaats] ,
3.
[eisende partij sub 3]te [plaats] ,
4.
[eisende partij sub 4]te [plaats] ,
eisers,
advocaat mr. M. Oudriss te Rotterdam,
tegen
ETECK WARMTE 5 B.V.te Waddinxveen,
gedaagde,
advocaat mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam.
Eisers zullen hierna gezamenlijk ‘ [eisende partij sub 1 c.s.] ’ genoemd worden. Eisers sub 1 en 2 zullen gezamenlijk ‘ [eisers sub 1 en sub 2] ’ genoemd worden. Eisers sub 3 en 4 zullen gezamenlijk ‘ [eisers sub 3 en 4] ’ genoemd worden. Gedaagde zal Eteck genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 juli 2018, met producties 1 tot en met 10;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
  • het tussenvonnis van 16 mei 2019 van de rechtbank, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
  • de door [eisende partij sub 1 c.s.] overgelegde productie 11;
  • de door Eteck overgelegde producties 5 tot en met 10;
  • het proces-verbaal van comparitie van 11 november 2019 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het proces-verbaal van comparitie dat, met hun instemming, buiten aanwezigheid van partijen is opgemaakt. Eteck heeft op 21 november 2019 van deze gelegenheid gebruik gemaakt en [eisende partij sub 1 c.s.] op 27 november 2019. Het dossier wordt met inachtneming van deze stukken gelezen.
1.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers sub 1 en sub 2] zijn eigenaar van de woning aan [adres 1] en [eisers sub 3 en 4] zijn eigenaar van de woning aan [adres 2] .
2.2.
De woningen van [eisende partij sub 1 c.s.] staan in de nieuwbouwwijk ‘ [X] ’ te [plaats] en wel in het cluster [het cluster] (hierna: het cluster). Dit cluster bestaat in totaal uit zestien woningen.
2.3.
Het cluster is voor de warmtevoorziening (warm verwarmingswater en warm tapwater) aangesloten op een collectieve energie-opwekinstallatie (hierna: de installatie). De installatie is ontwikkeld en aangelegd door Eco-Maat. Tot 1 juli 2015 heeft Eco-Maat de installatie ook geëxploiteerd.
2.4.
Per 1 juli 2015 heeft Eteck de exploitatie van de installatie van Eco-Maat overgenomen. Op 18 juli 2015 hebben zowel [eisers sub 1 en sub 2] als [eisers sub 3 en 4] een energieleveringsovereenkomst met Eteck (hierna: de overeenkomsten) gesloten. Onderdeel van de overeenkomsten zijn de Product- en Tarievenbladen 1 juli 2015 en 1 januari 2016. In het Product- en Tarievenblad 1 juli 2015 staat onder meer het volgende:
Compensatie bij ernstige storingen
1. De Contractant heeft recht op een financiële compensatie bij ernstige storingen in het warmtenet die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van de warmtelevering leiden, met uitzondering van voorziene onderbrekingen.
2. De leverancier betaalt, onverminderd het bepaalde in punt 3, Contractant(en) op zijn warmtenet bij wie de levering van warmte ten gevolge van een ernstige storing is onderbroken, per onderbreking een compensatievergoeding ter hoogte van het hieronder genoemde bedrag:
per Contractant met een aansluiting van maximaal 100kW bedraagt de compensatievergoeding € 35,- bij een onderbreking van 4 tot 8 uur, vermeerderd met € 20,- voor elke volgende aaneengesloten periode van 4 uur, uit te betalen binnen zes maanden na het herstel van de onderbreking;
(…)
3. De in punt 2 genoemde verplichting geldt niet voor de Leverancier, wanneer een onderbreking van de warmtelevering het gevolg is van:
(…)
een storing aan de warmteafleverset, waaronder de warmtewisselaar en de meter;
force majeur (natuurramp, sabotage of terrorisme).
4. De in punt 1 genoemde termijn van 4 uur vangt (…) aan op het moment dat de Leverancier de eerste melding van een onderbreking ontvangt, (…).
5. De duur van de onderbreking wordt bepaald als de tijdsduur tussen de in punt 4 gedefinieerde aanvang van de onderbreking en het moment dat de warmtelevering voor de door de onderbreking van de warmtelevering getroffen contractanten is hersteld en voor de eerste keer is gecontroleerd of aan de getroffen contractanten veilig warmte kan worden geleverd. De Leverancier dient te registreren op welk moment deze controle heeft plaatsgevonden.
