ECLI:NL:RBDHA:2019:12705

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2019
Publicatiedatum
29 november 2019
Zaaknummer
C/09/577796 / HA ZA 19-807
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in een internationale handelszaak met Venezolaanse en Nederlandse gedaagden

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Den Haag, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Energy Coal S.p.A., een Italiaans bedrijf, en drie gedaagden: PDVSA Petroleo S.A. en PETROLEOS DE VENEZUELA S.A., beide Venezolaanse rechtspersonen, en Propernyn B.V., een in Nederland gevestigde vennootschap. De zaak draait om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van Energy Coal, gezien de contractuele bepalingen die een exclusieve forumkeuze voor de Venezolaanse rechter en een arbitragebeding voor Venezolaanse arbiters bevatten. De rechtbank moet ook beoordelen of er sprake is van samenhangende vorderingen die de gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.

De procedure begon met een dagvaarding op 24 april 2019, gevolgd door een incidentele conclusie tot onbevoegdheid van de gedaagden. Energy Coal stelt dat PDVSA Petroleo in gebreke blijft met de betaling van openstaande facturen ter hoogte van USD 63.334.807,22. De rechtbank overweegt de toepasselijkheid van verschillende artikelen uit het Nederlandse recht, waaronder artikel 8 lid 2 Rv over exclusieve forumkeuze en artikel 7 lid 1 Rv over samenhangende vorderingen. De rechtbank concludeert dat de exclusieve forumkeuze voor de Venezolaanse rechter prevaleert boven de mogelijkheid van de Nederlandse rechter om rechtsmacht te ontlenen aan de samenhang tussen de vorderingen.

De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rolzitting voor verdere akten. Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en openbaar uitgesproken op 27 november 2019.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/577796 / HA ZA 19-807
Vonnis in incident van 27 november 2019
in de zaak van
de rechtspersoon naar Italiaans recht
ENERGY COAL SPAte Genua, Italië,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam,
tegen
de rechtspersoon naar Venezolaans recht
1.
PDVSA PETROLEO S.A.te Caracas, Venezuela,
de rechtspersoon naar Venezolaans recht
2.
PETROLEOS DE VENEZUELA S.A.te Caracas, Venezuela,
3.
PROPERNYN B.V.gevestigd te Den Haag,
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. A. Rosielle te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Energy Coal, PDVSA Petroleo, PDVSA en Propernyn genoemd worden. Met PDVSA Petroleo c.s. worden hierna gedaagden/eiseressen in het incident gezamenlijk aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 april 2019, met producties;
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdheid tevens tot voorwaardelijke aanhouding, met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident tot onbevoegdheid en tevens tot voorwaardelijke aanhouding, met producties.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

2.1.
Energy Coal exploiteert een internationaal opererende handelsonderneming, gespecialiseerd in de verkoop van onder meer vaste, vloeibare, gasvormige en afgeleide producten. Daarnaast exploiteert Energy Coal terminals en verleent zij diensten aan terminals.
2.2.
PDVSA Petroleo houdt zich bezig met het onderzoek naar, het uit de grond halen van, de opslag en de verkoop van ruwe olie en hydrocarbons.
2.3.
Propernyn houdt zich bezig met belegging in vaste activa.
2.4.
PDVSA Petroleo en Propernyn zijn dochtervennootschappen van PDVSA. Alle aandelen in PDVSA worden gehouden door de Staat Venezuela.
2.5.
In 2011 heeft Energy Coal vier contracten in de Spaanse taal (hierna tezamen: de contracten) gesloten met PDVSA Petroleo, die hierna afzonderlijk als volgt worden aangeduid:
i) het Outbound Renovation Contract;
ii) het Housing Development Contract;
iii) het Product Movement Service Contract;
iv) het Floating Cranes Contract.
2.6.
De contracten bevatten onder meer een rechtskeuze voor Venezolaans recht.
2.7.
