In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Den Haag, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Energy Coal S.p.A., een Italiaans bedrijf, en drie gedaagden: PDVSA Petroleo S.A. en PETROLEOS DE VENEZUELA S.A., beide Venezolaanse rechtspersonen, en Propernyn B.V., een in Nederland gevestigde vennootschap. De zaak draait om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van Energy Coal, gezien de contractuele bepalingen die een exclusieve forumkeuze voor de Venezolaanse rechter en een arbitragebeding voor Venezolaanse arbiters bevatten. De rechtbank moet ook beoordelen of er sprake is van samenhangende vorderingen die de gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
De procedure begon met een dagvaarding op 24 april 2019, gevolgd door een incidentele conclusie tot onbevoegdheid van de gedaagden. Energy Coal stelt dat PDVSA Petroleo in gebreke blijft met de betaling van openstaande facturen ter hoogte van USD 63.334.807,22. De rechtbank overweegt de toepasselijkheid van verschillende artikelen uit het Nederlandse recht, waaronder artikel 8 lid 2 Rv over exclusieve forumkeuze en artikel 7 lid 1 Rv over samenhangende vorderingen. De rechtbank concludeert dat de exclusieve forumkeuze voor de Venezolaanse rechter prevaleert boven de mogelijkheid van de Nederlandse rechter om rechtsmacht te ontlenen aan de samenhang tussen de vorderingen.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rolzitting voor verdere akten. Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en openbaar uitgesproken op 27 november 2019.