6. Met deze compensatieregeling wordt invulling gegeven aan artikel 4 van de Warmteregeling. Wijzigingen in de Warmteregeling kunnen worden doorgevoerd in deze compensatieregeling.”
2.5.
In het Product- en Tarievenblad 1 januari 2016 staat onder meer het volgende:
“Productspecificatie
Ruimte verwarming: De aanvoertemperatuur is afhankelijk van de buitentemperatuur (…). De aanvoertemperatuur van 45 ºC wordt geleverd bij een ontwerpconditie van -10ºC buitentemperatuur en een windsnelheid van 5m/sec.
Ruimte koeling: Niet van toepassing.
Warm tapwater: De aanvoertemperatuur is ≥ 60 ºC (…).
(…)”
2.6.
Eteck hanteert sinds 2016 de Algemene Leveringsvoorwaarden 2016. In deze voorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
Artikel 25 Compensatie en terugbetaling
1. De Contractant krijgt een financiële compensatie voor storingen die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van de Levering van Warmte voor ruimteverwarming en/of Warmte voor warm tapwater leiden met inachtname van de navolgende voorwaarden dat:
bij een hogere buitentemperatuur van 15 ºC ten tijde van de storing en het aannemelijk is dat door de storing de binnentemperatuur zal zijn gedaald onder 17 ºC of een hogere warm tapwatertemperatuur dan 38 ºC ten tijde van de storing of bij een storing tussen 23.00 en 7.00 uur keert de Leverancier de compensatie alleen uit op basis van een schriftelijk verzoek van de verbruiker. In dit verzoek moet de verbruiker aantonen dat hij overlast heeft gehad van de storing.
de termijn van 4 uren aanvangt vanaf het moment dat de onderbreking van de Levering van Warmte aan Leverancier is gemeld.
de Contractant niet gerechtigd is eventuele compensatievergoedingen te verrekenen met (voorschot)termijnen.
2. Er wordt geen compensatievergoeding als bedoeld in lid 1 uitgekeerd in de navolgende gevallen
(…)
indien de onderbreking van de levering van Warmte het gevolg is van een storing in de Binneninstallatie en/of Afleverset en/of Meetinrichting;
indien de onderbreking van de Levering van Warmte veroorzaakt wordt door een storing in de elektriciteits- of gasvoorziening dan wel de onderbreking van de Levering van Warmte Leverancier niet kan worden toegerekend.
3. De hoogte van de financiële compensatie per Aansluiting van een Contractant bedraagt het in de Warmteregeling aangegeven bedrag.
(…)
5. In geval van Levering van Warmte niet aan het overeengekomen kwaliteitsniveau zal voldoen (niet zijnde een onderbreking van de Levering van Warmte) als bepaald in (de bijlage bij) de Overeenkomst, is de Contractant gerechtigd tot terugbetaling van het daarmee verband houdende bedrag van de betaalde vaste kosten (zoals in de Tarievenregeling is opgenomen) berekend over de periode dat het kwaliteitsniveau niet heeft voldaan. (…)”
2.7.
Tot en met 3 januari 2018 en op 9 en 10 mei 2019 hebben zich problemen voorgedaan in de levering van warmte door Eteck aan [eisende partij sub 1 c.s.] . [eisende partij sub 1 c.s.] en de eigenaren van andere woningen binnen het cluster hebben hiervan een logboek bijgehouden (hierna: het logboek).
2.8.
Eteck heeft meerdere herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan de installatie.
2.9.
Eteck heeft aan [eisers sub 1 en sub 2] een bedrag aan compensatie betaald van € 50,- en aan [eisers sub 3 en 4] een bedrag aan compensatie van € 70,-.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij sub 1 c.s.] vorderen - na hun vermindering van eis, maar met behoud van de oorspronkelijke opsommingsbelettering - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
voor recht te verklaren dat Eteck, bij storingen/onderbrekingen, waarbij warmte (verwarming en tapwater) niet op de juiste aanvoertemperatuur (aanvoertemperatuur verwarming van minimaal 45 ºC en aanvoertemperatuur warm tapwater minimaal 70 ºC dan wel minimaal 60 ºC en maximaal 95 ºC) wordt geleverd, en voldaan is aan de overige voorwaarden omtrent de duur van de storing/onderbreking van artikel 4 Warmteregeling (niet zijnde een voorzienbare en tijdig gecommuniceerde onderbreking), gehouden is tot betaling van de compensatie overeenkomstig artikel 4 van de Warmteregeling binnen zes maanden na de storing/onderbreking;
Eteck te veroordelen tot betaling van € 8.190,- aan [eisers sub 1 en sub 2] en tot betaling van € 8.190,- aan [eisers sub 3 en 4] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeling van Eteck tot betaling van proceskosten, waaronder nakosten.
