ECLI:NL:RBDHA:2019:12791
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van kwetsbare vrouw en kind met medische problemen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een vrouw met een tweejarige kind, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling was genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk, is de situatie van verzoekster besproken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster en haar kind als extra kwetsbare personen moeten worden beschouwd, mede door de medische problemen van verzoekster. De rechter heeft ook gekeken naar de opvangsituatie in Italië en of deze voldoende garanties biedt voor de veiligheid en zorg van verzoekster en haar kind.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat verzoekster niet mag worden overgedragen aan Italië totdat er een beslissing is genomen op het beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 1024,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.