ECLI:NL:RBDHA:2019:1289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
14 februari 2019
Zaaknummer
C-09-564022-KG RK 18-1695
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot het verkrijgen van rekeninginformatie in het kader van Europees conservatoir bankbeslag

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 13 februari 2019, is het verzoek van de verzoeker tot het verkrijgen van rekeninginformatie in het kader van Europees conservatoir bankbeslag afgewezen. De verzoeker, vertegenwoordigd door Caminada & Van Leeuwen Gerechtsdeurwaarders, had op 25 oktober 2018 een verzoekschrift ingediend, dat later op 25 januari 2019 werd aangepast. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van verlof tot het leggen van Europees bankbeslag en het opvragen van rekeninginformatie van de gerekwestreerde, die in Frankrijk woont.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het Europees bankbeslag en het opvragen van rekeninginformatie zijn geregeld in de Europese Verordening (EU) Nr. 655/2014 en de bijbehorende uitvoeringsverordening. Het verzoek tot het leggen van Europees bankbeslag werd toegewezen, maar de afwijzing van het verzoek om rekeninginformatie werd gemotiveerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet voldoende bewijs had geleverd dat de gerekwestreerde andere bankrekeningen aanhield in Frankrijk, ondanks de omstandigheden die de verzoeker had aangevoerd.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de omstandigheden die door de verzoeker waren gepresenteerd, onvoldoende waren om aan te nemen dat de gerekwestreerde ook andere rekeningen bij Franse banken had. De afwijzing van het verzoek om rekeninginformatie werd daarom in een aparte rechterlijke beslissing vastgelegd, in overeenstemming met het nationale recht.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel - voorzieningenrechter
zaaknummer / rekestnummer: C/09/564022 / KG RK 18-1695
Beschikking van de voorzieningenrechter van 13 februari 2019
in de zaak van
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeker,
gemachtigde: Caminada & Van Leeuwen Gerechtsdeurwaarders, Ondernemingsweg 2 d, 2404 HN Alphen aan den Rijn,
tegen
[gerekestreerde] ,wonende: [woonplaats 2]
, Frankrijk,
gerekestreerde.
Partijen worden hierna aangeduid als ' [verzoeker] ' en ' [gerekestreerde] '.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het 'verzoekschrift' (een Europeesrechtelijk modelformulier als na te melden) van 25 oktober 2018, met bijlagen;
- het - op verzoek van de griffier van deze rechtbank - aangepaste/nader onderbouwde verzoekschrift van 25 januari 2019, met bijlage.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Het verzoek strekt tot verkrijging van verlof tot het leggen van Europees bankbeslag, alsmede tot het verkrijgen van rekeninginformatie.
2.2.
Het Europees bankbeslag en het opvragen van rekeninginformatie zijn geregeld in Verordening (EU) Nr. 655/2014 van 15 mei 2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (hierna 'de Verordening'), alsmede - voor wat betreft de in dit verband te hanteren modelformulieren - in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1823 van de Europese Commissie van 10 oktober 2016 (hierna 'de Uitvoeringsverordening') en voorts in de Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (Staatsblad 2016, 440 en hierna 'de Uitvoeringswet').
2.3.
Het verzoek wordt toegewezen voor zover wordt gevraagd om Europees bankbeslag te mogen leggen. Deze toewijzing vindt niet plaats in deze beschikking, maar in separate standaardformulieren, zoals vastgesteld op grond van de Uitvoeringsverordening.
2.4.
Het verzoek voor wat betreft het opvragen van rekeninginformatie ex artikel 14 van de Verordening wordt afgewezen. Hiervoor is in de Uitvoeringsverordening geen 'standaardformulier' vastgesteld. Daarom dient de - afzonderlijke - afwijzing te worden vervat in een rechterlijke beslissing overeenkomstig het toepasselijke nationale Nederlandse (formele) recht, ofwel in een beschikking. Het gaat hier immers - kort gezegd - niet om een rechtsmiddel zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening, maar om de afwijzing van een verzoek (zie artikel 12 van de Uitvoeringswet).
2.5.
Het verzoek van [verzoeker] betreffende rekeninginformatie strekt er toe de 'informatie-instantie' van Frankrijk gegevens te laten inwinnen aan de hand waarvan één of meer andere rekeningen bij Franse banken, dan die van [gerekestreerde] bij [X] te [plaats] , kunnen worden geïdentificeerd. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening dient [verzoeker] het bestaan daarvan aannemelijk te maken. Daaraan heeft [verzoeker] - ondanks de hem geboden gelegenheid om zijn (aanvankelijke) verzoek op dat punt nader te onderbouwen - niet voldaan.
2.6.
Ter onderbouwing van het hier aan de orde zijn verzoek heeft [verzoeker] , zich - kort gezegd - beroepen op de navolgende omstandigheden:
- [gerekestreerde] heeft al enige tijd zijn vaste woonplaats in [woonplaats 2] ;
- [gerekestreerde] bezit onroerende goederen in Frankrijk, te weten zijn woonhuis en enkele appartementen die hij verhuurt;
- [gerekestreerde] heeft in het verleden een aantal jaren in Frankrijk gewerkt;
- [gerekestreerde] weet dat [verzoeker] op de hoogte is van [gerekestreerde] bankrekening bij [X] en heeft mogelijk - om de vordering van [verzoeker] te frustreren - een andere rekening geopend.
2.7.
Die omstandigheden zijn echter onvoldoende om aan te nemen dat [gerekestreerde] ook één of meer andere rekeningen bij een Franse bank aanhoudt. Zij brengen de noodzaak daarvan in ieder geval niet mee.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
wijst het verzoek van [verzoeker] tot het opvragen van rekeninginformatie af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.
jvl