3.2.
Eteck voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De overeenkomsten en de daarop van toepassing zijnde bepalingen

4.1.
De overeenkomsten tussen partijen zijn gesloten op 18 juli 2015. Op de overeenkomsten zijn de Product- en Tarievenbladen 1 juli 2015 en 1 januari 2016 van toepassing. Voorts zijn - hoewel sinds 1 juli 2019 een nieuwe Warmtewet en Warmteregeling van kracht zijn - op de overeenkomsten, gezien het geldende overgangsrecht, de Warmtewet 2014 en de Warmteregeling 2014 van toepassing.
Ten aanzien van vordering c
4.2.
De rechtbank begrijpt dat [eisende partij sub 1 c.s.] met de vordering onder c beogen te bereiken dat door de rechtbank wordt bepaald dat iedere vorm van verminderde kwaliteit van de warmtelevering door Eteck aan de afzonderlijke woningen van [eisende partij sub 1 c.s.] in aanmerking komt voor compensatie, indien de levering gedurende meer dan vier uur - en voor storingen die plaatsvinden na 1 juli 2019, meer dan 8 uur - van verminderde kwaliteit is en aan de overige voorwaarden zoals verwoord in de Warmteregeling 2014 is voldaan.
4.3.
Dit standpunt van [eisende partij sub 1 c.s.] kan evenwel niet worden gevolgd, nu dit geen bevestiging vindt in de wet. In artikel 3 lid 1 sub d van de Warmtewet 2014 is namelijk het volgende bepaald:
“Artikel 3
1. Een overeenkomst tot levering van warmte wordt op schrift gesteld en bevat in ieder geval de volgende gegevens:
(…)
d. een omschrijving van de toepasselijke vergoedingen, waaronder de uitkering van compensatie bij een ernstige storing in de levering van warmte, en terugbetalingsregelingen als de geleverde goederen en diensten niet aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus voldoen.
(…)”
en in artikel 4 van de Warmteregeling 2014 is het volgende bepaald:
“1. De verbruiker krijgt een financiële compensatie voor storingen die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van de levering van warmte leiden, met uitzondering van voorziene onderbrekingen.
2. De hoogte van de financiële compensatie per aansluiting van een verbruiker bedraagt EUR 35,- bij een onderbreking van 4 tot 8 uur, vermeerderd met EUR 20,- voor elke volgende aaneengesloten periode van 4 uur.
3. De compensatie wordt door de leverancier binnen zes maanden na het herstel van de onderbreking betaald.”
4.4.
Uit deze bewoordingen volgt dat in de regelgeving een onderscheid is gemaakt tussen de situatie waarin sprake is van een ernstige storing en de situatie waarin de geleverde goederen en diensten niet aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus voldoen. In de eerste situatie heeft de verbruiker recht op uitkering van een compensatie (indien aan de gestelde voorwaarden is voldaan) en in de tweede situatie op een terugbetaling (van door de verbruiker gedane betalingen).
4.5.
Alleen al gezien dit door de wetgever gemaakte onderscheid kan niet voor recht worden verklaard dat [eisende partij sub 1 c.s.] bij iedere vorm van (niet voorzienbare en niet tijdig gecommuniceerde) verminderde kwaliteit van de geleverde warmte, voor een periode van meer dan vier dan wel acht uur, recht hebben op compensatie. De vordering onder c wordt dan ook afgewezen.
Ten aanzien van vordering d
4.6.
[eisende partij sub 1 c.s.] vorderen betaling van compensatie en geen terugbetaling van reeds door hen aan Eteck betaalde bedragen. Om aanspraak te kunnen maken op betaling van compensatie dient, zoals hiervoor al is geoordeeld en ook volgt uit het Product- en Tarievenblad 1 juli 2015, sprake te zijn van een ernstige storing.
4.7.