Het Outboud Renovation Contract bevat onder meer de volgende bepalingen (in de Engelse vertaling):
“SEVENTH - SETTLEMENT OF DISPUTES
In case of disputes arising from the implementation or interpretation of this CONTRACT,
THE PARTIES shall make their best efforts to reach an amicable settlement thereof. 1f an
agreement is not achieved between THE REPRESENTATIVE of THE CONTRACTOR and of THE COMPANY, within a period of thirty (30) working days, the dispute shall be submitted by a Director of THE CONTRACTOR before the highest level of managerial authority of the Contracting Function of THE COMPANY for its resolution, and if the dispute or difference persists, THE PARTIES may submit such disputes to the jurisdiction of the courts of the Bolivarian Republic of Venezuela and in accordance with the Venezuelan law.
(…)
THIRTY-FIRST - COPIES, APPLICABLE LAW, SPECIAL ADDRESS, AND JURISDICTION.
This CONTRACT is contained in two (2) copies of the same tenor and to one effect and shall be
governed by and construed in accordance with the laws of the Bolivarian Republic of Venezuela. The parties choose as special domicile the City of Barcelona, Anzoategui State, jurisdiction of whose courts they declare to submit to the exclusion of any other.”
2.8.
De originele Spaanstalige versie van laatstgenoemd (Thirty-first) beding in het Outbound Renovation Contract luidt als volgt:
“TRIGÉSIMA PRIMERA — EJEMPLARES, LEY APLICABLE, DOMICIUO ESPECIAL Y JURISDICCIÔN.
Este CONTRATO se extiende en dos (2) ejemplares de un mismo tenor y a un solo efecto y se regirá e interpretara de conformidad con las leyes de la República Bolivariana de Venezuela. Las partes eligen como domicilio especial a la ciudad de Barcelona, Estado Anzoátegui, a la jurisdicción de cuyos tribunals declaran someterse, con exclusión de cualquier otro.”
2.9.
De artikelen 29.1 en 41 van de Engelse vertaling van het Housing Development Contract luiden (in de Engelse vertaling) als volgt:
“CLAUSE 29 - DISPUTE RESOLUTION
29.1
In the event of disputes arising from the implementation or interpretation of this contract the parties shall make their best efforts to reach an amicable settlement of their differences. In case an agreement is not reached between the REPRESENTATIVE OF THE CONTRACTOR and REPRESENTATIVE OF THE COMPANY, within a period of thirty (30) DAYS, the dispute shall be submitted by a Director of THE CONTRACTOR at the highest managerial authority level of the CONTRACTING ORGANIZATION of THE COMPANY, for its consideration and resolution. Should the dispute not be resolved at this level, the President of THE CONTRACTOR shall submit it to the Director of Liaison of the CONTRACTING ORGANIZATION of THE COMPANY to resolve it and if the dispute or difference still persists, then the parties may submit their disputes to arbitration in
accordance with the applicable Venezuelan laws.
(…)
CLAUSE 41 APPLICABLE LAW, SPECIAL ADDRESS
The interpretation, validity and performance of this CONTRACT shall be governed in accordance with the laws of the Republic of Venezuela and for all effects thereof, the PARTIES chose as special domicile, the city of Caracas. In case that the disputes or controversies between the PARTIES can not be resolved by mutual agreement as provided in Clause 29 (DISPUTE RESOLUTION), they shall be decided by the courts. To this end, the PARTIES agree to apply the laws of the Bolivarian Republic of Venezuela. The other issues concerning the judicial process. The costs of the proceedings shall be
shared equally by THE COMPANY and by THE CONTRACTOR.”
2.10.
De originele Spaanstalige versie van het Product Movement Service Contract bevat onder meer de volgende bepalingen:
SÉPTIMA - SOLUCIÓN DE CONTROVERSIAS
En caso de controversias que surjan de la ejecución o interpretación de este CONTRATO, LAS PARTES harán sus mejores esfuerzos para lograr una solución amigable de las mismas. En caso de no lograrse algún acuerdo ente EL REPRESENTANTE de LA CONTRATISTA y el de LA COMPAÑÍA, dentro de un lapso de treinta (30) días hábiles la controversia será sometida por un Director de LA CONTRATISTA al máximo nivel de autoridad gerencial de la Función Contratante de LA COMPAÑÍA para resolverla y, si aun persistiere la disputa o diferencia, LAS PARTES podrán someter tales controversias a la jurisdicción de los tribunales de la Republica Bolivariana de Venezuela y de acuerdo con las leyes venezolanas.
