ECLI:NL:RBDHA:2019:12768
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil over de asielaanvraag van eiser, die de Nigeriaanse nationaliteit heeft. Eiser had op 2 juli 2019 in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 14 november 2019, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, heeft de rechtbank de argumenten van eiser gehoord. Eiser stelde dat Italië niet als veilig land kan worden beschouwd, onder verwijzing naar recente 'interim measures' van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een veroordeling door de Italiaanse autoriteiten en een inreisverbod.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in eerdere uitspraken heeft bevestigd dat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan ten aanzien van Italië. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor de staatssecretaris om de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag van eiser op zich te nemen, en dat eiser de mogelijkheid heeft om bescherming te vragen bij de Italiaanse autoriteiten. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.