Partijen dienen zelf invulling te geven aan het begrip ‘ernstige storing’. In het Product- en Tarievenblad 1 juli 2015 is bepaald dat een ernstige storing in het warmtenet is: een onderbreking van de warmtelevering voor een periode langer dan vier uur, met uitzondering van voorziene onderbrekingen. Wat moet worden verstaan onder een onderbreking is niet verder toegelicht. Zoals hiervoor reeds is geoordeeld kan, in het licht van de Warmtewet en de Warmteregeling 2014, niet bedoeld zijn dat iedere levering met verminderde kwaliteit als onderbreking heeft te gelden.
4.8.
Eteck heeft een beroep gedaan op (de toepasselijkheid van) haar algemene voorwaarden. Ongeacht de vraag of de algemene voorwaarden op de overeenkomsten van de toepassing zijn, leest de rechtbank deze algemene voorwaarden zo dat in artikel 25 lid 1 aanhef en sub a nadere invulling is gegeven aan het begrip ernstige storing. Er is in ieder geval sprake van een ernstige storing, indien:
- ten aanzien van de levering van verwarmingswater, de binnentemperatuur is gedaald tot 17 ºC, terwijl de buitentemperatuur lager ligt dan 15 ºC;
- ten aanzien van de levering van warm tapwater, de temperatuur van het tapwater lager ligt dan 38 ºC.
4.9.
De rechtbank acht deze invulling van het begrip ernstige storing redelijk en ten voordele van [eisende partij sub 1 c.s.] ten opzichte van het Product- en Tarievenblad en de wet. Hierbij betrekt de rechtbank dat uitleg van het begrip compensatie meebrengt dat dit gekoppeld moet zijn aan schade, ongemak en hinder en dat [eisende partij sub 1 c.s.] bij levering met verminderde kwaliteit al voldoende bescherming ontlenen aan de terugbetalingsregeling uit de door Eteck gehanteerde algemene voorwaarden. Zodoende zal tussen partijen van deze invulling van de begrip ernstige storing worden uitgegaan.
4.10.
Eteck heeft aangevoerd dat de problemen in de levering van warmte zijn veroorzaakt door de binneninstallaties van [eisende partij sub 1 c.s.] . Eteck heeft ook erkend dat er problemen zijn geweest met de werking van de installatie zelf. Gezien deze erkenning en de onvoldoende weersproken stellingen van [eisende partij sub 1 c.s.] dat de problemen volgens de door Eteck ingeschakelde monteurs door haar eigen installatie werden veroorzaakt, had het op de weg van Eteck gelegen nader te onderbouwen en te concretiseren dat de problemen aan de binneninstallaties hebben gelegen. Nu zij dit heeft nagelaten, kan dit verweer niet slagen. Mocht Eteck al hebben bedoeld een beroep te doen op overmacht, dan is de rechtbank van oordeel dat het niet correct werken van haar installatie niet kwalificeert als overmacht, zodat ook dit verweer niet kan slagen.
Compensatie voor ernstige storing in levering van warm verwarmingswater
4.11.
Dit deel van de vordering wijst de rechtbank af, omdat [eisende partij sub 1 c.s.] naar het oordeel van de rechtbank niet hebben voldaan aan de op hen rustende substantiëringsplicht. De temperatuur die het te leveren verwarmingswater dient te hebben, hangt namelijk - gezien de stooklijn in het Product- en Tarievenblad - af van de buitentemperatuur. [eisende partij sub 1 c.s.] hebben in de dagvaarding niet gesteld wat de buitentemperatuur was op de momenten dat er volgens hen sprake was van een storing in de levering. Zij hebben ter comparitie wel gewezen op een gemiddelde buitentemperatuur in de maand november 2017, maar dit is - gelet op het voorgaande - een ontoereikende onderbouwing voor dit deel van de vordering.
4.12.
Enkel de gevallen waarin in het geheel geen warm verwarmingswater is geleverd, kan voor toewijzing in aanmerking komen, nu in die gevallen de buitentemperatuur er niet toe doet. Uit het door [eisende partij sub 1 c.s.] zelf opgestelde schema (productie 9 bij dagvaarding) en het door [eisers sub 1 en sub 2] opgestelde logboek (productie 8 bij dagvaarding) volgt echter dat indien [eisende partij sub 1 c.s.] in het schema opneemt ‘geen warmte’, dit niet betekent dat in al die gevallen de temperatuur van het verwarmingswater 0 ºC is. Met de enkele verwijzing naar deze stukken hebben [eisende partij sub 1 c.s.] dan ook niet concreet genoeg onderbouwd op welke momenten in het geheel geen warm verwarmingswater is geleverd. Het had op de weg van [eisende partij sub 1 c.s.] gelegen dit concreet te onderbouwen, nu zij de temperatuur van het inkomende verwarmingswater kunnen vaststellen (en vastleggen) via de cv-ketel. Ook in dit opzicht hebben [eisende partij sub 1 c.s.] niet voldaan aan op de hen rustende substantiëringsplicht. Ook het daarop betrekking hebbende deel van de vordering wordt afgewezen.