(...)
TRIGÉSIMA PRIMERA — EJEMPLARES, LEY APLICABLE, DOMICILIO ESPECIAL Y JURISDICCIÓN.
Este CONTRATO se extiende en dos (2) ejemplares de un mismo tenor y a un solo efecto y se regirá e interpretara de conformidad con las leyes de la República Bolivariana de Venezuela. Las partes eligen como domicilio especial a la ciudad de Barcelona, Estado Anzoátegui, a la jurisdicción de cuyos tribunales declaran someterse, con exclusión de cualquier otro.”
2.11.
Het Floating Canes Contract bevat onder meer de volgende bepalingen (in de Engelse vertaling):
“SEVENTH - SETTLEMENT OF DISPUTES
In case of disputes arising from the implementation or interpretation of this Agreement, the parties shall make their best efforts to reach an amicable settlement thereof. If not achieved an agreement between the representative of the THE CONTRACTOR and the COMPANY, within a period of thirty (30) working days, the dispute shall be submitted by a managing authority of THE CONTRACTOR at the highest level of managerial authority of the Contracting Function of COMPANY to resolve and, if persists the dispute or difference, PARTIES may submit such disputes to the jurisdiction of the courts of the Bolivarian Republic of Venezuela and in accordance with Venezuelan laws.
(…)
THIRTY-FIRST - SPECIMEN, LAW APPLICABLE, SPECIAL DOMICILE & VENUE.
This AGREEMENT is issued in two (2) copies of the same tenor and one effect and shall be governed by and construed in accordance with the laws of the Venezuela Bolivarian Republic. The parties choose as special domicile the City of Barcelona, State of Anzoátegui, to the jurisdiction of whose courts declared to subject, to the exclusion of any other.”
2.12.
Op 6 maart 2019 heeft Energy Coal, na hiertoe verkregen verlof, ten laste van Propernyn conservatoir beslag gelegd op de aandelen die Propernyn houdt in de op Bonaire gevestigde vennootschap Bonaire Petroleum Corporation N.V. Op 12 augustus 2019 heeft Energy Coal dit beslag vrijwillig opgeheven.
2.13.
Op 10 april 2019 heeft Energy Coal, na hiertoe verkregen verlof, tot zekerheid van de vordering in de hoofdzaak van USD 63.334.807,22 op PDVSA Petroleo, conservatoir beslag gelegd op de aandelen die PDVSA Petroleo houdt in Propernyn.
2.14.
Bij dagvaarding van 24 juli 2019 heeft PDVSA Petroleo bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank de opheffing gevorderd om het onder 2.13 bedoelde beslag. Bij vonnis van 23 augustus 2019 heeft de voorzieningenrechter deze vordering afgewezen en de begroting van de vordering verlaagd tot USD 54.347.535,24.

3.De hoofdzaak

3.1.
Energy Coal vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I voor recht verklaart dat PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn tegenover Energy Coal aansprakelijk is/zijn voor betaling van de openstaande facturen ter hoogte van het bedrag van
USD 63.334.807,22, althans een in goede justitie door de rechtbank vast te stellen bedrag vermeerderd met de rente van de datum van opeisbaarheid tot de datum van
betaling;
II PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn veroordeelt tot betaling aan Energy Coal van de openstaande facturen ter hoogte van het bedrag van USD 63.334.807,22, althans een in goede justitie door de rechtbank vast te stellen bedrag vermeerderd met de rente van de datum van opeisbaarheid tot de datum van betaling;
III PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn veroordeelt tot betaling aan Energy Coal van de kosten van de gelegde beslagen te Bonaire onder Bonaire Petroleum Corporation N.V. en in Den Haag onder Propernyn van in totaal USD 4.592,82 respectievelijk € 5.159,51;
IV PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn veroordeelt tot betaling aan Energy Coal van de kosten van de juridische opinies van de Venezolaanse advocaat [A] ad USD 7.700;
V PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn veroordeelt tot betaling aan Energy Coal van de kosten van de vertalingen ad USD 639,15 en PM;
VI PDVSA Petroleo c.s. hoofdelijk, althans PDVSA Petroleo en/of PDVSA en/of Propernyn veroordeelt tot betaling aan Energy Coal van de kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten.
