ECLI:NL:RBDHA:2019:12822
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking en aanslag onroerende-zaakbelastingen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 december 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen de WOZ-beschikking en de daarop gebaseerde aanslag onroerende-zaakbelastingen. Eiser, wonende te [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, die de waarde van zijn woning had vastgesteld op € 325.000. Eiser betoogde dat de woning, met een bruto inhoud van 425 m³, een extra 50 m³ bevatte die geen gebruikswaarde had, en dat de waarde van de woning lager moest zijn, tussen de € 300.000 en € 310.000. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met de geringe gebruikswaarde van de extra ruimte en dat de waarde van de woning in goede justitie moest worden vastgesteld op € 305.000. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.