Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
statutair gevestigd te Ghana,
gemachtigde: mr. W.G.N.M. van Caam,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
gemachtigde: mr. M. Bestebreurtje,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van 23 april 2019;
- de incidentele conclusie tot het stellen van zekerheid ex artikel 224 Rv;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan in het incident
in Nederlandkan worden geëxecuteerd door MFI en dat is de kantonrechter onvoldoende gebleken. Dat de directeur van Airborne een Nederlander is, is niet relevant aangezien een eventuele proceskostenveroordeling jegens Airborne slechts verhaal geeft op het vermogen van Airborne en niet tevens op het vermogen van directeur, [betrokkene] . Het vermogen van [betrokkene] is immers een van Airborne afgeschermd vermogen. Dat verhaal op een Belgische bankrekening door executieverdragen mogelijk is, is onvoldoende specifiek om tot het oordeel te kunnen komen dat daarmee redelijkerwijs aannemelijk is dat MFI in Nederland een eventuele proceskostenveroordeling kan executeren.
€ 1.920,00 (5x € 360,00 + € 120,00). Voor dat bedrag dient Airborne zekerheid te stellen op de wijze zoals in het dictum vermeld. De zekerheid dient uiterlijk te worden gesteld op 24 september 2019.
3.Beslissing
dinsdag 22 oktober 2019 te 11:00 uur, voor het nemen van de conclusie van antwoord;