3.2.
Energy Coal stelt hiertoe, samengevat, het volgende. PDVSA Petroleo blijft in gebreke met de betaling van de facturen van Energy Coal voor de door haar verrichte werkzaamheden ter uitvoering van de contracten. Naar het toepasselijke Venzolaans recht zijn PDVSA en Propernyn als onderdeel van het PDVSA-concern naast PDVSA Petroleo hoofdelijk aansprakelijk voor de vordering van Energy Coal van € 63.334.807,22 op PDVSA Petroleo. De rechtbank is bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen op de volgende gronden:
- Propernyn: op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo [1] ;
- PDVSA: op grond van artikel 7 en/of artikel 9 en/of artikel 10 jo. artikel 767 Rv [2] ;
- PDVSA Petroleo: op grond van artikel 7, 8 en/of 9 Rv.

4.Het geschil in het incident

4.1.
PDVSA Petroleo c.s. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vorderingen van Energy Coal.
4.2.
PDVSA Petroleo c.s. stelt hiertoe, samengevat, het volgende.
- het Outbound Renovation Contract, het Product Movement Service Contract en het Floating Cranes Contract bevatten een exclusieve forumkeuze (in de zin van artikel 8 lid 2 Rv) voor de Venezolaanse rechter. Het Housing Development Contract bevat een arbitraal beding;
- deze bedingen hebben, als de rechtbank de vorderingen tegen PDVSA en Propernyn toewijsbaar acht, derdenwerking jegens hen;
- de exclusieve forumkeuze prevaleert boven artikel 10 Rv jo. artikel 767 Rv;
- tussen de vordering op Propernyn enerzijds en de vorderingen op PDVSA Petroleo en PDVSA is geen sprake van samenhang als bedoeld in artikel 7 lid 1 Rv;
- er is niet voldaan aan de vereisten van artikel 9 Rv.
4.3.
Energy Coal voert verweer.
5. De beoordeling in het incident
Propernyn
5.1.
Propernyn is gevestigd in Nederland. Daarom kan de rechtbank ten aanzien van deze gedaagde aan artikel 4 Brussel I bis-Vo rechtsmacht ontlenen.
PDVSA Petroleo en PDVSA
5.2.
Er is geen verdrag dat of verordening die de rechtsmacht met betrekking tot deze gedaagden regelt. De rechtsmacht van de Nederlandse rechter dient dan ook te worden beoordeeld aan de hand van het commune Nederlandse bevoegdheidsrecht (artikelen 1-10 Rv).
PDVSA Petroleo
Artikel 8 lid 2 Rv: exclusieve forumkeuze?
5.3.
Aan de orde is of Energy Coal en PDVSA Petroleo in de contracten een exclusieve forumkeuze zijn overeengekomen waarin een rechter van een vreemde staat bij uitsluiting is aangewezen voor de kennisneming van het geschil, in welk geval de bevoegdheid van de Nederlandse rechter is uitgesloten (artikel 8 lid 2 Rv).
5.4.
Energy Coal betwist niet dat in het Outbound Renovation Contract, het Product Movement Service Contract en het Floating Cranes Contract een forumkeuzebeding voor de Venezolaanse rechter is opgenomen en dat zij eraan gebonden is. Zij betwist wel dat
de forumkeuze voor de Venezolaanse rechter exclusief is.
5.5.
De vraag of het hier gaat om een exclusieve forumkeuze moet worden beantwoord naar het op de contracten toepasselijke Venezolaanse recht. Partijen hebben zich echter niet uitgelaten over de inhoud van dat recht. Zij zullen daarom in de gelegenheid worden gesteld zich over (de gevolgen van de toepassing van) het Venezolaanse recht bij akte uit te laten, eerst PDSVA Petroleo c.s. en daarna Energy Coal.
Arbitraal beding in het Housing Development Contract?
5.6.