Compensatie voor ernstige storing in levering van warm tapwater
4.13.
Zoals al in r.o. 4.9 is geoordeeld, zal voor de invulling van de definitie ‘ernstige storing’ worden aangehaakt bij de uitleg daarvan in de algemene voorwaarden. Uit deze voorwaarden volgt dat de levering van tapwater met een temperatuur lager of gelijk aan 38 ºC heeft te gelden als een ernstige storing. Dit komt de rechtbank niet onredelijk voor.
Bij de beoordeling hanteert de rechtbank verder de volgende uitgangspunten.
Voor de gevallen waarin de temperatuur hoger was dan 38 ºC, had het op de weg van [eisende partij sub 1 c.s.] gelegen om te onderbouwen dat de storing ernstig was, zodanig dat zij hiervan overlast hebben ondervonden. Dit hebben zij echter nagelaten, zodat in die gevallen geen compensatie zal worden toegekend.
De rechtbank gaat uit van de metingen van [eisende partij sub 1 c.s.] van de temperatuur verricht met een vleesthermometer. Van [eisende partij sub 1 c.s.] kon niet meer verwacht worden. Daarbij komt dat zij de storingen telkens hebben gemeld. Het mag van Eteck verwacht worden dat zij na een melding zelf de temperatuur met haar eigen instrumenten opmeet. Mocht zij dit al gedaan hebben, dan heeft zij deze gegevens niet overgelegd. De rechtbank oordeelt onder deze omstandigheden dat Eteck de door [eisende partij sub 1 c.s.] overgelegde meetgegevens onvoldoende gemotiveerd heeft betwist en gaat zodoende bij de beoordeling uit van die meetgegevens. Voor wat betreft de duur van de storing rustte op Eteck de plicht om te registreren op welk moment de storing weer was verholpen. Eteck heeft geen registratie overgelegd. Daarom zal de rechtbank - als onvoldoende gemotiveerd betwist - voor wat betreft de duur van de storing uitgaan van de door [eisende partij sub 1 c.s.] gestelde duur.
Voorts volgt uit het logboek dat de onderstaande storingen zowel de woning van [eisers sub 1 en sub 2] als de woning van [eisers sub 3 en 4] hebben getroffen, hetgeen ook door Eteck onvoldoende is weersproken.
4.14.
Uit het schema en het logboek volgt dat op de volgende dagen de temperatuur van het tapwater lager dan of gelijk aan 38 ºC is geweest:
2016
2 maart 30 ºC, maar niet duidelijk of € 0
het langer dan 4 uur heeft geduurd
22 en 23 maart 35 ºC van 22 maart om 17.31u € 95
tot 23 maart om 15:51u
24 maart 25 ºC van 8.37u tot 14:50u € 35
27 maart 38 ºC, maar niet duidelijk of er € 0
is gebeld met Eteck en of het langer
dan 4 uur heeft geduurd
30 maart 38 ºC, maar niet duidelijk of er € 0
is gebeld met Eteck en of het langer
dan 4 uur heeft geduurd
31 maart 31 ºC van 31 maart 8.12u tot € 115
1 april 10.56u
15 juli 28 ºC van 10.05u tot 21.15u € 35
26 september 35 ºC, maar niet duidelijk of het € 0
langer dan 4 uur heeft geduurd
2017
30 december 35 ºC van 11.10u tot 18.30u € 35
Totaal € 315
4.15.
Dit betekent dat de vordering onder d voor zowel [eisers sub 1 en sub 2] als voor [eisers sub 3 en 4] tot een bedrag van € 315,-- zal worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, zoals gevorderd.
4.16.
Aangezien elk van partijen op meerdere punten in het ongelijk is gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Eteck om aan [eisers sub 1 en sub 2] te betalen een bedrag van € 315,--, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 24 juli 2018 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Eteck om aan [eisers sub 3 en 4] te betalen een bedrag van € 315,--, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 24 juli 2018 tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.A.M. Kroft en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2019. [1]

Voetnoten

1.type: 2579