Aan de orde is vervolgens of de onder 2.9 weergegeven passages uit het Housing Development Contract (de artikelen 29.1 en 41) een geldig arbitraal beding inhouden. Dit dient ingevolge artikel 10:166 BW te worden beoordeeld naar het op het contract toepasselijke Venezolaanse recht. Partijen hebben zich ook op dit niet uitgelaten. Zij zullen daarom in de gelegenheid worden gesteld zich over (de gevolgen van de toepassing van) het Venezolaanse recht bij akte uit te laten, eerst PDSVA Petroleo c.s. en daarna Energy Coal.
5.7.
Als sprake is van een geldig arbitraal beding, zal de rechtbank zich onbevoegd moeten verklaren (artikel 1074 Rv).
Derdenwerking eventuele forumkeuzebedingen?
5.8.
Nu PDVSA en Propernyn geen partij zijn bij de contracten, zijn eventueel daarin opgenomen forumkeuze- of arbitrale bedingen niet op hen van toepassing.
5.9.
De rechtbank gaat voorbij aan het door PDVSA en Propernyn in het vooruitzicht gestelde beroep op derdenwerking jegens hen van eventuele forumkeuze- of arbitrale bedingen, in het geval dat de rechtbank mocht oordelen dat de vorderingen naar Venezolaans recht jegens hen kunnen worden toegewezen. Die beoordeling kan pas in de hoofdzaak plaatsvinden en kan daarna niet alsnog onbevoegdheid van de rechtbank opleveren, nu een beroep op onbevoegdheid voor alle weren moet worden gedaan.
PDVSA en PDVSA Petroleo
Artikel 7 lid 1 Rv: Samenhangende vorderingen?
5.10.
De volgende vraag is of de rechtbank met betrekking tot de vordering jegens PDVSA en PDVSA Petroleo rechtsmacht kan ontlenen aan artikel 7 lid 1 Rv, dat bepaalt dat indien in zaken waarbij een vordering is ingesteld de Nederlandse rechter ten aanzien van een van de verweerders rechtsmacht heeft, hem deze ook toekomt ten aanzien van in hetzelfde geding betrokken andere verweerders, mits tussen de vorderingen tegen de onderscheiden verweerders een zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
5.11.
Hier is aan de orde of tussen de vorderingen tegen Propernyn enerzijds en tegen PDVSA en PDVSA Petroleo anderzijds een zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
5.12.
In de hoofdzaak worden naast PDVSA Petroleo ook Propernyn en PDVSA als onderdelen van het PDVSA-concern hoofdelijk aansprakelijk gehouden op grond van de volgens Energy Coal door het Venezolaanse Hooggerechtshof ontwikkelde rechtsregel. Reeds met deze door Energy Coal gestelde grondslag is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een zodanige samenhang, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling van de vorderingen tegen Propernyn, PDVSA en PDVSA Petroleo rechtvaardigen. Of deze grondslag voor de vorderingen toereikend is, dient in de hoofdzaak te worden beoordeeld.
PDVSA Petroleo
Verhouding artikel 8 lid 2 Rv en artikel 7 lid 1 Rv
5.13.
In het geval dat Energy Coal en PDVSA Petroleo de gestelde forumkeuzebedingen zijn aangegaan, doet zich het conflict voor in de verhouding tussen de artikelen 8 lid 2 Rv en 7 lid 1 Rv, zodat de vraag rijst welk forum (de Venezolaanse rechter of de Nederlandse rechter) in dat geval voor gaat.
5.14.
De strekking van artikel 7 lid 1 Rv is blijkens de wetsgeschiedenis vooral gelegen in doelmatigheid en proceseconomie [3] . Verder worden door toepassing van deze bepaling tegenstrijdige uitspraken vermeden. Daartegenover staat de partijautonomie: het forumkeuzebeding leidt ertoe dat de betrokken partijen op voorhand zekerheid hebben over de bevoegde rechter. Daaraan zou afbreuk zou worden gedaan indien de vorderingen toch door een andere rechter zouden worden beoordeeld. Het forumkeuzebeding zou daarmee inhoudsloos worden. Om dit laatste te voorkomen, moet de balans naar het oordeel van de rechtbank doorslaan naar het forumkeuzebeding, met andere woorden: artikel 8 lid 2 Rv heeft voorrang op artikel 7 lid 1 Rv.
Artikel 9 Rv
5.15.
Mochten Energy Coal en PDVSA Petroleo zich hebben verbonden tot de gestelde forumkeuzebedingen, moet worden beoordeeld of de rechtbank rechtsmacht kan ontlenen aan artikel 9 Rv. Daarover wordt, om redenen van proceseconomie, nu reeds het volgende overwogen.
5.16.
Energy Coal stelt allereerst dat de Nederlandse rechter bevoegd is op grond van artikel 9, aanhef en onder b Rv. Deze bepaling schept rechtsmacht voor de Nederlandse rechter die niet op grond van een van de artikelen 2 tot en met 8 bevoegd is, indien een gerechtelijke procedure buiten Nederland onmogelijk blijkt (absolute forum necessitatis). Gedacht moet worden aan omstandigheden zoals een oorlog of een natuurramp, waardoor er geen openbaar gezag of rechtelijke macht aanwezig is of een juridisch obstakel om elders te procederen.
5.17.
Volgens Energy Coal is de situatie in Venezuela zodanig dat het voeren van een procedure voor de Venezolaanse rechter feitelijk onmogelijk is, aangezien veelvuldig sprake is van stroom- en telecommunicatiestoringen, rantsoeneringen, verkorte werkdagen en een humanitaire crisis, waardoor de inwoners iets anders aan hun hoofd hebben dan het voeren van een civielrechtelijke procedure over achterstallige betalingen. Daarnaast acht Energy Coal van belang dat er sinds juni 2019 geen vluchten meer mogelijk zijn vanaf de V.S. naar Venezuela en dat onder meer de Nederlandse autoriteiten voor een aantal deelstaten van Venezuela een negatief reisadvies hebben gegeven. Deze stellingen zijn echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat de toegang tot de Venezolaanse rechter onmogelijk is in de zin van artikel 9 Rv.
5.18.
De volgende vraag is of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op grond van artikel 9 aanhef en onder c Rv. Volgens deze bepaling is de Nederlandse rechter die geen bevoegdheid kan ontlenen aan de artikelen 2 tot en met 8 Rv, niettemin bevoegd indien (i) de bij dagvaarding in te leiden zaak voldoende met de rechtssfeer van Nederland is verbonden, en (ii) het onaanvaardbaar is van de eiser te vergen dat hij de zaak aan het oordeel van een rechter van een vreemde staat onderwerpt (relatieve forum necessitatis). Gezien de gebruikte bewoordingen (“onaanvaardbaar” en “vergen”), dient deze bepaling restrictief te worden uitgelegd. Dat blijkt ook uit de wetsgeschiedenis, waarin de rechter voorts wordt gemaand tot het betrachten van grote terughoudendheid waar het gaat om het aanvaarden van voldoende binding met de Nederlandse rechtssfeer als bedoeld in artikel 9, aanhef en onder c, Rv [4] .
5.19.
De door Energy Coal gestelde binding de Nederlandse rechtssfeer bestaat er uit dat Propernyn in Nederland is gevestigd en dat PDVSA vermogen heeft in Nederland in de vorm van haar aandelen in Propernyn. Deze omstandigheden zijn afzonderlijk en in onderling verband onvoldoende voor het aannemen van voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer van de zin van artikel 9, aanhef en sub c, Rv van de zaak van Energy Coal tegen PDVSA Petroleo. Dit reeds leidt tot de conclusie dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht kan ontlenen aan artikel 9 aanhef en onder c Rv. De andere geschilpunten hierover kunnen onbesproken blijven.
5.20.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 8 januari 2019 voor akte aan de zijde van PDVSA Petroleo c.s. als bedoeld onder rechtsoverwegingen 5.5 en 5.6;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2019. [5]

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europese Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU 2012, L 351/1).
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
3.vgl. MvT, Parl. Gesch. Herz. Rv. p. 108.
4.zie TK 1999/2000, 26 855, nr. 3, p. 41 en 43.
5.type: 1554